61r
Vergadering van de heeren
scholarchen gehouden den
3 September 1737 praesent
de heeren De Moor, en Van den
Kerkhoven
[[1]] Is gecompareert Otto Arntzenius als aenge-
stelde Rector der Latijnsche scholen bin-
nen deese stad, aen de welke de Conditien der
Beroepinge aen het eijnde deses geinsereert,
zijn voorgelesen, en heeft hij deselve geaccepteert,
en aengenomen sig punctuelijk daer nae te
sullen gedraegen, en de voorszegde Conditien bij
de heeren Burgermeesteren geapprobeert
zijnde op sijn overkomste met sijn onderteeke-
ning te bekragtigen
Conditien gemaekt
met Otto Arntzenius J.U.D.
beroepen tot Rector in de
Latijnsche scholen deser
Stad in plaetse van Arnol-
dus Henricus Westerhovius
overleden.
[[2]] Den nieuwen Rector sal genieten een
Tractement van ses hondert en vijftigh
[1] [acceptatie van
Otto Arntzenius
wegens het beroep] in de marge
[2] [Contract Otto
Arntzenius] in de marge
hertaling
61v
gulden, te betaelen bij den Heer Thesaurier
alle drie maenden een geregt vierde part,
nog hondert gulden Jaerlijks van de heeren
Fabrijkmeesteren in plaetse van Turff
en hout, dat voorgaende Rectores genooten
hebben, en nog twee hondert gulden te
betaelen bij den Rentmeester der voorszegde
scholen uijt de middelen en inkomsten
van de scholarchie, en eijndelijk nog Tien
gulden van de heeren Fabrijkmeesteren,
waer voor hij gehouden zal zijn het woon-
huijs, het geene hij voor niet sal bewoonen,
als sijne voorsaten, mitsgaders de schoolen
glasdigt te houden, gelijk de selve aen hem
in dier voegen overgegeven sullen worden, en
sal hij ook ten uijt eijnde van sijnen dienst
oft vertrek de selve in die staet wederom
aen de stad moeten overleveren; uijtmae-
kende dus te saemen een somma van
negenhondert en sestig gulden. En sal
het voorszegde Tractement ingang neemen
met den eersten September deses Jaers:
daer en boven sal hij nog genieten het
Minerval van sijne oft hoogste schoole.
Den voornoemde Rector sal daer en tegen wel
speciael verpligt zijn aen de heeren scho-
hertaling
62r
larchen solemneel te belooven, en sig verbin-
den, gelijk hij sig vebind bij desen tot het hou-
den van kostkinderen. Voorts sal hij sigh
moeten reguleren na de ordres en Reglemen-
ten op de schoolen reets gemaekt oft nogh
te maeken, en ook verders alles verrigten,
het geen een goed Rector schuldig is en
behoort te doen; En koomende binnen de
seven eerste jaeren door een ander oft hooger
Emploij te vertrekken, sal den selven ver-
goeden de onkosten op het Transport van
sijn Familie en goederen gevallen.
Ende dit alles op nader approbatie en
aggreatie van de heeren Burgemeesteren.
Otto Arntzenius
Extract uijt het
Camerboek der stad Gouda
[[1]] Is ter vergaderingh geleesen seeker Contract
aengegaen tusschen de Heeren Curateuren
van de Latijnsche schoolen deeser stad, ende
Otto Arntzenius J.U.D. en conrector
t'Uijtrecht, aengestelt tot Rector in
plaetse van Arnoldus Henricus Westerho-
[1] [approbatie van
het voorszegde contract] in de marge
hertaling
62v
Vius, overleden gelijk het selve geregistreert
is in het XI Stads register folio 118 waer
op gedelibereert zijnde, is goed gevonden ende
verstaen 't voorszegde Contract te approberen
en te ratificeren, gelijk het selve geappro-
beert ende geratificeert werd bij desen.
den 9 September 1737 Bij de Heeren Bur-
germeesteren.
Extract uijt 't Camerboeck der
stad Gouda
[[1]] De heeren scholarchen hebben ter Camer
kennisse gegeven dat Adam Servatius
Metzedelaer Conrector inde Latijnse schoolen
alhier sijn demissie versogt heeft en vercregen
als beroepen sijnde tot preceptor inde
Latijnse schoolen tot Utrecht, waer op gedeli-
bereerd wesende, is na voor gaende deliberatie
goed gevonden ende verstaen de meer gemelte
heeren scholarchen te bedancken voor haer
gegevene Communicatie en verders te
authoriseren omme een bequaem persoon tot
bekleeding van het bovengemelte Conrectoraet
te despicieren, en met deselve te Contracteren
op approbatie vanden heeren Burgermeesteren
actum bij de heeren Burgermeesteren den 21
October 1737
Vergaderingh van de heeren
scholarchen gehouden den 26
November 1737. Present de
heeren De Moor, Groenendijck
en Van den Kerckhoven
[[2]] Ingevolge van de Authorisatie van de heeren
Burgermeesteren In dato den 21 October 1737
Is goet gevonden en verstaen op approbatie
van de heeren Burgermeesteren aen te stellen, en te
[1] [Authorisatie tot
het beroepen van
een ander conrector
Jn plaetse van
Adam Servatius
Metzedelaer
die sijn demissie
heeft versogt] in de marge
[2] [Jan Groenevelt
aengestelt tot
Conrector] in de marge
hertaling
63r
beroepen tot Conrector Inde Latijnse scholen Jan
Groenevelt [[1]] In plaetse van Adam Servatius
Metzedelaer die sijn demissie hadde versocht en
Vercreghen, en dat op het Tractement daer toe
staende
[[2]] aengekogt twee distincte Obligatien ten Lasten
vant gemeeneland van holland ende Westvriesland
t en Comptoire der Stad Gouda als
Een van duijsent gulden Capitael staende ten name
van Weijntie Hooijmajer van dato den 15 april
1701 folio 57 verso boven aen 28 geaggreert
den 26 april 1701 nummer 1555 registrata folio 171
nog een dito van Eenduijsent gulden Capitael, staende ten
name vande voornoemde Weijntie Hooijmaijer
mede van dato den 15 april 1701, folio 57 verso
boven aen 29 geaggreert den 26 april 1701
nummer 1556 registrata folio 171
Extract uijt het Camerboeck der Stad
Gouda
[[3]] De heeren scholarchen hebben ter Camer Kennisse
gegeven dat haer Edele Ingevolge van authorisatie
in dato den 21 October laatsleden op approbatie
van de heeren Burgermeesteren hadden beroepen
den Persoon van Jan Groeneveld Jegenwoordig
preceptor inde tweede schoole, tot conrector
In deselve Latijnse schoolen binnen dese stad,
In plaetse van Adam Servatius Metsedelaer
die sijn demissie heeft vercregen, waer op gedeli-
bereert wesende is goet gevonden ende verstaen
de voorszegde beroepinge te approberen, gelijck
geapprobeert werd bij desen,
actum bij de heeren Burgermeesteren den 5e
december 1737
Extract uijt het Camerboeck der
Stad Gouda
[[4]] Is na voorgaende deliberatie goed gevonden
ende verstaen de heeren scholarchen te
authoriseren om na een bequaem persoon
[1] [Jegenwoordig
preceptor in de
tweede schoole
alhier] in de marge
[2] [aencoop van twee
obligatien jder
van 1000 gulden Capitael] in de marge
[3] [approbatie
van het voorszegde
beroep] in de marge
[4] [authorisatie tot
het beroep van
een preceptor
vande 2e schole] in de marge
hertaling
63v
tot Preceptor inde tweede schoole om te sien
en deselve vercregen hebbende, daer van
Kennisse te geven aen de heeren Burger-
meesteren om te werden geapprobeert
actum bij de heeren Burgermeesteren den 7e
december 1737
Vergadering van de heeren
scholarchen gehouden den 9e
December 1737 present
de heeren de Moor, Van
Groenendijck en Van der
Kerckhoven.
[[1]] Is na gehouden deliberatie geresolveert
dat aende Rector Arntzenius sal werden
toegevoegt een Somma van Eenhondert
entwintig guldens tot voldoeninge van de
oncosten, gevallen op het Transport van
syn familie en meubilen van Utrecht
na dese Stad, daer toe ordonnantie
op den Rentmeester sal werden gedepeschieert.
[[2]] Is mede goed gevonden en verstaen op
gelijcke ordonnantie aen denselven
Rector te betalen een Somme van
vijftich gulden voor het waernemen
vande Conrectors schoole t Sedert het vertreck
van den vorigen Conrector A. S. Metzelaer
[[3]] Is nog na gehouden deliberatie goetgevonden
en verstaen dat het Tractement vande
Conrector Jan Groenevelt syn Ingang
sal nemen op den 15 december 1737
[[4]] Ingevolge vande authorisatie van de heeren
Burgermeesteren In dato den 7 December 1737
Is goetgevonden en verstaen op approbatie
van de heeren Burgermeesteren aen te stellen en
te beroepen tot praeceptor Inde tweede
schoole in plaetse van Jan Groenevelt
bevorens tot Conrector Inde Latijnse
schoole alhier gepromoveert, den persoon
[1] [aenden rector Otto
Arntzenius
toegevoegt voor
de oncosten, gevallen
opt Transport van
sijn familie en
meubielen van
Utregt na dese
Stad 120 gulden] in de marge
[2] [Aende selven Rector
gegeven 50 gulden
voor het waernemen
vande Conrectors schole
t sedert het vertreck
van A.S. Metze-
delaer] in de marge
[3] [het Tractement
vande aengestelden
Conrector Jan
Groenevelt sal
zijn Ingang nemen
den 15 december
1737] in de marge
[4] [Willem hendrick van Rhede
aengestelt tot
Preceptor vande
2 schole en sal
zyn Tractement
Ingaen den 10
December 1737] in de marge
hertaling
64r
van Willem hendrick van Rheede Jegenwoor-
digh preceptor inde Laagste schoole
en sijn Tractement sal Jngaen met den dag
vande approbatie der heeren Burgermeesteren
van dese Zijne aenstellinge
Extract uijt t Camerboeck der
Stad Gouda
[[1]] De heeren scholarchen hebben ter Camer kennisse
gegeven dat haer Edelen Jngevolge vande autho-
risatie Indato den 7 december Laastleden,
op approbatie vande heeren Burgemeesteren
hadden beroepen Willem Hendrick van Rheede
Jegenwoordig Preceptor inde Laagste
schole tot preceptor inde tweede schoole
in plaetse van Jan Groenevelt, die tot
Conrector inde Latijnse schole alhier is
Aengestelt,
waer op gedelibereert wesende is goedgevonden
ende verstaen de voorszegde beroepinge te
approberen gelijk geapprobeert werd bij dese
actum bijde heeren Burgemeesteren den 10
December 1737
Extract uijt t Camerboeck der
Stad Gouda
[[2]] Is na voorgaende deliberatie goedgevonden
ende verstaen de heeren scholarchen te authoriseren
om na een bequaem persoon tot Preceptor
inde Laagste schoole om te sien en deselve
vercregen hebbende, daer van kennisse
te geven aenden heeren Burgemeesteren
om te werden geapprobeert.
actum bij de heeren Burgermeesteren
den 10 december 1737
Vergadering van de heeren scholarchen
gehouden den 27 december 1737
present de heeren de Moor, van
Groenendijck en vanden Kerckhoven
[[3]] Ingevolge vande authorisatie vande heeren
Burgermeesteren in dato den 10 December 1737. Js
goet gevonden ende verstaen op approbatie van de
[1] [approbatie van
Willem hendrick
van Rheede tot
preceptor vande
2 schoole] in de marge
[2] [authorisatie tot
het beroepen van
een ander precep-
tor inde laegste
schoole] in de marge
[3] [Jacob Houfnagel
aengestelt tot
preceptor jnde
eerste of laagste
schoole] in de marge
hertaling
64v
heeren Burgermeesteren aente stellen en te beroepen
tot praeceptor inde eerste of Laagste schoole
de pesoon Van Jacob Houfnagel tegenwoor-
dich praeceptor inde eerste schoole te Campen
en sal vande beroepinge aenden voorszegde Jacob
Houfnagel bij missive kennisse gegeven
Werden, door den Rentmeester der scholarchie
Extract uijt 't Camerboeck der
Stad Gouda
[[1]] De heeren scholarchen hebben ter Camere kennisse
gegeven, dat haer Edele agtbare Jngevolge de
authorisatie vande heeren Burgemeesteren
in dato den 10 December Laestleden op der
zelver approbatie hadde beroepen den persoon
van Jacob houfnagel preceptor in het eerste
school te Campen, tot Preceptor inde laegste
Latijnse scholen alhier in plaetse van hendrick
van Rheede aengesteld tot Preceptor vande
tweede Latijnsche schoole.
Waer op gedelibereert wesende. Js goetgevonden
ende verstaen de voorszegde beroepinge te appro-
beren, gelijck deselve geapprobeert werd bij dese,
Actum bij de heeren Burgemeesteren den 28 December
1737
Mijn heer
[[2]] De heeren scholarchen van de Latijnse schoole
alhier hebben nae voorgaende deliberatie
goed gevonden u Edele aen te stellen en te beroepen
tot praeceptor In haer eerste of Laagste
schoole op een Tractement van vierhondert
guldens s jaers welck voorszegde beroep oock
bij de heeren Burgermeesteren is geapprobeert,
Soo hebben gemelte heeren scholarchen
mij gelast u Edele daer van by desen Kennisse
te geven, met versoeck dat u Edele gelieve
voor het eijndigen vande vacantie dat wesen
zal maendag den 13 January aenstaende
[1] [approbatie van
het voorszegde beroep] in de marge
[2] [Missive wegens
het voorszegde beroep] in de marge
hertaling
65r
of eerder In persoon over te comen, omme deselve
bedieninge aente vaerden waer op u Edele
rescriptie ten eersten sal te gemoet sien en
blijve.
Mijn heer
[[1]] UEdele Dienstwilligen Dienaer
De Superscriptie was
Mijn heer
Mijnheer Jacob Houfnagel Praeceptor
inde Latijnse schoole tot Campen
Vergadering vande heeren scholarchen
gehouden den 15 februarij 1738
present alle de heeren scholarchen
demtis[2] de heer Van Groenendijck
[[3]] Is na voorgaende deliberatie goetgevonden en
verstaen, dat in de Latijnsche schoolen alhier
kaggels sullen werden versogt om des winters
te dienen tot gemack van de Discipulen de voorszegde
schoolen frequenterende. Jn plaets vande stooven
die sy op haer eijgen costen altoos jn de schoolen
hebben gebragt, en dat ider discipul tot
supplement vande costen tot aencoop vande Turf
In de voorszegde kaggels gebruijckt werdende,
alle drie maenden sal moeten contribueren tien
stuivers. Sullende 'tselve Ingang nemen met den 15e
february 1738 en werden den Rector, Conrector
en de andere praeceptoren gelast en geordon-
neert, van ider van hare discipulen In haer
school zijnde, de voorszegde tien stuijvers, alle drie
maenden te vorderen ende ontfangen en deselve
aenden Rentmeester vande voorszegde schoolen te voldoen
en betalen, omme die weder bij hem verantwoort
te werden daer en soo het behoort,
[1] [Gouda den 30
December 1737] in de marge
[2] [demtis] lees [deemptis]
[3] [De Discipulen de Latijn-
sche schoole frequen-
terende alle drie
maenden ider te
contribueren 10 stuivers
tot supplement vande
costen tot aencoop
van Turf, Jn plaets
vande stooven die sij
op haer eygen costen
altoos Jnde schoolen
hebben gebragt,
om Jnde Kaggels
des winters te
gebruijcken.] in de marge
hertaling
65v
Vergadering vande heeren scholarchen
gehouden den 6 Junij 1739. Present
de heeren Van den Kerckhoven,
en de moor van Immerzeel
[[1]] Is gehoort opgenomen en geslooten de reeckeninge
vanden Jare 1737.
[[2]] Is gehoort opgenomen en geslooten de reeckeninge
vanden Jare 1738.
[[3]] Is na voorgaende deliberatie goedgevonden
en verstaen dat aen Jacob houfnagel
praeceptor vande Laegste schoole sal
werden toegevoegt een Somme van vijftig
Gulden, tot voldoeninge vande oncosten
bij hem gedaen int reijsen van Campen na dese
Stad, soo voor zijn persoon en goederen als
Boecken, Zonder dat het Zelve in toecomende
in consequentie Zal werden getrocken, en sal
hier van ordonnantie opden Rentmeester werden
gedepescheert,
[[4]] Is mede goetgevonden aen Leendert de Bijl
toe te voegen een somme van twaelf gulden Jaerlijcks
waer voor hij gehouden zal zijn des Winters
de Kaggels te stoocken In de Latijnsche
schoolen, ten dienste vande Discipulen
de voorszegde schoolen frequenterende welcke
voorszegde somme hij vanden Rentmeester
op quitantie zal konnen ontfangen.
[1] [Rekening 1737] in de marge
[2] [Rekening 1738] in de marge
[3] [Aen Jacob houfnagel
toegevoegt voor de
oncosten bij hem
gedaen Int reijsen
van Campen na
dese Stad 50 gulden.] in de marge
[4] [Leendert de Bijl
toegevoegt 12 gulden
voor dat hij des
winters de kaggels
in de Latijnsche
schoolen sal stooken] in de marge
hertaling
66r
Corten staet van de Incompsten
vande scholasterye opgestelt
In julij 1740
Wert ontfangen vande pagt vanden
Turftonnen jaerlijcks 300
nog van Rantsoen vande selve
pagt sijnde een stuijver vande gulden 15
Is gecollecteert vande runne tonne 40:8
huijshuijr van het huijs bijt school 40
Een Rentbrief van 500 gulden Capitael
ten Laste van Wouter hogenhoeck
staende op zijn huijs int Clooster
dus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 500 20
Rentebrieven en obligatien
opt Gemeenelants Comptoir
tot Gouda
[in de marge: folio 7450]
Een Rentebrief ten laste en Comptoire
alsvoren van 750 gulden capitael opde naem
vande scholasterije der voorszegde Stad
gedateert 4 Julij 1667 dus . . . . . . . . . . 750 30
[in de marge: folio 1839]
Een dito ten Laste en Comptoire
alsvoren van 1100 gulden capitael
opde naem vande voogden van de
nagelaten wesen van Jan Rasen
gedateert 12 Januarij 1610 dus . . . . . 1100 44
[in de marge: folio 6198]
Een dito ten Laste en comptoire
alsvoren van 600 gulden capitael
opde naem van Annitgen chris
tiaens en stijntie Jans
gedateert 15 Julij 1651 dus . . . . . . . . . 600 24
[in de marge: folio 3684]
Een dito ten Laste en Comptoire
alsvoren van 1200 gulden capitael
opde naem van Jacob Ploenen tot
Oudewater gedateert 15 Januarij
637 dus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1200 48
[in de marge: folio 3170]
Een dito ten Laste en Comptoire
alsvoren van 1600 gulden capitael
opde naem van Willem Pietersz
Trompert gedateert den 8 maert
1633 dus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1600 64
---------------------------
5750 625:8
hertaling
66v
Comt vande andere Zijde 625:8
5750
[in de marge: folio 5521]
Een dito ten Laste en Comptoire
alsvoren van 1400 gulden capitael
opde naem van Gerrit Jansz
Bonsert, gedateert 10 Maert
1645 dus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1400 56
[in de marge: folio 6314]
Een dito ten Laste en comptoire
alsvoren van 600 gulden capitael opde
naem van dirckgen arents
gedateert den 12 maert 1653 dus 600 24
[in de marge: folio 4965]
Een dito ten Laste en comptoire
alsvoren van 600 gulden capitael
opde naem van Jan Teunisz
gedateert 23 September 1642 dus 600 24
[in de marge: folio 6940]
Een dito ten Laste en Comptoire
alsvoren van 2140 gulden Capitael opde
naem vande Testamentaire voogt
van Maria Sloos gedateert den
25 april 1661 dus . . . . . . . . . . . . . . . . 2140 85:12
[in de marge: folio 7243]
Een dito ten Laste en Comptoire
alsvoren van 1000 gulden Capitael opde
naem vande voogden van de Wees-
kinderen vant huijs vande Spelt
gedateert 1 meij 1665 dus . . . . . . . . . 1000 40
[in de marge: folio 4169 A]
Een dito ten laste en Comptoire
alsvoren van 800 gulden capitael opde
naem van arien Woutersz van
Wijck gedateert 4 meij 1639 dus . . . . . 800 32
[in de marge: folio 3425]
Een dito ten Laste en Comptoire
alsvoren van 1600 gulden Capitael
opde naem van Willem Pieters van
Muijlwijck gedateert 17 meij 1645 dus 1600 64
[in de marge: folio 3426]
Een dito ten Laste en Comptoire
alsvoren op de 500 gulden capitael
opde naem van Wilhelmus Sluijter
gedateert 23 meij 1635 dus . . . . . . . . . 500 20
[in de marge: folio 4706 A]
Een dito ten Laste en Comptoire alsvoren
van 700 gulden capitael opde naem van
Maria Aerts gedateert 24 meij 1641 700 28
[in de marge: folio 3427]
Een dito ten laste en comptoire als
voren van 1300 gulden capitael opde naem
van Simon Jacobs gedateert den
laetsten meij 1635 dus . . . . . . . . . . . . 1300 52
---------------------------
16390 1051
hertaling
67r
Comt van de andere Zyde 1051
f 16390
[in de marge: folio 4179]
Een dito ten Laste en
comptoire alsvoren van
800 gulden Capitael op de naem van
Alijd Bouwensz van Hijse-
lendoorn gedateert den
10 Junij 1639 dus 800 32
[in de marge: folio 6320 B]
Een dito ten Laste en comptoire
alsvoren van 1168 Capitael
op de naem van Cornelis gysbertsz
Schuijt, gedateert 12 december
1653 dus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1168 46:14
[in de marge: folio 5708]
Een dito ten Laste en Comptoire
alsvoren van 1000 gulden Capitael
op de naem van Willem Woutersz
de Veth gedateert 18 Junij 1646 . . . . . 1000 40
[in de marge: folio 6401 verso]
Een dito ten Laste en comptoire
alsvoren van 800 gulden Capitael
op de naem van Meester Hieronimus
van Beverning gedateert den
28 December 1654 dus . . . . . . . . . . . . . 800 32
[in de marge: folio 41]
Een obligatie ten Laste en Comp
toire alsvoren van 1000 gulden
Capitael op de naem van de scholasterye
der stadt gouda gedateert den
16 maert 1701 dus . . . . . . . . . . . . . . . . 1000 40
[in de marge: folio 60 verso]
Een dito ten Laste Comptoire
en name alsvoren gedateert
1 augustus 1706 dus . . . . . . . . . . . . . . 1000 40
[in de marge: folio 84 verso]
Een dito ten Laste en Ccomptoire en name
alsvoren van 1000 gulden Capitael
gedateert den 1 september
1709 dus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1000 40
[in de marge: folio 6]
Een dito ten Laste en comptoire
alsvoren van 400 gulden Capitael
op de naem van Ninge Jaspers
gedateert 4 maert 1643 dus . . . . . . . . . . 400 16
[in de marge: folio 17]
Een dito ten Laste en Comptoire
alsvoren van 636:14 op de
naem van Meester Johan Doncker
gedateert 5 november 1672 dus 636:14 25:9
-------------------------------
24194:14 f 1363:3
hertaling
67v
vande andere Zyde 1363:3
f 24194:14
[in de marge: folio 57 verso]
Een obligatie van 1000 gulden Capitael
ten Laste en Comptoire
alsvoren van 1000 gulden
Capitael opde naem van Wytie
Hoijmaijer. gedateert
den 15 mey april 1701
dus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1000 40
[in de marge: folio 57 verso]
Een dito van 1000 gulden Capitael
ten laste, Comptoire name
en gedateert alsvoren dus 1000 40
Opt gemeenelants Comptoir
tot amsterdam opt
thesaurie extraordinaris
[[1]] Een Losrentebrief ten laste en
Comptoire alsvoren van
1760 gulden Capitael opde naem
van Claes Simonsz van
heemskerck gedateert den 8 augustus
1608 dus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1760 70:8
Opt Comptoire generael
van Holland
[[2]] Een obligatie ten Laste en Comp-
toire alsvoren, van 1000 gulden
Capitael, opde naem vande scholarchie
der Stad gouda gedateert
13 Juny 1735 dus . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1000 40
-------------------------------
Capitael f 28954:14 f 1553:11
Vergadering gehouden bij de heeren
scholarchen den 29 Julij 1741
present de heeren Van Kerkhoven,
De moor van Jmmerzeel en
Van Groenendijck
[[3]] Sijn gehoort opgenomen en geslooten de reekeningen
vanden Jaren 1739 en 1740.
De heer dr. Gualterus de Moor van Jmmerzeel
heeft ter vergadering geexhibeert de acte
[1] [folio 1088
numero 6
Folio 45] in de marge
[2] [folio 4839 verso
numero 3
numero 45791
registrata folio 2515] in de marge
[3] [Rekening 1739
en
1740] in de marge
hertaling
68r
van authorisatie vande heeren Burgermeesteren
deser Stad, om een ander bequaem persoon te
despicieren tot Rector vande Latijnsche schoole
alhier, In plaets van mr. Otto Arentzenius
beroepen als Rector na delft.
Extract uijt het Camerboeck
der Stad Gouda
[[1]] Den heer Dr. Gualterus de Moor van Jmmerzeel
heeft uijt namen vande heeren Curateuren en
scholarchen ter Camere gecommuniceert, dat
mr. Otto Arntzenius Rector inde Latijnsche
schoolen binnen dese Stad, aen haer Edele Lieden hadden
Kennisse gegeven dat hij tot Rector inde
Latijnse schoolen tot delft beroepen is,
en om die reden versogt hadde sijn dimissie,
waer op gedelibireert wesende, is goetgevonden
en verstaen gemelte heeren te bedancken
voor haer gegeven Communicatie, ende
werden gemelte heeren geauthoriseert, een
ander bequaem persoon te dispicieren, en daer
mede te Contracteren, soo als ten meesten
diensten vande schoolen sullen, oordeelen te behooren
op approbatie van heeren Burgermeesteren.
Actum bij de heeren Burgermeesteren den 23
Julij 1741
[[2]] Ingevolge van de bovenstaende authorisatie
van de heeren Burgermeesteren hebben de heeren
Curateuren en scholarchen in de plaetse van
bovengemelten Mr. Otto Arntzenius na delft
tot Rector van dese schoolen aengestelt
gelijck desleve aenstellen bij desen
Abraham Du Rij rector der Latijnsche
schoolen tot Gornichem waer van hem
Kennisse zal werden gegeven bij missive
Luijdende als volgt
Mijn heer
[[3]] de heeren scholarchen over de Latijnsche schoolen
[1] [authorisatie tot
het aenstellen van
een ander Rector
in plaets van
Otto Arntzenius
beroepen tot delft] in de marge
[2] [Abraham Durij
aengestelt tot
Rector] in de marge
[3] [missive wegens
t selve beroep] in de marge
hertaling
68v
deser Stad, met den anderen gedelibereert hebbende
op de Suppletie, van het vacerende rectorraet
hebben goetgevonden U Edele met Eenparigheijt
daer toe te beroepen op een Tractement van
f. 960. en daer enboven vrij woningh gelijck den
vertrocken Rector, mr. Otto Arntzenius
gehad en genoten heeft, naer voorgaende
gewoonte, Souden wij gaerne met U Edele Spreecken
soo over de Ordres tot nog toe alhier gebruij-
kelijck als oock over bequame middelen omde
schoolen als van outs te doen floreeren, ten
dien Eijnden voorslaende tot U Edele overkomste
Vrijdag of Saterdagh, sullende zijn den 4 of 5en den
volgende maent augustus omme alsdan
finalijck de Conditien op approbatie van de
heren Burgemeesteren te teeckenen wij versoecken
een Lettertie tot rescriptie, en blijven
Mijn heer
[[1]] uEdele goede vrienden
geteekent
W.V. Kerckhoven
G.de. Moor van Immerzeel
Contract gemaekt met Abraham
du Rij tegenwoordig Rector te
Gorinchem nu beroepen tot Rector
Jnde Latijnsche schoolen alhier,
Jn plaetse van Otto arntzenius
J.U.D.[Juris utriusque doctor: doctor in burgerlijk en kerkelijk recht] vertrocken na Delft
[[2]] Den nieuwen Rector zal genieten een Tractement
van seshondert vijftig gulden, te betalen by den
Thesaurier alle drie maenden den geregt
[1] [Gouda den 29 July
1741
De Superscriptie was
mijn heer
den heer Abraham Du Rij
Rector vande Latijnsche
schoolen der Stad Gornichem
Tot
Gornichem] in de marge
[2] [Contract Abraham
Durij] in de marge
hertaling
69r
vierde part, nog hondert gulden Jaerlijckx vande
heeren fabrijckmeesteren, Jn plaets van Turf en
hout, dat voorgaende rectores genoten hebben,
en nog twee hondert gulden te betalen bij den
Rentmeester der voorszegde schoolen uijt de middelen
en Jnkomsten vande scholarchije, en eijndelijck
nog tien gulden vande heeren fabrijcksmeesteren
waer voor hij gehouden zal zijn het Woonhuijs,
het gene hij voor niet zal bewoonen, als zijne
voorsaten, mitsgaders de schoolen glasdigt te
houden, gelijck deselve aen hem Jndier voegen
overgelevert zullen worden, ende zal hij oock ten
uijteijnde van Sijnen dienst of vertreck deselve
in die staet wederom aen de Stad moeten overleveren
uijtmakende dus te samen een somme van
negenhondert en sestig gulden, en sal het voorszegde
tractement ingang nemen met den vijftienden
September deses Jaers. daer enboven zal hij
nog genieten het minerval van sijne of hoogste
schoole.
Den voornoemden Rector zal daertegen wel speciael
verpligt zijn aende heeren scholarchen solem-
neel te beloven en sig verbinden, gelijck hij
belooft ensig verbint bij desen tot het houden
van Kostkinderen, voorts zal hij zig moeten
reguleren na de ordres en Reglementen op de
schoolen reets gemaeckt of nog te maken, en
oock verders alles verrigten, het geen een goed
rector schuldig is en behoort te doen, en komende
binnen de seven eerste Jaren door een ander
of hooger Emploij te vertrecken zal deselve
vergoeden de onkosten op het transport
van sijn familie en goederen gevallen.
Den voorschreven Rector heeft de boven-
staende Conditien geaccepteert en
aengenomen zig punctuelijck daer na te
hertaling
69v
zullen gedragen, zullende hij de voorschreven
Conditien bij de heeren Burgermeesteren
geapprobeert zijnde op sijn overkomsten
met zijn ondertekening becragtigen.
Abraham Du Rij
Extract uijt het Camerboeck
der Stad Gouda
[[1]] Is ter vergadering gelesen seeker Contract
aengegaen tussen de heeren Curateuren
vande Latijnse schoolen in deser Stad en Abraham
Durij JUD Rector te Gornichem
aengestelt tot Rector alhier Jn plaetse van
Otto arntzenius beroepen tot Rector te
delft, gelijck het zelve geregistreert is in
het elfde Stadsregister folio 143
waer op gedelibereert sijnde, is goetgevonden
ende verstaen het voorszegde Contract te approberen
en te ratificeren, gelijck het Zelve geappro-
beert en geratificeert werd bij desen.
Actum bij de heeren Burgermeesteren
den 6en augustij 1741
Vergadering gehouden bij de heeren
scholarchen den 13 october 1741
praesent de heeren de Moor van Jmmer-
zeel en van Groenendijk.
Is gelesen de acte van authorisatie van de heeren
Burgermeesteren deser stad om een ander bequaem
persoon te despicieren [doorhaling] tot praeceptor in de
Tweede Latijnsche schoole alhier in plaetse van
Willem Hendrik van Rheede beroepen tot praeceptor
in de eerste Latijnsche schoole in 's Hage, luijdende
[1] [approbatie van
het voorschreve
Contract] in de marge
hertaling
70r
De voorszegde Acte van Authorisatie als volgt:
Extract uijt het Camerboek
der Stad gouda
[[1]] De heeren scholarchen hebber ter Camere kennisse
gegeven, dat Willem Hendrik van Rheede praeceptor
in de tweede Latijnsche schoole alhier tot praeceptor
in de eerste schoole in 's Hage was beroepen, en daar
na toe reeds is vertrokken, versoekende om na een
bequaem persoon tot suppletie van de bovengemelte
vacante praeceptors plaetse op haer Edele groot
agtbaerhedens approbatie te mogen omsien.
Is nae voorgaende, deliberatie goedgevonden ende ver-
staen de heeren scholarchen te bedanken voor haer
gegeven Communicatie, en verders te authoriseren
om nae een bequaem persoon tot praeceptor in
de tweede school om te sien, en deselve verkregen
hebbende daer van kennisse te geeven aen de
heeren Burgermeesteren, om te werden geappro-
beert, en sal hier van Extract werden gesonden
aen de heeren scholarchen om haer daer na te regu-
leren. Actum bij de heeren Burgermeesteren,
den 13 October 1741
[[2]] Jn gevolge van de bovenstaende Authorisatie
van de heeren Burgermeesteren is goed gevon-
den en verstaen op verder approbatie van
[1] [authorisatie
tot het aenstel-
len van een
ander praecep
tor vande 2
schoole Jn
plaets van
Willem Hendrick
van Rheede] in de marge, andere hand
[2] [Jacobus Houfnagel
aengestelt tot
praeceptor vande
2 school] in de marge, andere hand
hertaling
70v
de selve heeren Burgermeesteren aen te stellen en
te beroepen tot praeceptor in de tweede schoole,
in plaetse van Willem Hendrik van Rheede ver-
trokken na 's hage, den persoon van Jacobus
Hoeffnagel jegenwoordig praeceptor in de
laegste schoole en Sal sijn Tractement
ingang neemen met het expireren van het
lopende Vierendeel Jaers.
Vergadering gehouden den 14en
October 1741, present den heeren
dr. G. de moor van Jmmerzeel
en mr. Adriaen van Groendijck
scholarchen
Is gelesen de acte van approbatie van het
beroep van Jacobus Houfnagel tot preceptor
vande 2 schoole alhier.
Extract uijt t Camerboeck der
Stad Gouda
[[1]] De heeren scholarchen hebben ter kamer kennisse
gegeven, dat haer Edelen Jngevolge vande authorisatie
Jn dato den 13e october op approbatie vande
heeren Burgermeesteren hadden beroepen Jacobus
hoefnagel Jegenwoordig preceptor Jnde laetste
schoole tot preceptor Jnde 2e schoole In plaetse
van Willem Hendrick van Rhede tot preceptor
vande eerste schoole Jn S'hage beroepen, en daer
na toe vertrocken.
Actum den 14 october 1741 bij de heeren
Burgermeesteren
Item nog gelesen de Acte van Authorisa-
[1] [approbatie van
het voorszegde beroep] in de marge
hertaling
71r
tie om een ander bequaem persoon te despi-
cieren tot praeceptor in de laegste schoole
alhier.
Extract uijt het Camerboeck
der stad Gouda
[[1]] Is na voorgaende deliberatie goed gevonden en
verstaen de heeren scholarchen te authoriseren
om nae een bequaem persoon tot praeceptor in de
laagste schoole om te sien in plaets van Jacobus
Hoeffnagel, die tot praeceptor van de tweede
Latijnsche schoole is aengestelt en de selve
verkregen hebbende daer van kennisse te geven
aen de heeren Burgermeesteren omme te
worden geapprobeert. Actum bij de heeren
Burgermeesteren den 14 October 1741.
[[2]] Ingevolge van de bovenstaende Authorisatie van
de Heeren Burgermeesteren is goed gevonden ende
verstaen met voorgaende kennisse en goedvinden
van de Heer Meester Willem van den Kerkhoven mede-
scholarch op approbatie van de heeren Burger-
meesteren aen te stellen en te beroepen tot
praeceptor in de eerste off laegste schoole den
persoon van Hendrik Lodewijk de Gast tegen-
woordigh praeceptor in de eerste schoole
tot Campen; en sal van dese beroepinge
[1] [authorisatie tot het
aenstellen van
een ander praeceptor
in de laegste school
in plaets van
Jacobus Houfna-
Gel] in de marge, andere hand
[2] [Hendrick Lodewijk
de gast aenge-
stelt tot praeceptor
vande Laegste
school in plaets
van Jacobus
Houfnagel] in de marge, andere hand
hertaling
71v
aen de gemelde De Gast bij missive kennisse
gegeven werden door den Rentmeester van de
scholarchie.
Extract uijt het Camerboek
der Stad gouda.
[[1]] De Heer oud Burgermeester Dr. Gualterus De Moor van
Jmmerzeel heeft ter Camere kennisse gegeven, dat de
Heeren scholarchen ingevolge de Authorisatie van
de Heeren Burgermeesteren in dato den 14 October
laasleden op der selver approbatie hadden beroepen
den persoon van Hendrik Lodewijk de Gast, Eerste
praeceptor van de Latijnsche schoole te Campen tot
praeceptor in de Laegste Latijnsche schoole alhier,
in plaatse van Jacobus Hoefnagel, aengestelt tot
praeceptor van de tweede Latijnsche schoole.
waar op gedelibereert weesende, is goedgevonden
ende verstaen de voorszegde beroepinge te approberen
gelijk de selve geapprobeert werd bij desen. Actum
[drie regels doorgestreept] bij de heeren
Burgermeesteren. den 19 October 1741.
mijn Heer
[[2]] De Heeren scholarchen van de Latijnsche schoole
alhier hebben, na voorgaende deliberatie goed ge-
vonden U Edele aen te stellen, en te beroepen tot
praeceptor in haer Eerste off laagste schoole
[1] [approbatie van
het voorszegde beroep] in de marge, andere hand
[2] [missive wegens
het beroep] in de marge
hertaling
72r
op een Tractement van vierhondert gulden ’s Jaers,
welk voorszegde beroep ook bij de Heeren Burgermeesteren
is geapprobeert; soo hebben gemelte heeren scholar-
chen mij gelast U Edele daer van bij deese kennisse te
geven, met versoek, dat U Edele op den 15 November aen-
staende off eerder in persoon gelieve over te komen
om de selve bedieninge te aenvaerden, waer op U Edele
rescriptie ten eerste sal te gemoet sien, en
blijve
Mijn Heer
UEdele Dienstwillige dienaer
Gouda
den 20 October 1741
de Superscriptie
Mijn Heer
de Heer Hendrik Lodewijk de gast
praeceptor in de Latijnsche schoole Te Campen.
Vergadering gehouden den 2
Januarij 1742. Present de
heeren Van den Kerckhoven
en de moor, scholarchen
Op het vertreck van den Rector mr. Otto arntsenius
zijn int ordinaris woonhuijs vande Rectores
bevonden dit navolgende de Stad toebehorende,
namentlijck
Een Scherm
Een Ledekant
Atlas van Blauw
Een plaet van de prijsen
Een Boeck der promotien
Is naer voorgaende deliberatie goetgevonden
hertaling
72v
[[1]] en verstaen dat aen Hendrick Lodewijck de
Gast praeceptor vande Laagste schoole sal
werden toegevoegt een somme van vijftich
gulden tot voldoeninge van oncosten bij
hem gedaen Jnt reijsen van Campen na dese
Stad, soo voor sijn persoon en goederen als boecken
Zonder dat tselve Jn toecomende Jnconsequentie
zal werden getrocken, en sal hier van ordonnantie
op den Rentmeester werden gedepecheert.
Is naer voorgaende deliberatie goetgevonden
en verstaen, dat het Tractement van den
bovengemelte De Gast sijn Jngang zal nemen
met den 15 november 1741.
Bij resumptie vande resolutie vande 13 october 1741
gedelibereert Zijnde aengaende het Tractement
van Jacobus Houfnagel als praeceptor
vande tweede schoole, is goetgevonden en
verstaen dat het selve sal Jngang nemen den
28 september 1741.
Vergadering gehouden den 26
november 1742 present de
heeren De Moor van Jmmerzeel,
Van Zeebergh en van
Groenendijck, scholarchen
[[2]] Is den gemelten heer van Zeeberg als scholarch
geinstaleert.
[[3]] Is gehoort opgenomen en gesloten de rekening
vande scholarchie vanden Jare 1741
[1] [aen Hendrick
Lodewijck de
gast toegevoegt
50 gulden voor de oncos-
ten gevallen op
het Transport
van sijn persoon
en goederen Xa
van Campen na
dese Stad] in de marge
[2] [de Heer Zeeberg
als scholarch ge-
installeert] in de marge, andere hand
[3] [Reeckening 1741] in de marge
hertaling
73r
Corten Staet vande Incompsten
vande scholasterije opgestelt
jnden Jare 1743
Wert ontfangen vande pagt vande
turftonnen Jaerlyjcx 300
Nog van rantsoen vande selve
pagt sijnde een stuiver vande gulden 15
Js gecolleert vande runne Tonnen 1:2
huijshuyr vant huijs bijt school 40
Een rentebrief van 500 gulden Capitael
ten laste van Wouter hogenhoeck
staende op sijn huijs int Clooster. 20
dus 500
Rentebrieven en Obligatien
opt Gemeenelants Comptoir
van Gouda,
[[1]]
[in de marge: 7450]
Een rentebrief van 750 gulden
Capitael gedateert 4 Julij 1667
dus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 750 30
[in de marge: 1839]
een dito van 1100 gulden Capitael ge-
dateert 12 january 1610 . . . . . . . . . . . . 1100 44
[in de marge: 6198]
een dito van 600 gulden Capitael
dato den 15 Julij 1651 dus 600 24
{ [in de marge: 3684]
{ een dito van 1200 gulden Capitael
{ dato 15 January 1637 1200 48
{ [in de marge: 6320]
{ een dito van 1168 gulden Capitael
{ dato 12 Xbr [december] 1653 . . . . . . 1168 46:14
{ op een transport
[in de marge: 3170]
een dito van 1600 gulden Capitael
dato 8 maert 1633 1600 64
[in de marge: 5524]
een dito van 1400 gulden Capitael
dato 10 maert 1645 1400 56
[in de marge: 6314]
een dito van 600 gulden Capitael
dato 12 maert 1653 600 24
[in de marge: 4965]
een dito van 600 gulden Capitael
dato 23 7ber [september] 1642 . . . . . . 600 24
[in de marge: 6940]
een dito van 2140 gulden Capitael
dato 25 april 1661 . . . . . . . . . . . . . . . . 2140 85:12
[in de marge: 7743]
een dito van 1000 gulden Capitael
dato 1 mey 1665 . . . . . . . . . . . . . . . . . 1000 40
-------------------------------
f 12658 f 862:8
[1] [folien] in de marge
hertaling
73v
Comt vande andere Zyde 862:8
f 12658
[[1]]
{ [in de marge: 4169]
{ Een rentebrief van 800 gulden
{ Capitael dato 4 mey 1639 . . . . . . . . 800 32
{ [in de marge: 4706]
{ Een dito van 700 gulden Capitael
{ dato 24 mey 1691 . . . . . . . . . . . . . . . 700 8
op een transport
[in de marge: 3425]
een dito van 1600 gulden Capitael
dato 17 myj 1645 . . . . . . . . . . . . . . . . 1600 64
[in de marge: 3426]
een dito van 500 gulden Capitael
dato den 23 mey 1635 500 20
[in de marge: 3427]
een dito van 1300 gulden Capitael
dato Laetsten mey 1635 1300 52
[in de marge: 4119]
een dito van 800 gulden Capitael
dato 10 Juny 1639 . . . . . . . . . . . . . . . 800 32
[in de marge: 5708]
een dito van 1000 gulden Capitael
dato 18 Juny 1646 . . . . . . . . . . . . . . . 1000 40
[in de marge: 6401 verso]
een dito van 800 gulden Capitael
van dato 28 Xber [december] 1654 . . 800 32
[in de marge: 41]
Een obligatie van 1000 gulden
Capitael dato 16 maert 1701 1000 40
[in de marge: 60 verso]
Een dito van 1000 gulden Capitael
dato 1 augustus 1706 . . . . . . . . . . . . 1000 40
[in de marge: 84 verso]
een dito van 1000 gulden Capitael
dato 1 7ber [september] 1709 . . . . . 1000 40
[in de marge: 6]
een dito van 400 gulden Capitael
dato 4 maert 1643 . . . . . . . . . . . . . . . 400 16
[in de marge: 17]
een dito van 636:14 Capitael
dato 5 gber [november] 1672 636:14 25:9
[in de marge: 57 verso]
een dito van 1000 gulden Capitael
dato 15 mey april 1701 1000 40
[in de marge: 57 verso]
een dito van 1000 gulden Capitael
dato alsvoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1000 40
[in de marge: 112]
een dito van 1000 gulden Capitael
dato 8 7ber [september] 1741 . . . . . . 1000 40
-------------------------------
f 27194:14 f 1443:17
[1] [folien] in de marge
hertaling
74r
vande andere Zijde 1443:17
f 27194:14
Opt Gemeenlants Comptoir
tot Amsterdam opde
Thesaurie Extraordinair
[in de marge: folio 1088 numero 6 Folio 45]
Een obl losrentebrief van 1760 gulden
Capitael dato 8 augustus 1608 1760 70:8
Op't Comptoir Generael
van Holland
[in de marge: folio 4839 verso numero 3]
Een Obligatie van 1000 gulden
Capitael dato 13 Junij 1735 1000 40
-------------------------------
Capitael f 29954:14 f 1554:5
[in de marge: beleijt anno 1744]
Een Obligatie van 1000 gulden Capitael
ten Laste van Thezaurie
der Stad gouda van dato
14 maert 1744 . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1000 40
-------------------------------
f 30954:14 f 1594:5
Vergadering gehouden den
13 december 1743, present
de heeren de Moor van
Jmmerzeel, vande Kerckhoven,
en van Zeeberg, scholarchen
[[1]] Bovengemelte heeren scholarchen hebben
overgenomen en ontfangen vanden heer
mr Jacob Snels pensionaris deser Stad,
alle de Rentebrieven en Obligatien
toebehorende de scholarchie deser Stad, die
nog onder Zijn Edele berustende zijn geweest,
en die bevonden Conform de vorenstaende
Lijste daer van gemaeckt op folio 73
Vergadering gehouden den 6
Januarij 1744, present
de heeren vande Kerckhoven
Van Zeeberg, de Moor
Van Jmmerseel, en van
groenendijck, scholarchen
[[2]] Is gehoort opgenomen en geslooten de rekening
vande scholasterije vanden Jaere 1742
[1] [den heer pensionaris
Snels geeft over
aende heeren scho-
larchen alle de
rentebrieven en
obligatien die
eenigsints aende
scholasterije sijn
Behorende, en
onder hem berus-
tende zijn geweest] in de marge
[2] [Reeckening 1742] in de marge
hertaling
74v
Vergadering gehouden den
23 meij 1744. Present de
heeren van den Kerckhoven,
Van Zeeberg en de Moor
Van Jmmerseel, scholarchen
[[1]] Op Conditien hierna volgende, bekenden de
heeren scholarchen van de Latijnsche schoolen
binnen Gouda verpagt, en Jan Ooms
vande selve heeren gepagt te hebben,
het reght op de Turftonnen competerende
de scholasterije der voorszegde stad, voor den
tijt van twee Eerstcomende agtereen-
volgende Jaren, Jngaende den 24 Junij
1744, en eijndigende den 23 Junij 1746
Daeraenvolgende, En dat voor de Somme
van driehondert dartig gulden Jaerlijcx
en daer en boven ider Jaer een stuijver
vande gulden tot rantsoen, den pagter zal
gehouden zijn alle half Jaer precis te
betalen de gerechte helfte van sijne Jaer-
lijcxe uijtgeloofde pagtpenningen, en sal
nog tot betalinge vande voorszegde pagt moeten
stellen twee goede en Suffisante borgen
tot genoegen vande heeren scholarchen die
haer als principael ende elcx een vooral
in solidum onder renuntiatie vande bene-
ficien ordinis, divisionis, et Excussionis,
zullen moeten verbinden, mits doende de
collecte volgens de ordonnantie op het verpagten
vande Turftonnen gemaeckt, Tot naer co-
minge en voldoeninge vant gene voorszegde staet
verbinden de heeren scholarchen de goederen
vande voorszegde scholasterije, en den pagter sijn
persoon en goederen hebbende en vercrijgende
de selve onderwerpende 't bedwang van allen
rechten en rechteren, actum den 23 Meij
1744
Jan ooms
Ende wij, ondergeschreven Benjamijn van der brugge
en Claes vander boon wonende binnen de
Stad Gouda, verclaren bij desen ons selven
elcx een voor al Jn Solidum te stellen borgen
[1] [aen Jan Ooms
verpagt het
recht op de Turf
tonnen compe
terende de scho-
lasterije] in de marge
hertaling
75r
als principael voor den voornoemde Jan Ooms
en dat voor de prompte voldoeninge
van de voorszegde twee Jaeren pagtpenningen
van de voorschreve Turftonnen, belovende
Jn cas den gemelten Jan Ooms Jn gebre-
ken mogte blijven deselve op de respectieve
termijnen te voldoen, als ijgen Schult
te sullen opleggen en betalen renunchie-
rende ten dien eijnde vande beneficien
ordinis, divisionis, et Excussionis
de kragte van dien welverstaende, onder
gelijck verbant en bedwang alsvoren,
actum alsboven.
benijamijn van der brugge [handtekening]
klaaes van der boon [handtekening]
Vergadering van de heeren scholar-
chen den 7 Februarij 1745 present
de Heeren vanden Kerkhoven
de Moor van Jmmerzeel & van Zeebergh
[[1]] Gedelilbereert zijnde op de Suppletie van de praeceptors
plaetse in de laegste schoole, vacant gevallen door het
aenstaende vertrek van hendrik Lodewijk de Gast, beroe-
pen als praeceptor in de laegste schoole in 's Hage, is
goedgevonden en Verstaen, in gevolge van de acte van au-
thorisatie aen het eijnde deses geinsereert, te beroepen
den persoon van Johannes Franken, en sal van dese
beroepinge, na bekomen approbatie van de heeren
Burgermeesteren, aen den gemelte Franken kennisse worden
gegeven bij missive door den Rentmeester van de scho-
larchie; is meede geresolveert aen den heer Oud Bur-
germeester Mr A. van groenendijk, meede scholarch,
[1] [Johannis Franke
aengestelt tot
praeceptor Jnde
laegste school] in de marge
hertaling
75v
de voorenstaende despectie door den Rector te laeten Com-
municeren.
Extract uijt het Camerboek
der stad gouda.
[[1]] De Heeren scholarchen hebben ter Camer kennisse
Gegeven, dat Hendrik Lodewijk de gast, praeceptor
in de eerste Latijnsche schoole alhier, tot praeceptor
in de eerste Latijnsche schoole in 's Hage was beroepen,
en daer na toe stont te vertrekken, versoekende om
nae een bequaem persoon tot suppletie van de boven-
gemelte vacante praeceptors plaetse op haer Edele Groot
Agtbare approbatie te mogen omsien.
Js na voorgaende deliberatie goed gevonden, ende ver-
staen de Heeren scholarchen voor haer gegeven Com-
municatie te bedanken en verders te authoriseren
om na een bequaem persoon tot praeceptor in de eerste
schoole om te sien, en deselve verkregen hebbende,
daer van kennisse te geven aen de heeren Burger-
meesteren om te werden geapprobeert.
Actum den 7 Februarij 1745 bij de Heeren Bur-
germeesteren
Accordeert het voorschreven met
de Resolutie
was getekent) G.V. Brandwijk [handtekening]
Extract uijt het Camerboek
der Stad Gouda
[[2]] De Heer Burgermeester dr. Gualterus de Moor van Jm-
merzeel heeft ter Camer kennisse gegeven, dat de
[1] [authorisatie tot
het aenstellen
van een ander
praeceptor inde
Laegste school
Jn plaets van
Hendrick Lode-
wijck de Gast
vertrocken na
s hage] in de marge
[2] [Johannis Francken
aengstelt tot
praeceptor vande
Latijnsche school bij de heeren geapprobeert] in de marge
hertaling
76r
Heeren scholarchen in gevolge d'authorisatie van de hee-
ren Burgermeesteren, in dato den 7 Februarij laestleden
op der selver approbatie hadden beroepen den persoon van
Johannes Franken, Theologiae & Litterarum studiosus,
oud 22 Jaeren, tot praeceptor in de Laegste schoole
alhier in plaetse van Hendrik Lodewijk de Gast,
beroepen tot praeceptor in de eerste Latijnsche schoo-
le in 's Hage.
Waer op gedelibereert wesende is goedgevonden ende verstaen
de voorszegde beroepinge te approberen, gelijk de selve geap-
probeert word bij deesen.
Actum den 10 Februarij 1745 bij de heeren Bur-
germeesteren.
Accordeert met de voorszegde Resolutie
was getekent) Vincent van Eijck [handtekening]
Mijn Heer
[[1]] De Heeren scholarchen van de Latijnsche schoole
alhier hebben, nae voorgaende deliberatie goed ge-
vonden U Edele aen te stellen, en te beroepen tot
praeceptor in haer Eerste off Laegste schoole op
een Tractement van Vierhonderd gulden 's Jaers,
welk voorszegde beroep ook bij de Heeren Burger-
meesteren is geapprobeert, soo hebben de gemelte
Heeren scholarchen mij gelast U Edele daer van
bij deesen kennisse te geven, met versoek dat U Edele
op den 21 Februarij aenstaende off eerder in
[1] [Missive aanden
Zelven, wegens
het voorschreven beroep] in de marge
hertaling
76v
persoon gelieve over te komen, om de selve bedieninge
te aenvaerden, waar op U Edele rescriptie ten eersten
sal te gemoed sien, en blijve.
Mijn Heer
U E dienstwillige dienaer
Gouda
den 10 Februari 1745
De Superscriptie
Mijn Heer
de heer Johannes Franken
Theologiae & Litterarum
studiosus op de Neu
te Uijtrecht
Vergadering gehouden den 3e
april 1745 present de heeren
vanden Kerckhoven, de Moor
van Jmmerzeel en van
Zeeberg, scholarchen
[[1]] Is gehoort op genomen en gesloten de reke-
ningen vande scholasterije vande Jaren
1743 en 1744.
Vergadering gehouden den 8
Julij 1745 present de heeren
vande Kerckhoven, de Moor
van Jmmerseel en van Zeeberg
scholarchen
[[2]] Op het versoeck gedaen bij den Rector Abraham
Durij om een Oratie te mogen doen ten respecte
vande Leden van het Zuijt hollantse Sinodus
staende binnen dese Stad te werden gehouden
Is na voorgaende deliberatie goetgevonden
en verstaen den voornoemde Rector Dury sijn
versoeck te consenteren.
[1] [Rekeningen
1743
1744] in de marge
[2] [Consent aende rector
durij om een
oratie te mogen
doen] in de marge
hertaling
77r
Vergadering gehouden den 18e
December 1745, present de
heeren van den Kerckhoven,
de Moor van Jmmerseel en
van Zeebergh, scholarchen
[[1]] Is naer voorgaende deliberatie goetgevonden
en verstaen dat aen Johannes francken
praeceptor vande Laagste schoole sal
werden toegevoegt een somme van
vijftig gulden, Jn voldoeninge vande
oncosten bij hem gedaen Jnt reijsen van
Utrecht na dese Stad, soo voor zijn persoon
en goederen als Boecken, Zonder dat
t selve Jn toecomende Jn Consequentie
zal werden getrocken, en sal hier van ordonnantie
op den Rentmeester werden gedepecheert.
Vergadering gehouden den 16 Julij
1746, present de heeren de Moor
van Jmmerzeel, vanden
Kerckhoven en van Zeeberg
scholarchen
[[2]] Is gehoort, opgenomen en gesloten de Reke-
ning vande scholasterije vande jare 1745.
Vergadering gehouden den 15
October 1747, present de
heeren vanden Kerckhoven
de Moor van Jmmerzeel
en Van Zeberg, scholarchen
[[3]] Is gehoort opgenomen en gesloten de reke-
ning vande scholasterije van den Jare 1746.
Vergadering van de Heeren
scholarchen gehouden den 18
Februarij 1748 present de Heer-
en mr. Willem van den Kerkho-
ven, van Strijen en Zeebergh.
[[4]] De Heeren scholarchen hebben ter Kamer kennisse
gegeeven dat Jacob Hoefnagel praeceptor van de
tweede Latijnsche schoole alhier tot praeceptor in
de eerste Latijnsche schoole te Rotterodam was beroepen
en daar na toe stont te vertrekken, versoekende om naa
een bequaam persoon tot suppletie van de boovengemelde
[1] [aen Johannis
francken toe
gevoegt 50 gulden
voor de oncosten
gevallen op het
transport van
zijn persoon & ander
van Utrecht
na dese Stad] in de marge
[2] [Rekening 1745] in de marge
[3] [rekening 1746] in de marge
[4] [Authorisatie tot
Het aanstellen van
een ander praeceptor
in het tweede school
in plaatse van Jaco-
bus Hoeffnagel be-
roepen in de eerste
Classis te Rotterdam] in de marge
hertaling
77v
vacante praeceptors plaatse op haar Edele Groot Achtbaren
approbatie te moogen omsien
Js na voorgaande deliberatie goedgevonden en ver-
staan de Heeren scholarchen voor haar gegeeve com-
municatie te bedanken en verders te authoriseeren
om na een bequaam persoon tot praeceptor in de tweede
schoole om te sien, en deselve verkreegen hebbende, daar
van kennisse te geeven aan de Heeren Burgermeesteren
om te werden geapprobeert.
Actum den 19 Februarij 1748 Bij de Heeren Bur-
germeesteren
Accordeert het voorschreeve met de
Resolutie
was geteekent) G. V. Brandwijk
Extract van het geresol-
veerde bij voornoemde Heeren
scholarchen in dato 2 Maart
1748
[[1]] Gedelibereert sijnde opde suppletie van de praeceptors
plaatse in het tweede school vacant gevallen door het
vertrek van Jacobus Hoefnagel beroepen tot praeceptor
in de Eerste schoole te Rotterodam is goedgevonden en
verstaan ingevolge de boovenstaande acte van authorisatie
te beroepen den persoon van Jzaak de Leeuw en sal van
deese beroepinge, naar bekoomen approbatie van de Heeren
Burgermeesteren aan den gemelden Jzaak de Leeuw bij mis-
sive door dese Rentmeester van de scholasterije kennisse
werden gegeeven, is meede geresolveert aan den Heer Oudbur-
germeester Mr. A. van Groenendijk, meede scholarch, de vooren-
staande despectie door den Heer Rector te laaten communi-
ceeren.
[1] [Jzaak de Leeuw
aangestelt tot
praeceptor in het
tweede school] in de marge
hertaling
78r
Extract uijt het Camerboek
der stad Gouda
[[1]] De Heeren scholarchen hebben ter Kamer kennisse
gegeeven dat haar Edele ingevolge van de authorisatie
in dato den 19 Februarij laastleeden op approbatie van
de Heeren Burgermeesteren hadden beroepen Jzaak de
Leeuw Student op de Academie te Leijden tot praecep-
tor in de tweede schoole in plaatse van Jacobus Hoef-
nagel beroepen tot praeceptor in de Eerste schole te
Rotterodam.
Waar op gedelibereert weesende is goed gevonden ende
verstaan de voorschreeve beroepinge te approbeeren gelijk
geapprobeert werd bij deesen.
Actum den 4 maart 1748 Bij de Heeren Burgermeeste-
ren
Accordeert met de voorschreeve Resolutie
was geteekent) G. V. Brandwijk
[[2]] Mijn Heer
De Heeren scholarchen van de Latijnsche schoolen
alhier, hebben, naar voorgaande deliberatie, goedgevonden
UEedele aantestellen, en te beroepen tot praeceptor in de tweede
schoole op een tractement van vijffhondert Gulden S'Jaars
welk voorschreeve beroep ook bij de Heeren Burgermeesteren
is geapprobeert, soo hebben gemelde Heeren scholarchen mij
gelast UEdele daar van bij deese kennisse te geeven, met versoek
dat UEdele soo spoedig als eenigsints mogelijk gelieve over te koo-
men om deselve bedieninge te aanvaarden, waar op UEdele rescrip-
tie sal te gemoet sien en blijve.
Mijn Heer
UEdele dienstwilligen dinaar als
Rentmeester van de scholarchie
Gouda den 4 maart 1748
de Superscriptie
Mijn Heer
de Heer Jzaak de Leeuw
Humaniorum Litterarum Studiosus [Humanistische Letteren Studie] op de Bloemmarkt te Leijden.
[1] [Approbatie van
het voorschreeve
beroep] in de marge
[2] [Missive aan den
Beroepene] in de marge
hertaling
78v
Vergadering van de Heeren
scholarchen gehouden den
14 Meij 1748 present de
Heeren Kerkhoven en van
Strijen
[[1]] Is naar voorgaande deliberatie goedgevonden
en verstaan dat aan Jsaak de Leeuw preceptor
van de tweede schoole sal werden toegevoegt
een Somme van vijfftigh Gulden in voldoeninge
van de onkosten bij hem gehad en gedaan in het
rijzen van Leijden naar deese Stad soo voor sijn
persoon en goederen als Boeken, sonder dat het-
selve in't toekoomende in consequentie sal werden
getrokken en sal hier van Ordonnantie op den
Rentmeester Hendrik Smits werden gedepes-
cheert.
Vergadering van de Heeren
scholarchen gehouden den
30 december 1748 present de
Heeren van Strijen, van Zee-
bergh, Suijs en dominus â Marck
[[2]] Sijn de Heeren van Strijen, Suijs en â Marck
door den Heer van Zeebergh in haarlieden bedieninge
geinstalleert en vrindelijk verwelkomt
[[3]] Is gehoort opgenoomen en geslooten de Reekening
van de scholasterije van den Jaare 1747 en daar
naa op de maaltijt genoodigt den Heer Rector Durij
[1] [Aan Jsaak de Leeuw
toegevoegt 50 Gulden
voor de onkosten ge-
vallen op het transport
van sijn persoon en
goederen van Leijden
naar deese Stad.] in de marge
[2] [Installatie van
de heeren Van Strijen
Suijs & â Mark] in de marge
[3] [Rekening 1747] in de marge
hertaling
79r
[[1]] Op de propositie van den Heer Rector Abraham
durij door den Heer van Strijen ter vergaderinge
voorgedraagen, omme aan dominus Johannes Franken
praeceptor in de eerste off laagste schoole tot encoura-
gement in sijne bedieninge en andre reedenen toete-
voegen seeker douceur off gratificatie.
Is goedgevonden en verstaan aan denselven dominus Johannes
Franken om reeden als vooren, voor dit maal alleen, en
wel sonder hetselve bij vervolg in eenige de minste con-
sequentie te trekken, het gedaane versoek te accordeeren,
en mitsdien aan denselven tot een douceur off gratificatie
toetevoegen een Somme van vijfftigh Guldens, en sal
hier van ordonnantie op den Rentmeester Hendrik
Smits werden gedepescheert.
[[2]] Op de propositie van den selven Heer Rector en andre
praeceptooren van de schoolen, meede door den Heer van
Strijen ter vergaaderinge voorgedraagen, omme te permit-
teeren dat door de discipulen die van het eene school
tot het ander, maar van geen Classis tot het ander, souden
gepromoveert en met prijzen begiffigt werden, na het
exempel en voorbeeld van alle andre steeden, soude werden
gedaan gratiarum actiones.
Is goedgevonden en verstaan het gedaane versoek, omme
het doen van Gratiarum actiones aan de discipulen
die van het eene school tot het andre, dog van geen Classes,
souden gepromoveert en met prijzen begifftigt werden, te
accorderen, soo als geaccordeert werd mitsdeesen, en sal
van deese Resolutie extract werden gegeeven aan den Heer
Rector Abraham durij om te communiceeren aan de Heeren prae-
ceptooren, ten eijnde sig bij de eerst ophanden sijnde promotie
daar na sullen hebben te reguleeren.
[1] [Aan dominus Johannes
Franken voor eens
geaccordeert een dou-
ceur off gratificatie
voor 50 Guldens] in de marge
[2] [geaccordeert het
doen van Gratia-
rum actiones] in de marge
hertaling
79v
[[1]] Is gehoort opgenoomen en geslooten de Reeke-
ning van de scholasterije van den Jaare 1748
en daar na op de maaltijt genoodigt de Heeren
Rector en Conrector.
den 23 April 1750
[[2]] Is aangekogt een obligatie ten Comptoire
van des Gemeenelandts middelen te Gouda
ter Somme van veertien hondert Gulden op de naam
van Aeffie Elias van maarlant in dato 15 december
1642 folio XI verso geaggreëert den 3 Junij 1643 Registrata
Folio 275 tot 80 per Cento vrij van alle onkost, als
1/4 per Cento Courtagie.
Vergadering van de Heeren
scholarchen gehouden den
1 december 1750 present de
Heeren van Strijen, Zuijs en
dominus â Mark
den Heer Rector Abraham durij op den 30 November
1750 overleeden sijnde is door de presente Heeren
ordre op de schoolen gestelt en pro interim en geduu-
rende de vacatuure tot het waarneemen van diesel-
ve genomineert den Conrector Jan Groeneveldt.
[[3]] Js na voorgaande deliberatie goedgevonden en ver-
staan, door de Heeren van Strijen en Suijs aan de
Heeren Burgermeesteren kennisse te doen geeven
van het affstervan van den Rector Abraham du Rij
opden 30 November 1750 en haar Edel Achtbaarheeden te
versoeken om authorisatie tot het despicieren van een
ander bequaam persoon en met hem te accordeeren
op approbatie van haar Edel Groot Achtbaren.
[1] [Rekening 1748] in de marge
[2] [Aankoop van
een obligatie van
f. 1400] in de marge
[3] [den Rector Abr.
durij overleeden
den 30 November 1750] in de marge
hertaling
80r
Vergadering van de Heeren
scholarchen gehouden den
28 december present de
Heeren van Strijen, van Zee-
bergh, Suijs en dominus â Mark
[[1]] de Heeren Curateuren en scholarchen hebben ter
Camer van de Heeren Burgermeesteren kennisse
gegeeven van het affsterven van den Rector der
Latijnsche schoolen deeser Stad Abraham du rij
en daar beneevens aangetoont de nootsakelijkheijd
om spoedig de voorschreeve plaatse te moeten sup-
pleeren; waarop gedelibereert weesende is goedge-
vonden en verstaan de gemelte Heeren Curateuren
en scholarchen te authoriseeren gelijk deselve ge-
authoriseert werden bij deese om een bequaam per-
soon te despicieeren tot de voorschreeve Rectors
plaatse, en met deselve te accordeeren op approbatie
van de Heeren Burgemeesteren.
Actum den 14 december 1750 bij de Heeren Bur-
germeesteren.
[[2]] Is gehoort opgenoomen en geslooten de Reeke-
ning van de scholasterije van den Jaare 1749
en daar na op de maaltijt genoodigt de Con-
rector Groeneveld.
[[3]] Ingevolge de boovenstaande authorisatie van
de Heeren Burgemeesteren hebben de Heeren
Curateuren en scholarchen in de plaatse van
den overleedene Abraham du Rij aangestelt
gelijk deselve aanstellen bij deesen Mr. Johan Ter
Hoeven, praeceptor van het derde school ter Rotte-
[1] [Authorisatie tot
het aanstellen van
een ander Rector
in plaatse van Abr
durij] in de marge
[2] [Rekening 1749] in de marge
[3] [Abraham duri
Mr. Johan ter
Hoeve aangestelt
tot Rector.] in de marge
hertaling
80v
rodam [[1]] waar van aan hem kennisse sal werden
gegeeven bij missive Luijdende als volgd
Mijn Heer
[[2]] de Heeren scholarchen over de Latijnsche schoolen
deeser Stad met den andren gedelibereert hebbende
op de Suppletie van het vaceerende Rectoraat heb-
ben goedgevonden UEdele met Eenparigheijd daar toe te
beroepen op een tractement van neegenhondert en
sestigh Guldens te saamen, en vrije wooninge ge-
lijk den overleedene gehad en genooten heeft; naar
voorgaande gewoonte souden wij gaarne met U Edele
spreeken soo over de ordres tot nog toe alhier gebruijke-
lijk als over bequaame middelen om de schoolen
als vanoudts te doen floreeren voorslaende tot U Edele
overkomste aanstaande dingsdag sullende weesen
den 5 Jannuarij 1751 des s'morgens ten Elff uuren
omme als dan finalijk de Conditien op approbatie
van de Heeren Burgemeesteren te teekenen.
Wij versoeken een lettertie tot antwoord en blijven
Mijn Heer
UEdele Goede Vrinden
geteekent
W. van Strijen
Govert Suijs
Gouda den 3 Jannuari
1751
de Superscriptie was
Mijn Heer
den Heer en mr. Johan Ter Hoeven
preceptor van de Latijnsche schoolen
te Rotterodam.
[1] [tot Rector van de latijnse schoolen deeser Stad] interlineair
[2] [missive weegens
't selve beroep] in de marge
hertaling
81r
Vergaadering van de Heeren
scholarchen gehouden den
5 Jannuarij 1751 present de
Heeren van Strijen, Suijs
en dominus â Mark
[[1]] Is gecompareert mr. Johan ter Hoeve aangestelde
Rector der Latijnsche schoolen binnen deese
Stad aan dewelke de Condititien der beroepinge
aan het eijnde deeses geinsereert, sijn voorgeleesen
en heeft hij deselve geaccepteert, en aangenoomen
sig punctueelijck daar na te sullen gedraagen en de
voorschreven Conditien bij de Heeren Burgermeesteren
geapprobeert sijnde, op sijn overkomste met sijn onder-
teekening te bekragtigen.
Condititien gemaakt met
Mr. Johan ter Hoeven beroe-
pen tot Rector in de La-
tijnsche schoolen deeser
Stad in plaatse van Abra-
ham du Rij overleeden.
[[2]] den Niewen Rector sal genieten een tractement
van seshondert vijfftigh Gulden, te betaalen bijden
Thesaurier alle drie maanden een gerigt vierde part
nog hondert Gulden Jaarlijx van de Heeren fabrijk
meesteren in plaatse van turff en houd dat voorgaande
Rectores genooten hebben en nog tweehonderd Gulden
te betaalen bij den Rentmeester der voorschreeve
schoolen, uijt de middelen en inkomsten van de scho-
[1] [acceptatie van
mr. Johan ter Hoeve
weegens het beroep] in de marge
[2] [Contract met Mr.
Johan ter Hoeven] in de marge
hertaling
81v
larchie en eijndelijk nog tien Guldens van de Heeren
Fabrijkmeesteren, waarvoor hij gehouden sal sijn het
woonhuijs het geene hij voor niet sal bewoonen als
sijne voorzaaten, mitsgaders de schoolen glasdigt te
houden, gelijk deselve aan hem in dier voegen ovegelee
vert sullen werden; en zal hij ook ten uijteijnde van
sijn dienst off vertrek deselve in die Staat weederom
aan de Stad moeten overleeveren, uijtmaakende dus
te saamen een Somme van Neegenhondert en Ses-
tigh Guldens en sal het voorschreeve tractement in-
gang neemen met den Eersten Februarij deeses Jaars
daar en booven sal hij nog genieten het minerval
van sijne off hoogste schoole.
den voorschreeven Rector sal daarteegens wel Speciaal
verpligt sijn aan de Heeren scholarchen Solemmeel te
belooven, en sig verbinden, gelijk hij belooffd en verbind
bij deesen tot het houden van kostkinderen; voorts
zal hij sig moeten reguleeren na de ordres en Reglemen-
ten op de schoolen reets gemaakt off nog te maaken
en ook alles verders verrigten, hetgeen een goed Rector
schuldig is en behoort te doen.
En koomende binnen de Eerste Seeven Jaaren door
een ander off hooger Emplooij te vetrekken sal deselve
vergoeden de onkosten op het transport van sijn familie
en goederen gevallen.
den voorschreeven Rector heeft de boovenstaande
Conditien geaccepteert en aangenoomen sig punctueel
daarna te sullen gedraagen sullende hij de voorschreeve
Condititien, bij de Heeren Burgermeesteren geapprobeert
sijnde op sijne overkomste met sijne onderteekeningh
hertaling
82r
bekragtigen
Joh. Ter Hoeven
Extract uijt het Camer-
boek der Stad Gouda
[[1]] Is ter vergaaderinge geleesen zeeker Contract
aangegaan tusschen de Heeren Curateuren en
scholarchen van de Latijnse schoolen deeser Stad
en mr Johan ter Hoeve praeceptor in het derde
Latijnsche school te Rotterodam aangestelt tot
Rector alhier in plaatse van Abraham du Rij over-
leeden, gelijk hetselve geregistreert is in het Elffde
Stadts Register Folio.
Waarop gedelibereert sijnde is goedgevonden ende
verstaan het voorschreeve Contract te approbeeren
en te ratificeren, gelijk hetselve geapprobeert en ge-
ratificeert word bij deesen.
Actum bij de Heeren Burgermeesteren den 8 Jannuarij
1751
Na het overleijden van den Rector Abraham durij
zijn in het ordinaris woonhuiijs van de Rectores be-
vonden dit naarvolgende de Stad toebehoorende naa-
mentlijk
Een Sscherm
Een Ledikant
Atlas van Blaauw
Een plaat van de prijzen
Een Boek van de promotien
[1] [Approbatie van
het voorschreeve
Contract] in de marge
hertaling
82v
Vergadering gehouden
den 15 April 1751 present de
Heeren en mrs Frederik van
der Hoeve, Gerard van Brand-
wijk Heere van Bleskinsgrave
en willem van Strijen.
[[1]] Sijn de Heeren en mrs Frederik van der Hoeve,
Gerard van Brandwijk Heere van Bleskinsgrave
en den Rector Johannes ter Hoeven geinstalleert
en daar bij op de maaltijt versogt den Conrector
Johannes Groeneveld.
[[2]] Js na gehoudene deliberatie geresolveert dat aan den
Rector Mr Johan ter Hoeven sal werden toegevoegt een
Somme van Eenhondert en twintigh Guldens tot voldoe-
ninge van de onkosten gevallen op het transport van
sijn familie en meubilen van Rotterodam naar deese
Stad, daar toe ordonnantie op den Rector sal werden ge-
depescheert.
[[3]] Js meede goedgevonden en verstaan dat aan den
Conrector Johannes Groeneveld sal werden toegevoegt
een Somme van vijfftigh Guldens voor het waarnemen
van het school van den Rector en het dirigeeren van de
promotien zeedert desselvs overleijden voorgevallen den
30 November 1750 tot het arrivement van den nieuw
beroepen Rector mr Johan ter Hoeven en wel om de aan-
houdende vorst tot in het eijnde van de maand Februa-
rij 1751 sonder dat hetselve in toekoemende voor een
exempel geallegeert, off in consequentie sal werden ge-
[1] [Installatie van
de Heeren van der
Hoeve, van Brandwijk
en Rector ter Hoeven] in de marge
[2] [Aan den Rector mr
Johan ter Hoeven toe-
gevoegt voorde onkos-
ten gevallen op ’t trans
port van sijn familie
en meubelen van Rotterodam
naar deese Stad Hondert
en XX Gulden
Rekening 1737 Folio 8 verso
Van den Rector durij
blijkt niets in het Re-
solutieboek maar wel
in de Reekening 1741
Folio 9 verso] in de marge
[3] [Aan den Conrector
Johannes Groeneveld
toegevoegt 50 Gulden
voor het waarnemen
van het school van
den Rector zeedert
desselvs overleijden.] in de marge
hertaling
83r
trokken, en daar toe ordonnantie werden gedepes-
cheert.
[[1]] Met kennisse en goedvinden van de Heeren scholar-
chen heefft den Beroepenen Rector mr. Johan ter
Hoeven op den 27 Meij 1751 sijn inaugurale Oratie
pro publicis scholis gedaan.
Vergadering gehouden
den 2 Augustus 1751 pre-
sent de Heeren en mrs Fred.
van der Hoeve, van Strijen
en dominus â Marck.
[[2]] Is gehoort, opgenoomen en geslooten de laatse Reekening
van de scholarchie vanden Rentmeester Hendrik Smits
over den Jaare Seeventien C vijfftigh.
[[3]] Vermits het overleijden van Hendrik Smits Rentmees-
ter van de scholarchie op den 1 Junij deeses Jaars.
Js na voorgaande deliberatie goedgevonden en verstaan
in desselvs plaatse tot Rentmeester van de scholarchie
aantestellen Willem van Meurs op een tractement
soo ordinaris als Extraordinaris van vijfftigh Gulden
onder Conditie dat deselve geduurende sijn dienst
nooijt om vermeerdering van Tractement sal moogen
spreeken.
den Heer en mr. Gerard van Brandwijk Heere van
Bleskinsgraave absent sijnde heeft alvoorens bij
missive in deese aanstelling geconsenteert.
[1] [Inaugurale
oratie van den
Rector mr. Johan
ter Hoeven] in de marge
[2] [Rekening 1750] in de marge
[3] [Willem van Meurs
aangestelt tot Rent-
meester] in de marge
hertaling
83v
[[1]] Op het te kennen geeven van Johannes Franken
preceptor in de Eerste latijnsche schoolen binnen deese
Stad klaagende over sijnen sobren toestand en gering-
heijd van sijn tractement, hebben de Heeren Curatoren
het gedaane versoek in agtinge genoomen, en na rijpe
deliberatie goedgevonden en verstaan dat de precep-
tooren bij provisie en tot naader weederseggen voor
haar prive sullen genieten en behouden de uijtkeeringe
van het mineval van haare discipulen hetwelk voor
heen aan den Rentmeester van de schoolen hebben
gedaan.
En sal van deese Resolutie kennisse worden gegeeven
aan de preceptooren om te strekkken tot derselver na-
rigtinge.
Corten staat, vande
Jnkomsten van de
scholasterije, soo als die
was in den Jare 1751.
Wort ontfangen van de Pagt
van de Turftonnen jaarlijx f 330=,,=,,
Nogh van de Rant soen penningen
van den zelver pagt, sijnde
een stuiver van de Gulden f 16=10=,,
--------------------
f 346=10=,,
[1] [Het minerval
van de schoolen in
het geheel aan de
preceptooren toege-
legt.] in de marge
hertaling
84r
Transport f 346=10=,,
Is gecollecteert van de Run tonne f 6=,,=
Huur Van t‘Huijsje bij ’t school f 40=,,=,,
Een Rentebrief van 500 guldens Capi-
taal, ten Lasten van Wouter
Hoogenhoek, staande op sijn Huijs
in t Clooster, Comt voor Jnterest f 20=,,=,,
Dus f 500=,,=,,
Rente brieven,
en obligatien, ten Laste van
het gemeenlants Comptoir
van Gouda.
[in de marge: Folio 7450]
Een Rentebrief van 750 guldens
Capitaal gedateert 4 Julij 1667. dus f 750=,,=,, f 30=,,=,,
[in de marge: 1839]
Een dito van 1100 guldens Capitaal
gedateert 12 Jannuary 1610, dus f 1100=,,=,, f 44=,,=,,
[in de marge: 6198]
Een dito van 600 guldens Capitaal
van dato 15 Julij 1651. dus f 600=,,=,, f 24=,,=,,
[[1]] { [in de marge: 3684]
{ Een dito van 1200 guldens Capitaal
{ van dato 15 Jannuary 1637. dus f 1200=,,=,, f 48=,,=,,
{ [in de marge: 6320]
{ Een dito van 1168 guldens Capitaal
{ van dato 12 december 1653. dus f 1168=,,=,, f 46=14=,,
[in de marge: 3170]
Een dito van 1600 guldens Capitaal
van dato 8 maart 1633. dus f 1600=,,=,, f 64=,,=,,
[in de marge: 5524]
Een Dito van 1400 guldens Capitaal
van dato 10 maart 1645. dus f 1400=,,=,, f 56=,,=,,
[in de marge: 6314]
Een dito van 600 guldens Capitaal
van dato 12 maart 1653. dus f 600=,,=,, f 24=,,=,,
[in de marge: 4965]
Een dito van 600 guldens Capitaal
van dato den 23 september 1642. dus f 600=,,=,, f 24=,,=,,
-----------------------------------------
Capitaal f 9518=,,=,, Jntrest f 773=4=,,
[1] [deze sijn
op een
Transport] in de marge
hertaling
84v
Transport
[[1]] f 9518=,,=,, f 773=4=,,
[in de marge: 6940]
Een Rentebrief van 2140 guldens
Capitaal gedateert 25 april 1661
dus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . f 2140=,,=,, f 85=12=,,
[in de marge: 7243]
Een dito van 1000 guldens Capitaal
van dato 1 meij 1665 dus . . . . . . . . f 1000=,,=,, f 40=,,=,,
{ [in de marge: 4149]
{ Een dito van 800 guldens Capitaal
[[2]] { van dato den 4 meij 1639 dus f 800=,,=,, f 32=,,=,,
{ [in de marge: 4706]
{ Een dito van 700 guldens Capitaal van
{ dato 24 meij 1641. dus . . . . . . . . f 700=,,=,, f 28=,,=,,
[in de marge: 3425]
Een dito van 1600 guldens Capitaal
van dato 17 meij 1645. dus f 1600=,,= ,, f 64=,,=,,
[in de marge: 3426]
Een dito van 500 guldens Capitaal
van dato 23 meij 1635. dus . . . . . . . . f 500=,,=,, f 20=,,=,,
[in de marge: 3427]
Een dito van 1300 guldens Capitaal
van dato 31 meij 1635 dus . . . . . . . f 1300=,,=,, f 52=,,=,,
[in de marge: 4119]
Een dito van 800 guldens Capitaal
van dato den 10 junij 1639. dus . . . . f 800=,,=,, f 32=,,=,,
[in de marge: 5708]
Een dito van 1000 guldens Capitaal
van dato 18 junij 1646. dus . . . . . . f 1000=,,=,, f 40=,,=,,
[in de marge: 6401 verso]
Een dito van 800 guldens Capitaal
van dato 28 december 1654, dus f 800=,,=,, f 32=,,=,,
[in de marge: 41]
Een dito obligatie van 1000 guldens
Capitaal dato 16 maart 1701. dus f 1000=,,=,, f 40=,,=,,
[in de marge: 60 verso]
Een dito van 1000 guldens Capitaal
van dato 1 augustus 1706. dus . . . . f 1000=,,=,, f 40=,,=,,
[in de marge: 84 verso]
Een dito van 1000 guldens Capitaal
van dato den 1 7ber [september] 1709. dus f 1000=,,=,, f 40=,,=,,
[in de marge: 6]
Een dito van 400 guldens Capitaal
van dato 4 maart 1643. dus . . . . . . . f 400=,,=,, f 16=,,=,,
-----------------------------------------
Capitaal f 23558=,,=,, Intrest f 1334=16=,,
[1] [Folio] in de marge
[2] [deze 2 op een Transport] in de marge
hertaling
85r
Transport
[[1]] f 23558=,,=,, f 1334=16=,,
[in de marge: 17]
Een Obligatie van 636 guldens,
en 14 stuyvers Capitaal van dato den
5 November 1672 dus . . . . . . . . . . . f 636=14=,, f 25=9=,,
[in de marge: 57 verso]
Een dito van 1000 guldens Capitaal
van dato 15 april 1701. dus f 1000=,,=,, f 40=,,=,,
[in de marge: 57 verso]
Een dito van 1000 guldens Capitaal
datum als voore, dus . . . . . . . . . . . f 1000=,,=,, f 40=,,=,,
[in de marge: 112]
Een dito van 1000 guldens Capitaal
van dato 8 7ber [september] 1741. dus f 1000=,,=,, f 40=,,=,,
[in de marge: 1]
Een dito van 1400 guldens Capitaal dato 15 december
1642. f 1400=,,=,, f 56=,,=,,
Op ’t gemeenelands
Comptoir, op de Thezaurie
Extra ordinaris te Amsterdam.
[[2]] Een Los rentebrief van
1760 guldens Capitaal datum 8 augustus
1608. Dus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . f 1760=,,=,, f 70=8=,,
Op ’t Comptoir
generaal van Holland,
[[3]] Een Obligatie van 1000
guldens Capitaal van dato den
13 Junij 1735 dus . . . . . . . . . . . . . . . f 1000=,,=,, f 40=,,=,,
Registrata folio 2515
Op de Thezaurie
der Stad Gouda
Een Obligatie van 1000
guldens Capitaal van dato 14e
maart 1744. Dus . . . . . . . . . . . . . . . f 1000=,,=,, f 25=,,=,,[4]
-----------------------------------------
Capitaal f 32354=14=,, Intrest f 1686=13=,,
Af 15
----------------------
f 1671=13=,,
[1] [Folio] in de marge
[2] [1088
Numero 6
Folio 45] in de marge
[3] [4839 verso
numero 3
Numero 45791
Registrata folio 2515] in de marge
[4] [40] vervangen door [25]
hertaling
85v
Transport f 32354=14=,, f 1671=13=,,
Op de Thezaurie
der Stad Gouda
[[1]] Een Obligatie van
1000 guldens Capitaal van dato
10 junij 1747 Dus f 1000=,,=,, f 30=,,=,, vrij
-----------------------------------------
Capitaal f 33354=14=,, Intrest f 1701=13=,,
Vergadering van de
Heeren scholarchen, gehou-
den den 20 Februarij 1752.
Present de Heeren, en Mrs
Frederik van der Hoeven,
Gerard van Brandwijk, Heere
van Bleskinsgrave, Wilem
van Strijen, Engelbert
van Heuven, en Ds Johannes
Wilhelmus â Mark.
[[2]] Is den Heer, Mr Engelbert van Heuven,
gejnstalleert, en daar bij op den maaltijt
versogt, den Heeren Rector, en Conrector.
[[3]] Js gehoort, opgenoomen, en geslooten, de
Rekeningh van de scholasterije van den Jare
1751.
[1] [deze obliga-
tie is afgelost] in de marge
[2] [Installatie
Van de Heer
Van Heuven] in de marge
[3] [Rekening
1751] in de marge
hertaling
86r
Vergadering gehouden
bij de Heeren scholarchen
den 1e october 1752. Present
de Heeren Van der Hoeve,
Van Brandwijk, Van Heuven,
en a Mark.
Js gelezen de acte van authorisatie van de
Heeren Burgemeesteren dezer Stad, om een ander
bequaam persoon te despicieren tot praeceptor
in de tweede Latijnse schoole alhier, Jn
Plaatse van Jsaac de Leeuw, beroepen
Praeceptor in de Eerste Latijnse schole in
Rotterdam.
Als mede de verdere acte van Authorisatie
jngevalle daar toe mogte werden gedespicieert
den Praeceptor van het Eerste school Johannes
Franken, om als dan na een ander be-
quaam Persoon in desselfs plaatse om te sien.
Luijdende de voorschreven acte van Authorisatie
als volgt.
Extract uijt het Camer-
boek der Stad Gouda.
[[1]] De Heeren scholarchen hebben ter Camere
kennisse gegeven, dat Jsaac de Leeuw, Praeceptor
van de tweede Latijnse schole alhier, tot Prae-
ceptor in de eerste Latijnse schole te
Rotterdam was beroepen, en daar na toe
Stont te vertrekken, Versoekende om Na een
bequaam Persoon tot suppletie van de boven-
gemelde praeceptors plaatse op haar Edele Groot
Agtbare approbatie te mogen omsien.
[1] [Authorisatie
tot het aanstellen
van 1 praeceptor in
het 2e, als mede
een voor het 1e
school.] in de marge
hertaling
86v
Js na voorgaande deliberatie goedgevonden
en verstaan, de Heeren scholarchen voor
haar gegeven Communicatie te bedanken
En verders te Authoriseren, om na een
bequaam Persoon tot Praeceptor in de
tweede schole om te sien, En jngevalle daar
toe bij de Heeren scholarchen de praeceptor
van het Eerste school gedespicieert mogte
Worde, Authoriseren als dan gemelte
Heeren scholarchen, om na een bequaam
Persoon tot Praeceptor in de Eerste schole
om te sien. En dezelve verkregen heb-
bende daar van Kennisse te geven aan
de Heeren Burgemeesteren, om te wer-
den geapprobeert.
Actum bij de Heeren Burgemeesteren
den 26e september 1752.
Accordeert met de voorschreven
Resolutie (En was geteekent)
Vincent van Eijck
[[1]] Jngevolge van de bovenstaande Autho-
risatie van de Heeren Burgemeesteren,
js goed gevonden en verstaan op verdere
approbatie van Heeren Burgemeesteren aan te
stellen en te beroepen tot Praeceptor
jn de tweede Latijnse schole, in plaats
van Jsaac de Leeuw, vertrokken na
Rotterdam, den persoon van Johannes
[1] [Aanstelling
van Johannes
franken tot prae-
ceptor in t 2e school,
in plaats van Jsaac
de Leeuw.] in de marge
hertaling
87-88
Onderstaande tekst staat in het kopie exemplaar van het Resolutieboek. Bij tekst die overlapt met het originele exemplaar 0183.1 is de achtergrond lichtgrijs.
158r
Heeren scholarchen om na een be-
quaam persoon tot præceptor in de
eerste schoole om te sien, En dezelve
verkregen hebben de daar van Kennisse
te geven aan de Heeren Burgermeesteren
om te werden geapprobeert,
Actum bij de Heeren Burgermeesteren
den 26 september 1752,
Accordeert met de voorseide
Resolutie en was getekent
Vincent van Eijck
[[1]] Jngevolge van de bovenstaande
Authorisatie van de Heeren Burgermeesteren,
Js goed gevonden, en verstaan op ver-
dere Approbatie van Heeren Burgermeesteren,
aan te stellen en te beroepen tot præ-
ceptor in de tweede Latijnse schoole,
in plaats van Jsaac de Leeuw, vertrok-
ken na Rotterdam, den Persoon van
Johannes
Franken, jegenwoordigh
præceptor in de Laagste schoole, en
sal sijn tractement ingang neemen
met het aanvaarden van sijne bedieningh
[1] [aanstelling van
Wilhelmus van Helmont,
in plaats van Johan-
nes Franken, tot
præceptor in de
eerste school] in de marge
hertaling
158v
En jngevolge dezelve acte van Autho-
risatie op verdere approbatie, Js goet-
gevonden, en verstaan te beroepen tot
præceptor in de Eerste schoole in plaat-
se van Johannes Franken, nu gepro-
moveert tot het tweede Latijnse school
alhier, den Persoon van Wilhelmus
van Helmont, studiosus Linguae Graeca en
Historiae, En sal sijn tractement Jngang
neemen met 3 october 1752,
Vergadering gehouden
den 2e october 1752 present
de Heeren Mrs Frederik van
der Hoeve, Gerard van
Brandwijk, Engelbert van
Heuven, en Ds Johannes
Wilhelmus â Mark,
Js gelezen de acte van Approbatie van
het beroep van Johannes Franken tot
præceptor in de tweede school en van
Wilhelmus van Helmont tot præceptor
van het Eerste school, en sal aan
hertaling
159r
den Laast gemelde præceptor van de
voorseide beroepinge, en daarop gevolgde
Approbatie door den Rentmeester der
scholarchie, bij missive Kennisse ge-
geven worden
Extract uijt het Camer-
boek der stad Gouda,
[[1]] De Heeren scholarchen hebben ter
Kamer kennisse gegeven, dat haar Edelen
Jngevolge van de Authorisatie in dato den
26 september Laastleden, op approbatie
van de Heeren Burgermeesteren hadden be-
roepen Johannes Franken, præcep-
tor in de Eerste schoole, tot Præceptor
in de tweede schoole, in plaatse van
Jsaac de Leeuw, beroepen tot præceptor
in de Eerste schoole te Rotterdam
En dat zij vervolgens tot præceptor in
de Eerste schoole hadden beroepen de
Wilhelmus van Helmont, studiosus
Litterae Græca, in plaatse van Johannes
Franken, waarop gedelibereert wesende
[1] [Acte van approba-
tie van de twee
beroepene præcep-
toren Johannes Franken
tot præceptor in
het 2e school, en
Wilhelmus van Helmont
tot præceptor in
het 1e school,] in de marge
hertaling
159v
Js goed gevonden, en verstaan, de voorseide
beroepinge te approberen, gelijk ge-
approbeert wert bij dezen,
Actum bij de Heeren Burgermeesteren
den 2e october 1752
Accordeert met de voorseide
Resolutie (En was getekent)
Vincent van Eijck
Mijn Heer
[[1]] De Heeren scholarchen van de
Latijnsche schoole alhier, hebben na
voorgaande deliberatie goed gevonden
uEdele aan te stellen, en te beroepen tot
præceptor in haar eerste of Laagste
schoole, op een tractement van vier
hondert gulden sjaars, welk voorseide be-
roep ook bij de Heeren Burgermeesteren
is geapprobeert, soo hebben Heeren
schoolarchen mij gelast UEdele daar van
bij dezen kennisse te geven, met ver-
soek dat uEdele soo spoedig als eenigsints
[1] [Missive aan
den beroepene] in de marge
hertaling
160r
mogelijk gelieve over te Komen om
dezelve bediening te aanvaarden
waar op uEdele Rescriptie sal tegemoet
sien, en blijve
Mijn Heer,
Gouda den 2e october UEdele Dienst Willige Dienaar
1752 in qualiteit als Rentmeester
de superscriptie, van de scholarchie,
(getekent) Wilhelmus Van Meurs
Mijn Heer
De Heer Wilhelmus van Helmont,
Studiosus Litterae Græca en Historiae
a
Leijden,
[[1]] De Wel Edel Groot Agtbare Heeren,
Heden Morgen ontfing ik de geEer-
de van den Rentmeester Wilhelmus van Meurs,
uijt welke verneeme dat uEdel groot agtbaren
mij hebben gelieven te vereeren met
het præceptoraat van t Eerste Latijnse
school, op een tractement van Vier
[1] [Missive van
antwoort van Wilhelmus
van Helmont, be-
roepe præceptor
van t 1e school,] in de marge
hertaling
160v
hondert guldens s’jaars, en dat die
beroepinge bij Heeren Burgermeesteren
was geapprobeert, het welk ik niet kan
nalaten van met de uijtterste Erkente-
nisse te accepteeren, En uEdel groot agtbaren
provisioneel voor de gunst mijwaarts
ootmoedig dank te seggen, Hoopende
d’ Eer te hebben van sulx Eertsdaags
persoonlijk te komen bevestigen, en met
uEdel groot agtbaren over den tijt mijner bedienin-
ge te Consuleren, waar mede na uEdel Groot
Agtbaren nevens uEdel groot agtbaren seer geëerde
familien in de bescherminge des Alder-
hoogsten bevoolen, en uEdel groot Agtbare
mijne dienst gerecommandeert te hebben
Jk d’Eere hebbe van mij met de uijterste
Hoog agting te tekenen
Wel Edel Groot Agtbare Heeren
Leijden den 3 october UEdel Groot Agtbare verpligten Dienaar
1752 (en was getekent) Wilhelmus Van Helmont
[[1]] Js na voorgaande deliberatie Goed
gevonden, en verstaan dat aan Wilhelmus
[1] [50 guldens toegestaan
aan Wilhelmus van
Helmont voorseid
transport sijner
goederen van] in de marge
hertaling
161r
Van Helmont Præceptor van de Laag-
ste school, sal worden toegevoegt
de somma van vijftigh guldens, Jn
voldoeninge van de oncosten bij hem
gehad, en gedaan
in het Reijzen van
Rotterdam na deze stad, soo voor sijn
Persoon en goederen als Boeken,
sonder dat het in ’t toekomende in
Consequentie sal worden getrokken,
En sal hier van ordonnantie op den
Rentmeester Wilhelmus van Meurs worden gede-
pescheert,
Vergadering gehouden
den 27 November 1753,
present de Heeren Meesters
Frederik van der Hoeve,
Gerard van Brandwijk,
en Ds Johannes Wilhelmus â Mark
[[1]] Js gehoort opgenoomen en geslooten
de Rekening van de scholarchie, over
den jare 1752, en daar na op den Maal-
tijt genoodigt, Mr Johan Ter Hoeven,
Rector,
[1] [Rekening
over den jare
1752,] in de marge
hertaling
89r
jn het reijzen van Rotterdam, na deze
stad, soo voor sijn Persoon en goederen, als
Boeken sonder dat het in ’t toekomend
in Consequentie sal worden getrokken.
En sal hier van ordonnantie, op den
Rentmeester Wilhelmus van Meurs, worden
gedepecheert.
Vergadering gehouden
den 27 November 1753.
Praesent de Heeren, Meesters
Fredrik van der Hoeven,
Gerard van Brandwijk, en
Ds Johannes. Wilhelmus a Mark.
[[1]] Js gehoort, opgenoomen en geslooten
de Rekening van de scholarchie, over
den Jare 1752. En daar na op den
Maaltijt genoodigt Mr. Johan Ter
Hoeven, Rector.
[[2]] Js na Rijpe deliberatie goetgevonden
en verstaan op het gedaan versoek
van Leendert de Bijl, om afslag van de
Huur van ’t Huijsje van de scholarchie,
bij hem bewoont wordende voor 40 guldens
’s jaars, Nu in ’t vervolg het zelve voor
36 guldens te laten bewoonen sullende
sijn aanvang nemen primo November 1753.
[1] [Rekening over de jare 1752.] in de marge
[2] [Wort 4 guldens af
slag van Huur
van Leendert
de Bijl geaccordeert.] in de marge
hertaling
89v
Vergadering gehouden
den 18e December 1753.
present de Heeren Meesters
Fredrik van der Hoeven,
Gerard van Brandwijk
en Ds Johannes Wilhelmus a mark.
[[1]] Js gehoort, opgenoomen En geslooten
de Rekening van de scholarchie
over den jare 1753, en daar na op
een oestertje versogt den Heer Rector
Johan Ter Hoeven.
[[2]] Op Conditien hier na volgende, be-
kenden de Heeren scholarchen, van de
Latijnse schoolen binnen Gouda, verpagt,
En Jan Ooms van dezelve Heeren gepagt
te hebben, het Regt op de Turftonnen
Competerende de scholasterije der
voorschreven stad, voor den tijt van twee eerst
komende jaren, sijnde Jngegaan
den 24 juny 1753 en sullende Eijndigen
den 23e juny 1755 daar aan volgende
En dat voor de somma van drie hondert
[1] [de Rekening van 1753] in de marge
[2] [Aan Jan Ooms,
de turftonnen
voor 2 jaaren verpagt] in de marge
hertaling
90r
En dartigh guldens jaarlijx, En daar
en boven jder jaar een stuijver van den
gulden tot Rantsoen der Pagter sal ge
houden sijn alle half jaar Precies te betalen
de geregte helfte van sijne jaarlijxe uijtge-
loofde pagtpenningen, en sal nog tot be-
talinge van den voorschreven pagt moeten stellen
twee goede, en suffisante borgen tot ge-
noegen van de Heeren scholarchen, die
haar als principaal, ende Elks een voor al,
in solidum, onder Renuntiatie van de
beneficien ordinis, divisionis et Excus-
sionis sullen moeten verbinden Mits
doende die Collecte volgens de ordonnantie
op t verpagten van de Turftonnen ge-
maakt.
Tot nakominge, en voldoeninge van ‘t
gene voorschreven staat, verbinden de Heeren
scholarchen de Goederen van de voorschreven
scholasterij, en den Pagter sijn Persoon
en goederen hebbende en verkrijgende
dezelve onderwerpende het bedwang
van alle Regten en Regteren, Actum
den 18 Xber 1753
Jan ooms
hertaling
90v
[[1]] Ende Wij ondergeszeide Benjamin
van der Bruggen en Claas van der
Boon, woonende binnen de stad Gouda
verklaren bij dezen ons selven Elx een
voor al in solidum te stellen Borgen
als Principaal voor den vooornoemde Jan Ooms
en dat voor de prompte voldoeninge van
de voorschreven twee jaren pagtpenningen
van de voorschreven turftonnen, Belovende
in Cas den gemelden Jan Ooms in gebre-
ken mogte blijven dezelve op de Res-
pective termijnen te voldoen, als eijgen
Schuld sullen opleggen en betalen,
Renuntierende ten dien Eijnde van
de beneficien Ordinis divisionis, et
Excussionis, de Cragte van dien wel
verstaande, onder gelijk verband en
bedwangh als vooren, Actum den
18e december 1753
benijamijn van der brugge
claes van der boon
[1] [Borgtogt voor Jan Ooms.] in de marge
hertaling