Deze stadsgeschiedenis van Gouda is aan het eind van de 17e eeuw geschreven door Paulus Doncker. De geschiedenis van het manuscript staat voorin te lezen.
Paulus Doncker vermeldt zelf dat hij is geboren in 1659. Verder weten we dat hij in 1683 trouwt in Gouda. In het begin van de 18e eeuw is hij in Rome secretaris van priester Theodorus de Cock en later Geheim Kamerheer van Paus Clemens XI. Hij overlijdt na 1717, maar waarschijnlijk vóór 1721.
In de inleiding die Van Abbesteech bij dit manuscript schrijft, worden bijna alle auteurs genoemd waarvan Gouda op Schrift de stadsbeschrijving transcribeert. Daarom proberen we ook te achterhalen hoe het nu precies zit met de volgorde van de diverse handschriften.
Van Abbesteech schrijft in zijn eigen hand, aan het begin van het manuscript van Paulus Doncker, dat het is geschreven door Doncker (zie afbeelding). Theodoor van Abbesteech heeft het manuscript een tijd in zijn bezit gehad. In die tijd heeft hij het handschrift aangevuld en verbeterd. Daarvoor heeft hij weer geput uit het Memorieboekje van Adriaen Vereyck. De handen van beide schrijvers zijn goed van elkaar te onderscheiden.
Het handschrift bevindt zich in het Streekarchief Midden-Holland (Gouda, SAMH, (legaat) Kemper, 0096. 310 [olim VI 41]).