Franco de Vrije is in 1672 geboren te Moordrecht. Hij bekleedde veel functies in Gouda, de stad waarvan hij een uitgebreide beschrijving opstelde.
In 1680 zou hij naar de Universiteit van Leiden zijn gegaan, waar hij op 7 juli 1689 promoveerde. Hij trouwde in september 1701 in Dordrecht met Helena van Haerlem en overleed op 4 juli 1712 in Gouda.
Vanaf 1692 bekleedde hij diverse officiële functies in Gouda:
- gasthuisvader (1692-1711)
- politiemeester (1699)
- rentmeester van de kerkmeesters (1699-1709)
- lid van de Vroedschap (1699-1712)
- schepen (1700, 1701, 1706, 1711)
- thesaurier-ontvanger (1702-1704)
Voor het historische gedeelte van zijn geschiedenis van Gouda, die hij rond 1700 schreef, heeft hij uit diverse bronnen en archiefstukken geput, waaronder het zogenoemde Memorieboekje van Vereyck. De beschrijving van de stad berust waarschijnlijk grotendeels op eigen waarneming. De uitleg van de Goudse glazen kan echter ook op een geschreven/gedrukte bron teruggaan.
Het handschrift is op zeker moment in bezit gekomen van de latere stadshistoricus C.J. de Lange van Wijngaerden. Via hem kwam het in handen van K.A. Kemper, wiens vrouw was gelieerd aan De Lange van Wijngaerden. In 1873 kwam de collectie Kemper als legaat in het stadsarchief van Gouda terecht. Nu bevindt het zich in het Streekarchief Midden-Holland (Gouda, SAMH, (legaat) Kemper, 0096. 144).
In totaal telt het handschrift 203 folia, doorgaans eenzijdig beschreven. De laatste 20 folia zijn blanco gebleven.
- het handschrift meet 26 cm x 18 cm
- de schrijfspiegel is ca. 20 à 21 cm x 12 à 13 cm
- het aantal regels per pagina varieert sterk
- het bibliografisch formaat is folio (2°)
- de schepranden zijn aan de drie buitenzijden zichtbaar
- het watermerk (fleur de lis) staat centraal op de pagina.
De katernbouw is niet na te gaan omdat het in de 20e eeuw nogal strak is ingebonden. Vermoedelijk heeft het handschrift tot die tijd geen band gehad. Het voorblad is sterk vervuild en verkleurd. De pagina’s zijn enkelzijdig beschreven omdat de papierkwaliteit (al van oorsprong) slecht is. Er is geen regulier schrijfpapier gebruikt. De inkt is daardoor door het papier gedrongen en zichtbaar aan de versozijde van de pagina’s. Daar waar aanvullingen op de tekst op de versozijde van de bladzijden zijn geschreven, zijn die heel moeilijk leesbaar.
De digitale editie van het handschrift is gepubliceerd op de website van het Huygens Instituut, hét onderzoeksinstituut op het gebied van geschiedenis en cultuur. Vrijwilligers van Gouda op Schrift hebben de tekst in het handschrift getranscribeerd en hertaald en vervolgens vastgelegd in de door het Huygens Instituut ontwikkelde online werkomgeving eLaborate.