Handschrift 159 van de Goudse Librijecollectie is bij paleografen en boekhistorici beter bekend als het 'Handschrift van de zeven zusters'.
Het handschrift, met het commentaar op de psalmen van Petrus van Herentals, is in 1454 geschreven door zeven religieuzen van het Margarethaklooster in Gouda. Het opmerkelijke is dat men niet of nauwelijks kan zien waar de ene non ophoudt en de volgende het overneemt. Enkele van deze bij name bekende nonnen hebben nog twee handschriften geschreven: het ene bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag, het andere in de British Library in Londen.
De inhoud van het handschrift is misschien niet zo interessant, maar de dramatische belevenissen van het boek des te meer. Tijdens de tachtigjarige oorlog en de overgang van de stad naar de Prins van Oranje in 1572 is het Margarethaklooster geplunderd en verbrand. Van het klooster zelf is niets overgebleven. De bouwval werd gesloopt. De plaats waar het klooster heeft gestaan werd aangeduid als het Verbrande Erf. De nonnen uit het klooster vonden elders huisvesting en werden door de stad onderhouden. Van de boeken uit de bibliotheek heeft alleen dit boek het overleefd omdat het was uitgeleend.
Het boek bevindt zich in het Streekarchief Midden-Holland (SAMH, Librije, 0190. 8363, [olim 2316 D 1]). Op de plek van het Margarethaklooster werd later een weeshuis gebouwd. Tot voor kort waren daar de bibliotheek en het streekarchief gehuisvest.