Op een schoolrooster (circa 1535) van de Latijnse School te Gouda (op de plek van Arti Legi) blijkt dat de magistraat toen al Erasmiaans was ingesteld.

Het is een lesrooster zoals dat toentertijd aan de magistraat, aan priester mr. Gerrit de Oosterling en aan de vice-pastoor, mr. Roelof van Munnickendam, is voorgesteld door de kapelaan, Heer Jan. Voor alle klassen van de Latijnse school is het curriculum opgetekend. Men telde in die tijd de klasnummers van boven naar beneden, waardoor de eerste klas het hoogste niveau voorstelt.

Wat het rooster bijzonder maakt is in de eerste plaats, dat er boeken van Erasmus als lesstof op staan. Opmerkelijk is dat er lessen Grieks gegeven zouden moeten worden. Het rooster wordt gevolgd door een soort aanwijzingen voor de schoolmeester hoe hij met de leerlingen moet omgaan. Dit geeft een beeld van de ideale rector. Voor zover we weten is dit schoolrooster nooit in de praktijk gebracht. Waarschijnlijk werd het door de magistraat (die het laatste woord had) te modern gevonden. Niettemin – of juist daardoor – is het een curieus document.

Op het studieprogramma staan diverse werkjes die Erasmus uit het Grieks in het Latijn vertaald heeft en die dienstig waren in het onderwijs: boekjes 'welken ghemaekt zijn van een Grijx [= Grieks] man, ghenoemt Plutarchus, die welke uut de Grijx over heeft gheset Erasmus'. Ook boeken van Erasmus zelf staan genoemd: de Colloquia en de Copia rerum ac verborum, en een boekje dat De constructionibus heet (waarschijnlijk een retorica-werkje). Er staan nog enkele tractaatjes van Erasmus op die moeilijker te identificeren zijn.

Het bestaan van dit lesrooster bewijst dat er over het Goudse onderwijs is nagedacht op plaatselijk hoog niveau en dat de richting daarvan onmiskenbaar Erasmiaans (of zo men wil Gouds) humanistisch was.

Dit interessante stuk bevindt zich in het Streekarchief Midden-Holland (Gouda, SAMH, Oud Archief Gouda, 0001. 2795).

0001.2795

Als warckedach is soe hoert men te vi uren sougtens
dese nae screvene bouken aldus
ghenoemt:
Plutarchum             plautum
grijx                         Virgilij Eneida
Theocritum grijx    Ciceronis officia
Pauli epistolas       locos dialecticos

Item die int iij ende iiij loken sitten horen deze boucgis welken ghe-
maeckt zijn van een grijx man ghenoemt plutarchus die
welke uut de grijx over heeft gheset Erasmus

Item die int v loken sitten horen een bouck welke Erasmus ghe-
maeckt heeft ende hiet liber colloquiorum

Item die int vi loken sitten die leren haer octo partes orationis,
dividieren ende diffinieren

Item die int vij loken sitten die leren declineren

Als die clocke vij heeft soe doetmen dese lessen

Item die int iij ende iiij loken sitten die horen een comedi die plautus
gemaeckt heeft

Die int v loken sitten die repeteren de lessen die sij te vi uren
ghehoort hebben, ende horen noch dese bouken toe
Erasmi colloquia Ende sij declineren oek haer nomina
Bucclolika Virgilij Ende leren diffiniren ende divideren logicam
Erasmi constructiones Ciceronis epistolas leges sophisticas

Item die int vi loken sitten die horen genera nominum

Item die int vij loken sitten die horen haer praetexta ende supina verborum

Op werkdagen krijgt men les om zes uur ’s ochtends uit onderstaande boeken met de titels:
Plutarchus Grieks[1]   Plautus
                                        Vergilius’ Aeneis[2]
Theocritus Grieks[3]   Cicero’s De Officiis[4]
Brieven van Paulus     discussietechniek

* de leerlingen van klas 3 en 4[5] krijgen les uit deze boekjes, die door Erasmus uit het Grieks vertaald zijn. Ze zijn geschreven door de Griekse schrijver Plutarchus.
* de leerlingen van klas 5 krijgen les uit een boek met de titel Liber Colloquiorum. Dit heeft Erasmus geschreven.
* de leerlingen van klas 6 leren de octo partes rationis[6] en ook ordening maken en definiëren.
* de leerlingen van klas 7 leren de verbuigingen.[7]

Als het zeven uur is worden deze lessen gegeven:
* de leerlingen van klas 3 en 4 krijgen les over een komedie die Plautus heeft geschreven.
* de leerlingen van klas 5 repeteren de lesstof die zij om zes uur hebben gehoord en krijgen bovendien les uit de volgende boeken:
  - Colloquia van Erasmus[8] en zij leren de verbuigingen van de zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden
  - Bucolica van Vergilius[9] en zij leren ordening maken, definiëren en logica
  - Constructiones van Erasmus[10]
  - Brieven van Cicero
  - Leges Sophisticas (onderdeel van de filosofie/logica)
* de leerlingen van klas 6 krijgen les in de geslachten van zelfstandige naamwoorden.
* de leerlingen van klas 7 krijgen grammaticales uit Praeterita et supina verborum[11]

[1] Griekse schrijver uit de 1e eeuw na Chr. schreef populair filosofische werken.
[2] Het epische werk van Vergilius over de tocht van Aeneas die na de verwoesting van Troje door de Grieken een nieuw onderkomen moet zoeken.
[3] Griekse dichter uit de 3e eeuw v. Chr. uit Sicilië die voornamelijk herdersdichten schreef.
[4] Geschreven in de vorm van een brief aan zijn zoon Marcus, waarin Cicero beschrijft hoe een Romein zich dient te gedragen.
[5] Van bovenaf gerekend bij zeven klassen zijn dit klas 5 en 4. Klas 1 en 2, de hoogste klassen, worden in dit schoolprogramma niet genoemd en waren waarschijnlijk niet aanwezig.

[6] Zij oefenen met stijlfiguren en andere onderdelen van de retorica, octo partes: de acht vaste onderdelen van de redevoering.
[7] De rijtjes van de verschillende verbuigingen met regels en uitzonderingen.
[8] Colloquia zijn gesprekken, een vorm waarin je elk onderwerp aan de orde kan stellen.
[9] Herdersdichten waarin Vergilius maatschappelijke thema’s verwerkt.
[10] Waarschijnlijk ook een werk over retorica.
[11] Praetexta et supina verborum: Robert Whittington, 1524, Londen, een grammatica boek waarin verschillende aspecten van het Latijnse werkwoord werden behandeld.