boek-MarcoPolo
De proloog van het boek van Leeu over Marco Polo

Gheraert Leeu is van groot belang voor de boekgeschiedenis. Opmerkelijk is dat Leeu veel Nederlandstalige werken drukt voor een niet-geleerd burgerpubliek.

Hij is daarin de eerste. Hij heeft een goede neus voor de markt en voelt aan waar de mensen behoefte aan hebben. De teksten die Leeu kiest slaan aan bij het grotere publiek. Veel van het Nederlandstalige fonds van Leeu kan worden betiteld als devote literatuur.

Ook in de presentatie van zijn drukwerk is Leeu vernieuwend. Tot Leeu lijkt het gedrukte boek zoveel mogelijk op een handgeschreven boek. Dat is de norm, zó hoort een boek eruit te zien, zó is men het gewend. Het liefst moet het gedrukte boek op een luxe handgeschreven boek lijken.

Met de tekstletter houden drukkers daar vanaf het begin rekening mee. Zij gebruiken eenzelfde lettertype als in luxe handschriften. Leeu komt regelmatig in Italië en neemt lettertypes mee naar huis met een Italiaans uiterlijk. Vermoedelijk zijn ze in de ogen van Leeu beter leesbaar dan de in Nederland gebruikte lettertypes.

Afbeeldingen in het zetsel
Ook in het gebruik van afbeeldingen is Leeu vernieuwend. Bij andere drukkerijen is wel geëxperimenteerd met het invoegen van losse, geschilderde of gedrukte afbeeldingen. Leeu is echter de eerste die de afbeeldingen in de tekst integreert. Hij laat houtsneden maken bij een Goudse beeldhouwer/houtsnijder, die hij in het zetsel kan vastzetten. Zo kan hij de tekst en de afbeeldingen in één keer drukken. Dit blijkt een succesvolle methode, die overal in Europa navolging krijgt. Vanaf het begin zijn deze houtsneden een gewild ruilmiddel onder drukkers. We zien dan ook houtsneden die Leeu gebruikt heeft, opduiken bij drukkers in onder meer Haarlem, Delft en Zwolle.

Titelpagina
Echt nieuw is het ontstaan van de titelpagina. Leeu levert ook daarin een belangrijke bijdrage. Een titelpagina (een aparte bladzijde voorin het boek met daarop alleen de titel van het boek, eventueel met gegevens van de uitgever) bestond niet in handgeschreven boeken. Ook niet in de eerste gedrukte boeken. In de ontwikkeling van het gedrukte boek zien we dat de tekst aanvankelijk, net als een handgeschreven boek, meteen op de eerste bladzij begint. Later begint men te drukken op de tweede bladzijde, zodat de eerste, onbedrukte pagina het boekblok beschermt. Omdat nu niet meer is te zien welke tekst er in het boek staat, wordt de titel op die lege bladzijde gedrukt: de titelpagina is ontstaan. Het is heel opmerkelijk dat het alweer Gheraert Leeu is die deze ontwikkeling voor het eerst laat zien.