Govaert van Ghemen
Van Ghemen werkte eerst in Gouda (ca.1486-1488) en vertrok toen naar Denemarken. Net als Leeu liet Govert van Ghemen houtsneden maken, echter op veel bescheidener schaal. Zo liet hij twee mooie houtsneden vervaardigen voor het gedrukte gedicht Komst van keizer Frederyck te Trier. Op grond van de verwantschap van deze houtsneden met de houtsneden in Die jeeste van Julius Caesar, wordt wel aangenomen dat ook dit werkje circa 1486 werd gedrukt door Govert Van Ghemen. In 1000 jaar Gouda worden deze beide werkjes, die bedoeld waren als propagandamateriaal, bestempeld als ’politiek tendentieus’
In Denemarken was Govert van Ghemen de eerste drukker. Hij werkte in Kopenhagen. Vanaf dat moment wordt zijn spoor wat vager. Er zijn bronnen die melden dat hij in twee perioden 1493-1495 en 1505-1510 in Kopenhagen zowel Deense als Nederduitse boeken drukte. In de tussengelegen 10 jaren zou hij volgens diezelfde bronnen in Deventer verblijven, maar daar is verder nergens meer iets over te vinden.
Uit een Duitse publicatie komt een andere tijdlijn naar boven. Hij zou inderdaad van 1486-1488 een drukkerij hebben gehad in Gouda. De inboedel daarvan deed hij over aan Godfried van Os. Volgens deze bron werkte hij in het vervolg als ’Wanderdrucker’. Hij verbleef maar vrij kort In Kopenhagen (14??-1495). In Leiden zou hij daarentegen een veel langere tijd (1495-1510) als drukker werkzaam zijn geweest.
Er zijn bronnen die suggereren dat de Goudse drukkers Govert van Ghemen en Godfried van Os, één en dezelfde persoon zouden zijn. Volgens anderen lijkt dat maar zo, omdat Van Os na het vertrek van Van Ghemen, diens gereedschap en materialen heeft overgenomen. Daardoor vertoonde het drukwerk van beide drukkers veel gelijkenis. Een andere bron weet te melden dat Govert van Ghemen zich later Godfried van Ghemen noemde.
Literatuur:
- Richard Beadle, New science out of old books (Scolar Press 1995) p.347
- Bert Besamusca en Jaap Tigelaar, Karolus Rex: studies over de middeleeuwse verhaaltraditie rond Karel de Grote (Verloren 2005), p.208
- August Heinrich Hoffman von Fallersleben (ed.), Lansloot ende die scone Sandrijn. Renout van Montalbaen. Horae Belgica 5 (Bratislava 1837) 1-44, p.1
- Jan Willem Klein, ’Ghescreven ofte gheprent. Aspecten van de (Goudse) middeleeuwse boekproductie’ in: H. Pleij, J. Reynaert (ed.), Geschreven en gedrukt. Boekproductie in de overgang van de middeleeuwen naar de moderne tijd (Academia Press 2004) 67-84.
- Ursula Rautenberg: Die Entstehung in: Archiv für Geschichte des Buchwesens Band 62 (München 2008)
- ’Meer dan glazen alleen’ in: 1000 jaar Gouda (Hilversum 2002) 215-274, p. 225 en 243.
Lantsloet en Sandrijn
Lantsloet, de vorst van Denemarken, is verliefd op de mooie Sandrijn. Maar omdat zij van lage adel is, vindt Lantsloets moeder haar niet goed genoeg voor haar zoon.