Het glazenboekje heeft als titel Uytlegginge Van de Kostelijke en Konstige Glasen Binnen de voortreffelyke en Wijtvermaerde St. Jans-kerk.

Dit onooglijke boekje is een zeldzaam drukwerkje. Er is maar één exemplaar van bekend dat zich bevindt in het Streekarchief Midden-Holland (Gouda, SAMH, Archiefbibliotheek, 0191. 6694, [olim 502 A 169]).
Het meet slechts 92 x 75 mm en bestaat maar uit één katerntje van 16 pagina’s. Het is gedrukt in Haarlem, bij de weduwe van Jan Geldorp, in de Groote Houtstraat. De weduwe van Jan Gerritsz. Geldorp was daar werkzaam tussen 1695 en 1720. Het ongedateerde boekje zal dus uit deze periode stammen. Enigszins vergelijkbare drukwerkjes verschenen bij haar vooral in het tweede decennium van de 18e eeuw.

Het is onduidelijk of het boekje als afzonderlijke uitgave gecirculeerd heeft of dat het samengebonden zat met andere teksten. Het formaat komt overeen met almanakken uit deze tijd. Het is standaard dat achterin almanakken ook katerntjes gebonden zaten met allerlei wetenswaardigheden, grappen en raadsels, of leuke verhaaltjes. Ik kan me voorstellen dat dit katerntje ook bedoeld was om in een almanak meegebonden te worden.

zede zangenDe inhoud bestaat uit een beschrijving van de Goudse glazen in de St. Janskerk.
Het bijzondere is, dat die beschrijving in liedvorm is. Je kunt haar dus zingen. Aan het begin van de tekst staat, dat het op de ‘Stem’ (= melodie) van Eylaes mijn suchjes zijn om niet gezongen moet worden. Dit was een bekend lied, waarvan - volgens de website van de Nederlandse liederenbank - de melodie op haar beurt teruggaat op die van het Franse lied Courante la Bare. Hiervan is de toonzetting bekend (zie hiernaast).

De melodie is hier te beluisteren.

Opvallende bijkomstigheid is, dat de melodie (dus niet de tekst van het glazengidsje) voor het eerst opgetekend is in een boek met de vrolijke titel De Singende Swaen, van de Goudse pastoor Willem de Swaen, dat in 1655 in Antwerpen gedrukt is. Maar of Willem de Swaen ook de tekst van het gidsje geschreven heeft, is onbekend. Hij is weliswaar in 1673 of 1674 overleden, dus vóór de publicatie van het gidsje, maar de tekst van het gidsje kan natuurlijk eerder gecirculeerd hebben. We kunnen echter de tekst van het gidsje waarschijnlijk toch niet aan De Swaen toeschrijven, dat blijkt wel uit de onbeholpen rijmelarij. Die is De Swaen onwaardig.

Er zijn nog drie bronnen waarin de tekst van het glazengidsje is overgeleverd. Dat zijn allemaal verzamelbundels van allerlei liederen.
1. In de Collectie Nijhoff (een collectie volks- en straatliedjes, daterend uit ca. 1650-1750); hier wordt Joannes van Nuys als auteur van het glazengidsje op de titelpagina genoemd.
2. In een andere (?) druk, uit 1777, ook met de vermelding van Joannes van Nuys als auteur.
3. In een anonieme bundel, De groote nieuwe Hollandsche boots-gezel, gedrukt na 1750.

Wie deze Joannes van Nuys was, is onbekend. De STCN (Short Title Catalogue of the Netherlands) vereenzelvigt hem met een Johannes van Nuys die jurist was. Maar deze woonde in Nijmegen en leefde in de tweede helft van de achttiende eeuw, te laat dus voor ‘ons’ glazengidsje, dat uit ca. 1710-1720 dateert. Opmerkenswaard is ook, dat de naam (Van) Nuys/Nuijs/Nuis helemaal niet in de Goudse genealogische bronnen voorkomt.

1r

0191.6694 1r



Uytlegginge
Van de Kostelijke en Konstige

G L A S E N,

Binnen de voortreffelyke en Wijtver-
maerde St. J A N S – K E R C K.

In de STADT

G O U D A.


[drukkersmerk]
[beeld- en keerzijde van een munt]


By de weduwe van Jan Geldorp, in de
groote Hout-straet.