Vanwege de houten huizen waren er vroeger vaak stadsbranden. Gouda bleef daarvan niet gespaard. Paulus Doncker schreef over de tweede grote stadsbrand, in 1438.
Jn den Jaare onses Heeren 1438 den 25en Augustij, op St. Lodowijcxdagh, verbrande de stadt vander Goude, door ongeluckige, en deerlijcken brandt, soo datter niet meer dan vijff huijsen bleeven staan, waar van men drije met heure oude gevels, Alsnogh op de haeven siet staan, ...
Paulus Doncker - 17e eeuw
Stadsgeschiedenis, p.8r
In het jaar onzes Heren 1438, op de 25e augustus, de dag van Sint Lodewijk, brandde de stad Gouda af. Door de ongelukkige en jammerlijke brand bleven niet meer dan vijf huizen gespaard. Drie daarvan kan men met hun oude gevels nog bij de Haven zien staan.
Er zijn geen plaatjes van die Goudse brand. We willen je toch een indruk geven met een vroege Zwolse stadsbrand (bij de intro) en deze uitsnede uit een schilderij van Jeroen Bosch (1450-1516): De temptaties (verleidingen) van de H. Antonius.
De eerste grote Goudse stadsbrand was in 1361. Tijdens de tweede in 1438, die hierboven wordt beschreven, woonden er volgens een ruwe schatting ruim 5000 mensen in de stad. Vanaf het begin van de 15e eeuw kwamen veel stadsbesturen met regels om branden te voorkomen. Zo moest ieder huis een emmer en een ladder hebben en werd het bouwen in steen aangemoedigd. Op den duur mocht men zelfs helemaal niet meer binnen de stadsmuur met hout bouwen.