In vroeger tijden had men een rijke fantasie als het ging om dieren. Zonder foto's om de juistheid te controleren, ging men zowel met verhalen als met tekeningen helemaal los.
Anno 1656, in februarije wiert van geloofweerdige Personen uijt Noorwege geadviseert, dat vijt een binne meer, sigh verthoondt hadde een grouwelijcke worm, ontrend drij mast boomen langhte, ende dicker als een mastboom, hebbende naer het lijff, een overgroot hoofd, sigh te lande begeven hebbende, gaf een overgroot geschreuw, ende croop in groote furie voort, mede neemende, en verscheurende alles daar hij quam, tot groote boomen toe, die hij met den wortel vijt der aarde vrongh, ende door land voorts passerende, was eijndelijck Aen de Noordzee gecoomen, daart sigh in begeven, ende vijt des menschen gesight geraakt is.
Paulus Doncker - 17e eeuw
Stadsgeschiedenis p.98r
Anno 1656 in de maand februari werd door geloofwaardige lieden uit Noorwegen meegedeeld dat uit een binnenmeer een gruwelijke worm tevoorschijn was gekomen die ongeveer drie scheepsmasten lang was, dikker dan een scheepsmast en met een buitensporig grote kop op zijn lijf. Nadat hij op het land was gekropen gaf hij een geweldige schreeuw en kroop verwoed verder, waarbij hij alles wat hij tegenkwam meenam en verscheurde. Tot grote bomen aan toe, die hij met wortel en al uit de aarde wrikte. Zo voortgaande over het land bereikte hij eindelijk de Noordzee. Hij is daar ingegaan en uit het zicht verdwenen.
Deze plaatjes van zeemonsters komen uit Der Naturen Bloeme dat Jacob van Maerlant rond 1270 opdroeg aan Nicolaas van Cats, de eerste heer van Gouda. In 1272 werd hij benoemd door Floris V. Op deze website vind je nog meer plaatjes van vreemde zeedieren. Ze staan in Twispraec der creaturen van Gheraert Leeu uit 1481.