41r
Vergadering van den Heeren
scholarchen gehouden den 31
december 1717. present de Heeren
de grande van Bleskensgrave
van der dussen, en van Abbesteeg
[[1]] Js gehoort opgenomen en geslooten de Reeckening van den
ontfang en uytgaaf van de scholasteryen overden
jaare 1716.
[[2]] Js naar voorgaande deliberatie goed gevonden
en verstaan aan te koopen een Losrentebrief
van duysent guldens Capitaal, of daar omtrent
ten laste van het gemeene Lands Comtoir hier ter
stede, ten minste pryse doenlyck
Vergadering van de Heeren
scholarchen gehouden den 6e
September 1718 present de Heeren
van Bleskensgrave, de grande
van der dussen
[[3]] Vermits het overlyden van Philibert de Laat
js na voorgaande deliberatie goed gevonden en
verstaan in desselfs plaatse tot Rentmeester
van de scholarchie aan te stellen Hendrick Smits
op een Tractement soo over als Extra van vyftig
guldens onder conditie dat deselve gedurende syn
dienst noyt om vermeerdering van Tractement
sal mogen spreecken.
de Heer van Abbesteeg absent synde, heeft alvorens
bij Missive in dese aanstelling geconsenteert.
[1] [Reeckening 1716
geslooten.] in de marge
[2] [October 1718
syn aangekoght
twee rentebrieven
een ter som ƒ 1200-
een 1168-
..... 82
staan geregistreert
op de staat hier
agter f 42 verso] in de marge
[3] [Hendrick Smits
Rentmeester
overleeden den 1
Junij 1751
hertaling
41v
Corten Staet Vande Jnkompsten
van de scholasterije opgestelt 24 september 1718
Wort Jaerlyckx ontfangen vande
pacht vande Turftonnen 335:-
noch van rantsoen vandeselve pacht
zynde een stuyver vande gulden bedraagt 16.15
Is gecollecteert Vande Runtonne 32:17
huijshuijr van het voorste huijs by
het school 36:-
[[1]] noch de huur vande kamer van achter
het school 12:-
Een Rentebrief van 500 gulden Capitael
tenlaste vande Erfgenamen van
hendrick Jacobse Loij staende op haer
huys jn het Clooster dus ƒ 500 20:-
[in de marge: folio 3170]
een rentebrief tenlaste vant gemeenelants
van holland en Westvrieslant ten Comptoir
der stad gouda op de naem van Willem
Pieters Trompert gedateert 8 maert
1633. ter somme van ƒ 1600:- 64:-
[in de marge: folio 6314]
een dito tenlaste en Comptoire als
voren, op de naem van Dirckgen
arents gedateert den 12 maert
1653 tersomme van ƒ 600: 24:-
[in de marge: folio 7243]
een dito tenlaste en Comptoire
alsvoren op de naem vande Voogden
vande weeskinders vant huys vander Spelt
gedateert den j meij 1665. ter
somme van ƒ 1000:- 40:-
[in de marge: folio 4169]
een dito tenlaste en Comptoire
alsvoren op de naem van arijen
Woutersz van Wijck gedateert
den 4 meij 1639 ter somme van ƒ 800:- 32:-
[in de marge: folio 3426]
Een dito tenlaste en Comptoire
alsvoren op de naem van Wilhel
mus Sluyter gedateert den 23
meij 1635 ter somme van ƒ 500: 20:-
[in de marge: folio 4706]
Een dito tenlaste en Comptoire
alsvoren op de naem van Maria
aertsz: gedateert den 24 meij
1641 ter somme van ƒ 700. 28:-
--------------- ---------------
5700 660:12
[1] [nota dese kamer is
verkogt] in de marge
hertaling
42r
Van de andere Zyde ƒ 660:12
ƒ 5700
[in de marge: folio 3427]
een rentebrief tenlaste en Comp
toire alsvoren op de naem van
Simon Jacobs gedateert den
Laetsten mey 1635 ter somme van ƒ 1300 ƒ 52:-
[in de marge: folio 4179]
een dito tenlaste en Comptoire
alsvoren op de naem van alyd
Louwens van hyselendoorn
gedateert den 10 Juny 1639
ter somme van ƒ 800 ƒ 32:-
[in de marge: folio 5708]
een dito tenlaste en Comptoire
alsvoren op de naem van Willem
Woutersz de weth gedateert den
18 Juny 1646 ter somme van ƒ 1000 ƒ 40:-
[in de marge: folio 7450]
een ut supra tenlaste en Comptoire
alsvoren op de naem vande scholasterye
der stad gouda gedateert den 4 July
1667 ter somme van ƒ 750 ƒ 30:-
[in de marge: folio 6198]
een ut supra tenlaste en Comptoire
alsvoren op de naem van annetie
Christiaens en steyntgen Jans
gedateert den 15 July 1651 ter
Somme van ƒ 600 ƒ 24:-
[in de marge: folio 4965]
een dito tenlaste en Comptoire
alsvoren op de naem van Jan
Teunisz gedateert den 23
September 1642 ter somme van ƒ 600 ƒ 24 -
[in de marge: folio 41]
Een obligatie ten laste en Comp-
toire alsvoren op de naem vande
scholasterije der stad Gouda
gedateert den 16 Maert 1701 ter
Somme van ƒ 1000 ƒ 40:-
[in de marge: folio 60 verso]
een dito tenlaste Comptoire
en namen alsvoren gedateert
den 1 augustus 1706 ter somme
van ƒ 1000 ƒ 40 -
[in de marge: folio 84 verso]
een dito: tenlaste Comptoire
en name alsvoren, gedateert
1 september 1709 ter somme van ƒ 1000 ƒ 40 -
--------------- ---------------
Capitael ƒ 13750 Jnko ƒ 982:12
hertaling
42v
vande andere Zyde – 982.12
13750
Den 7 november 1718
noch aengekogt de naer
volgende Rentebrieven
[in de marge: folio 3684]
een rentebrief tenlaste
enComptoire alsvoren op
naem van Jacob Ploene
tot oudewater gedateert den
15 Januarij 1637 gefolieert
folio 3684 tersomme van 1200:- 48:-
[in de marge: folio 6320]
een dito tenlaste enComp
toire alsvoren op e naem
van Cornelis Gijsbertsz Schuyt
gedateert den 12 December
1653 gefolieert folio
6320 ter somme van 1168:- 46:14:4
--------------- ---------------
Capitael ƒ 16118:- 1077:6.4
Vergadering van den Heeren
scholarchen gehouden den
11 january 1719 present de
Heeren van der dussen de grande
van Brandwyk, en van
Abbesteegh
[[1]] Js geapprobeert de verkoop van een Camer
of huysjen toekomende de scholasterye deser
stad, op voorgaande mondelinge ordre door
den Rentmeester Smits gedaan aan dirck jansz
Twaafhoven voor een somma van hondert dartig
guldens welcke somma den voornoemde Rentmeester gelast word
in syn eerste Reeckening in Ontfang te verantwoorden.
Vergadering van de Heeren
scholarchen gehouden den
17 april 1719 present de Heeren
van der dussen, de grande, van
Brandwyck en van Abbesteeg.
[[2]] Js gehoort, opgenomen en geslooten
de Reeckening van de scholasterye van den
jaare 1718.
[1] [verkoop van een
kleyn Huysje] in de marge
[2] [reeckening 1718 geslooten] in de marge
hertaling
43r
Vergadering van de Heeren
scholarchen gehouden den 17 May
1720. present de Heeren van der
Dussen, van abbesteeg, de grande,
en van Brandwyck.
[[1]] gedelibereert wesende op het versoeck van den
Conrector Stippius, om te mogen hebben syn dimissie
vermits beroepen was tot Rector in de Latynsche
schoolen tot Bommel, js goed gevonden den voornoemde
Conrector Stippius te dimitteren, en aan de Heeren
Burgemeesteren kennisse te geven van de vacature
van de Conrectors plaatse, in de Latijnsche schoole
alhier, met versoeck om geauthoriseert te worden
dat suppletie van de voorseide plaats, met een ander
bequaam persoon.
Vergadering van de Heeren
scholarchen gehouden den 18 may
1720 present de Heeren van der
dussen, van Abbesteeg, de grande, en
van Brandwyck.
De Heer van der dussen heeft ter vergadering
geexhibeert de onderstaande resolutie van de Heeren
Burgemeesteren en regeerders der stad Gouda.
Extract uyt het Camerboeck
der stad Gouda
[[2]] De Heeren scholarchen hebben ter Camere gecommuniceert
dat johannes Reynhorst Stippius, Conrector in de Latynse
schoolen binnen dese stad, aan haarselve kennisse hadden
gegeven dat hy tot rector in der schoolen tot Bommel
beroepen js, en om die redenen versogt had syn dimissie
als conrector alhier te mogen obtineren, waar op gedelibe-
reert wesende, js goed gevonden en verstaan gemelde Heeren
te bedancken voor haar gegeven communicatie en te
versoecken om den gemelde johannes Reynhorst Stippius,
[1] [dimissie aan
den Conrector
Stippius] in de marge
[2] [authorisatie
tot het beroepen
van een ander
conrector] in de marge
hertaling
43v
te sonderen of niet op de een of andere manier
te disponeren soude syn, om het voorseide beroep
te refuseren, en in syn dienst alhier te conti-
nueren, en in geval van weygering worden
gemelde Heeren geauthoriseert een ander bequaem
persoon te despicieren en daar mede te
contracteren, soo als deselve ten meesten
dienste van de schoolen, sullen oordelen
te behooren.
Vergadering van de Heeren
scholarchen den 21 May 1720
present de Heeren van der
Dussen, van Abbesteeg, de
grande en van Brandwyck
[[1]] Jn gevolge vande authorisatie vande Heeren
Burgemeesteren in dato den 17 maij laastleden, js
goed gevonden en verstaan op approbatie van de
Heeren Burgemeesteren aan te stellen en te
beroepen tot Conrector in de Latynse schoole
Abraham Wieling in plaatse van johannes
Reynhorst Stippius, beroepen tot Rector in de
schoolen tot Bommel, aan de welcke op desselfs
nader instantie een behoorlycke dimissie js
geaccordeert en dat op het ordinaris tractement
daar toe staande.
Vergadering van de Heeren
scholarchen gehouden den 22 May
1720 present de Heeren van der
dussen, van Abbesteeg, de grande
en van randwyck.
Extract uyt het Camerbouck der stad
Gouda
[[2]] De Heeren scholarchen hebben ter Camer kennisse
gegeven dat den Conrector Stippius niet te
permoveren geweest synde, om in syn dienst
te continueren, op approbatie van de Heeren
Burgemeesteren in desselfs plaatse tot Conrector
in de Latynse schoolen te beroepen, Abraham
wieling, waar op gedelibereert wesende js de
voorseide beroeping geapprobeert, gelyck deselve
geapprobeert word by deesen.
[1] [Abraham Wieling
beroepen tot
Conrector] in de marge
[2] [approbatie van
het voorseide beroep.] in de marge
hertaling
44
Onderstaande tekst staat in het kopie exemplaar van het Resolutieboek. Bij tekst die overlapt met het originele exemplaar 0183.1 is de achtergrond lichtgrijs.
80v
in sijn dienst te Continueren,
op approbatie van de Heeren Burgermeesteren
in desselfs plaats tot Conrector in de
Latijnse schoolen te beroepen,
Abraham Wielingh, waar op gedeli-
bereert wezende, Js de voornoemde be-
roepinge geapprobeert, gelijk dezelve
geapprobeert word bij dezen,
Vergadering ge-
houden bij de Heeren
scholarchen den 4e october
1720 present de Heeren
van der dussen, van
Abbesteegh, en de Grande
[[1]] Is gehoort, opgenomen, en geslooten
de Rekening van de scholasterije
van den jare 1719,
[1] [Rekeninge 1719
geslooten] in de marge
hertaling
81r
Vergadering van
de Heeren scholarchen
gehouden den 19 december
1720, present de Heeren
van der Dussen, van
Abbesteeg, de Grande, en
van Brandwijk
[[1]] Op het geproponeerde, Js goed ge-
vonden en verstaan, uijt de public-
que schoolen na de Accademie te
promoveren Adam Servatius
Matzedelaar, en gepermitteert aan
denzelven publiquelijk ter gewooner
uure, en plaatse te mogen doen
een oratie bij hem gemaakt, ge-
Jntituleert de Lugduno Batavorum
Hispanorum soluto, en dat om speci-
ale Redenen, na dat de voornoemde Oratie
sal sijn gedaan, aan hem gegeven
sal worden tot een testimonium
van genoegen een vergulde silvere
penningh,
[1] [Permissie om
publicq te mogen
oreren] in de marge
hertaling
81v
[[1]] Js na voorgaande deliberatie
goed gevonden, en verstaan, dat voor
het toekomende de Rector observeren
sal, om aan de Heeren Curateuren,
ten minsten twee maanden voor
het somer, en Winter Examen ken-
nisse te geven of ijmand van des-
selfs discipulen bequaam is, of ge-
negentheijt heeft om tot de Acade-
mische studien gepromoveert te
worden, ten Eynde om daar op te
verstaan der Curateuren goedvinden,
[[2]] dat in Cas de Promotie toegestaan
word, alvorens de Oratie die als dan
gewoonlijk is gedaan te worden, onder
de persse te brengen, sal worden
ter hand gesteld aan de Heeren Cura-
teuren, om daar op derzelver goed-
vinden te verstaan, blijvende in alle
de gevallen de Heeren Curateuren
in haar geheel, om die geen, die
[1] [ordres voor
den Rector
op de promotie] in de marge
[2] [de Oratien te
Examineren] in de marge
hertaling
82r
[[1]] geen die gepromoveert sal worden,
te gratificeren met een vergulde
silvere penningh, gelijk sulx meer-
maalen is geschiet, of niet, en
sal hier van Copie gegeven worden
aan den Rector om te strekken
tot sijne narigtinge,
Vergadering van
de Heeren scholarchen
gehouden den 5e jannuary
1721, present de Heeren
van der Dussen, van
Abbesteeg, de Grande, en
van Brandwijk,
Js naar voorgaande deliberatie goed-
gevonden aan den gewesen Con-
rector Stippius te geven het Testi-
monium Luydende als volgt Lectori Salutem
[[2]] Quam vis nec Nostra eucomio[3] nec
[1] [geven van een
promotie penningh] in de marge
[2] [Testimonium aan
den Con-rector Stip-
pius beroepen tot
Rector tot Bommel] in de marge
[3] [eucomio] lees [encomion]
hertaling
Aan wie dit leest,
Hoewel hij noch onze lofzang noch aanbevelingen van anderen nodig heeft,
82v
nec aliorum testimonijs opus habeat
ornatissimus, et doctissimus Vir Johan-
nis Reijnhardus Stippius magno suo
merito nuper ad moderamen Gijm-
nasij Bommeliani evocatus: Attamen
non sine honoris praefatione et hisce
commendatitijs illuc dimittendum
esse censuimus. Js enim ex quo ad
nos appulit spartam, quam nactus
erat sedulo ornavit et sustinuit
strenuo quam de se concitaverat,
Exspectationem audiverat admo-
dum adolescens humaniores
Litteras profitentem Marburgi
Cattorum Clarissimum Percelli inde Bremam
se conferens et Clarissimo Sagittario in
disciplinam traditus brevi tantos
in studijs elegantiorum Litterarum
fecit profectus, ut ea aetate qua
aly fere musarum alumni studijs
vacare incipiunt, ipse quae jam
tunc probe dedicerat alios docue-
toch willen wij niet de zeer erudiete en zeer geleerde heer Johan Reinhart Stippius, die vanwege zijn grote verdiensten onlangs is benoemd tot rector van het gymnasium in Zaltbommel, laten gaan zonder zijn verdiensten te bezingen in dit getuigschrift. Want vanaf het moment dat hij bij ons was beland, heeft hij het Sparta dat hij aantrof ijverig verfraaid[1] en de verwachtingen die hij had gewekt voortvarend waargemaakt.
Op zeer jonge leeftijd heeft hij in Marburg colleges gevolgd in de geesteswetenschappen bij professor Percelli[2], vandaar is hij naar Bremen vertrokken en daar heeft hij zich gewijd aan de studie bij professor Sagittarius. In korte tijd heeft hij zulke vorderingen gemaakt in de studie van de schone letteren dat hij - op een leeftijd waarop andere jongens na het eindexamen gymnasium aan hun studie beginnen - al onderwijs gaf aan anderen, in onderwerpen die hij zich grondig had eigengemaakt.
[1] Zinspeelt op adagium 2501 van Erasmus, ‘Spartam nactus es, hanc orna.’ Dat is: je hebt Sparta gekregen, maak er iets moois van. Ongetwijfeld ook een knipoog naar de gevelsteen van het Willem Vroesenhuis in Gouda (hierop staat: Spartam nacti). In de tijd van Stippius was de Latijnse School gevestigd in een pand tegenover het Willem Vroesenhuis.
[2] Maximilian Percelli (1648-1703), professor in de filosofie, retorica en geschiedenis aan de universiteit van Marburg.
83r
rit duplicem inde laudem referens,
ut et doctoribus, placeret discipulus
ingenuus, et doctos simul et bene
moratos ees formaret discipulos,
Litteris Humanioribus adjunxit
Philologiam praecipue sacram
ducibus Clarissimo Keslero et Mejero magno
cum applausu Bremae docentibus,
donec tandem Theologiae se totum
traderet sub auspicijs Clarissimi Hasaei et
praecipue doctissimi Schumacheri:
quam adeo caste et indefesso labore
excoluit ut summis in hac
disciplina Viris carus ad modum
fuerit, et ad ministerium publicum
candidatus admissus conciones ad
plebem christianam habuerit
cum laude. Hisce ornatus dotibus
Bremae valedexit[1] nostras oras et
praecipue academiam Lugduno
Batavam invisurus, ubi Clarissimo Perizonio
[1] [valedexit] lees [valedixit]
En daarmee kreeg hij van twee kanten lof toegezwaaid, namelijk dat hij én als uitmuntend student zijn leraren behaagde, én tegelijkertijd zijn leerlingen kennis en goede zeden bijbracht.
Naast de studie van de klassieke letteren heeft hij zich vooral toegelegd op de filologische studie van de Heilige Schrift, onder leiding van professor Kesler en Meier, hooggeroemde docenten in Bremen. Vervolgens heeft hij zich uiteindelijk helemaal gewijd aan de theologie, onder de auspiciën van professor Hase[1] en vooral de zeergeleerde Schumacher[2]. Die studie heeft hij zo vroom en niet aflatend beoefend dat deze beide heren, de meest vooraanstaanden op dit gebied, hem zeer genegen waren en dat hij als kandidaat werd toegelaten tot openbare diensten waar hij voor de christelijke gemeente heeft gepreekt, waarvoor hij veel waardering kreeg. Met deze verworvenheden in zijn bagage heeft hij Bremen vaarwelgezegd om ons land te bezoeken, met name de Leidse universiteit, waar hij kennis maakte met de onvergelijkelijke professor Perizonius[3],
[1] Theodor Hase (1682-1731)
[2] Misschien Albert Schumacher (1660-1743)
[3] Jacob Perizonius (1651-1715), hoogleraar geschiedenis en klassieke letteren aan de universiteiten van Franeker en Leiden.
83v
Viro incomparabili innotuit, qui non
destitit hunc doctissimum virum
Juvenem amore singulari prosequi,
et consilijs suis Juvare. Donec
Regimini scholarum nostrarum
prorector admodium præcipue id sibi
operæ datum credidit, ut et voce et
exemplo doceret, in Deum pius,
Jnformandis rudibus Juvenum
ani-
mis facilis et assiduous, sedet in
castigandis protervæ Jnventutis vitijs
severus, quo majori eam ad virtutem
Jmpelleret ardore, His moribus
tantam sibi apud omnes famam
et apud bonos conciliavit amorem
ut facile curæ et Jnstitutioni ipsius
committerent Liberos, qui nec pari-
tendos inde retuleriunt fructus
sic vixit apud nos ultra septennium,
nemini gravis omnibus utilis, et
magnum sui desiderium relinquens
die deze zeergeleerde jongeman voortdurend met bijzondere genegenheid behandelde en met zijn raadgevingen terzijde stond.
Tenslotte was hij, als conrector en medebestuurder van onze school, de overtuiging toegedaan dat het bovenal zijn opdracht was om zowel door zijn woorden als door zijn voorbeeld te onderwijzen. Hij is vroom ten opzichte van God,
zachtmoedig en volhardend in de vorming van de ongepolijste jonge geesten[1] en hij treedt streng op bij de bestraffing van ondeugden van de bandeloze jeugd, om ze daardoor nog ferventer tot deugdzaamheid te brengen. Met deze instelling verwierf hij bij allen zo’n goede reputatie en bij rechtschapen lieden zo veel waardering dat zij zonder aarzelen aan zijn zorg en onderwijs hun kinderen toevertrouwden, die daar waardevolle vruchten van plukten. Zo heeft hij bij ons meer dan zeven jaar doorgebracht, voor niemand onaangenaam, voor allen nuttig, en bij degenen die het genoegen smaakten vertrouwelijk met hem om te gaan, liet hij bij zijn vertrek een groot gevoel van gemis achter.
[1] Boven het poortje van de school in het voormalige Cellenbroeders klooster stond deze spreuk van rector Traudenius: Praesidium atque decus quae sunt et gaudia vitae - Formant hic animos Graeca Latina rudes. Vrij vertaald: Om eens tot steun, sieraad en bron van vreugde in het leven te zijn, vormen Grieks en Latijn hier de nog ruwe geest. De woorden in het testimonium ‘in formandis rudibus juvenum animis’ (bij de vorming van de nog ruwe geest van de jeugd) zijn hier zeker een echo van.
45r
animis facilis et assiduus, sedet in castigandis protervae
Juventutis vitys severus, quo majori eam ad virtutem
jmpelleret ardore. His moribus tantam sibi apud
omnes famam, et apud bonos conciliavit amorem
ut facile curae et institutioni ipsius committerent Liberos
qui nec paenitendos inde retulerunt fructus. Sic
vixit apud nos ultra Septennium, nemini gravis,
omnibus utilis et magnium Sui desiderium relinquens
quibusorum familiariter versari ipsi contigit quaproplie
eum omnibus bonis Largissime commendatum, volunius,
etque et Studys ipsius omnia fausta apprecamur
Dabirmus Goudae Nonis January CIƆIƆCCXXI.
id est quinto die January
Vergadering van den Heeren scholarchen
gehouden den 2e maart 1721 present
de Heeren van Abbesteech, de grande
van der dussen.
js ontfangen een missive van den gewesen Conrector
Stippius betuygende syn danckbaarheyd, en luydende
als volgt
Nobilissimis Amplissimis gravissimis
Schola[e] goudanae constituendae IV-Viris
Salutem plurimam dicit
J. R. Stippius
[[1]] Ea. qua par est observantia et reverentia
Amplissimi Viri, liceat mihi, quae a pietate
et animo gratissimo beneficiorumque a vobis
in me collatorum haud immemori proveniant
commemorare et exponere[.] alibi alii querantur
Literis non constare pret[i]um nec Literatis
haberi honorem: ego vero generosa Vestra
munificentia longe diversa plus simplici vice
expertus sum, quae numquam mihi satis
predicari poterunt, Ex eo enim tempore quo
mihi pubis Scholasticae demandastis curam
benigne mihi prosperistis, abeuntem
liberali donastis congiario. denique ad
benevolentiam accessit Vestram cumulus
quod opellam qualemcumque meam publico
[1] [missive van
dankbaarheyd
van de geweesen
conrector
Stippius.] in de marge
zachtmoedig en volhardend in de vorming van de ongepolijste jonge geesten[1] en hij treedt streng op bij de bestraffing van ondeugden van de bandeloze jeugd, om ze daardoor nog ferventer tot deugdzaamheid te brengen. Met deze instelling verwierf hij bij allen zo’n goede reputatie en bij rechtschapen lieden zo veel waardering dat zij zonder aarzelen aan zijn zorg en onderwijs hun kinderen toevertrouwden, die daar waardevolle vruchten van plukten. Zo heeft hij bij ons meer dan zeven jaar doorgebracht, voor niemand onaangenaam, voor allen nuttig, en bij degenen die het genoegen smaakten vertrouwelijk met hem om te gaan, liet hij bij zijn vertrek een groot gevoel van gemis achter. Daarom willen wij hem in de breedst mogelijke zin royaal aanbevelen en wij wensen hem alle goeds bij zijn verdere carrière.
Gegeven te Gouda, op de nonen van januari 1721, dat is de 5e dag van januari.
Aan de weledele, zeer achtbare, gestrenge Heren Vier, bestuurders van de Goudse School
zendt J.R. Stippius[2] een allerhartelijkste groet.
Het zij mij vergund, weledele heren, om met gepaste eerbied en hoogachting die zaken in herinnering te roepen en uiteen te zetten die voortkomen uit respect en de dankbaarheid in mijn hart dat zich zeer goed de weldaden herinnert die u mij heeft bewezen. Laat anderen elders maar klagen dat de letteren geen waardering krijgen en dat geletterden niet geëerd worden: door uw genereuze welwillendheid heb ik meer dan eens heel andere dingen mogen ervaren, die ik nooit voldoende zal kunnen verkondigen. Immers sinds het moment dat u mij de zorg voor de schoolgaande jongemannen heeft toevertrouwd, heeft u mij welwillend bejegend, en toen ik vertrok heeft u mij een ruimhartige beloning gegeven. Ten slotte heeft uw goedgunstigheid zijn bekroning gekregen doordat u mijn prestaties (als het die naam mag hebben)
[1] Boven het poortje van de school in het voormalige Cellenbroeders klooster stond deze spreuk van rector Traudenius: Praesidium atque decus quae sunt et gaudia vitae - Formant hic animos Graeca Latina rudes. Vrij vertaald: Om eens tot steun, sieraad en bron van vreugde in het leven te zijn, vormen Grieks en Latijn hier de nog ruwe geest. De woorden in het testimonium ‘in formandis rudibus juvenum animis’ (bij de vorming van de nog ruwe geest van de jeugd) zijn hier zeker een echo van.
[2] Johan Reinhart Stippius (1681-1753), geboren in Kassel (Neder-Hessen), was conrector van de Latijnse School in Gouda.
45v
ornare testimonio eamque fuisse vobis
gratam perbenigne declarere[1] volueritis
Tot tantaque merita et beneficia
gratissimo recolens animo non possum,
quin Vobis Illustres Viri maximas agam
gratias quas quum referre non liceat
semper habebo vos prae ceteris et colam
et diligam et observabo dum vivam[.]
porro autem propitia in me sitis voluntate
et pristino complecti favore pergatis etiam
atque etiam rogo. Id sedulo operam dabo
ut nulli in Vos, Viri Nobilissimi secundus
obsequio et pietate exsistam[.] quod superest
Deum optimum maximum supplex veneror, ut vobis
vitae usum et fructum proroget in tempus
quam longissimum ut vigiatis[2] ac floreatis
cum omnibus Vestris. Valete, Vire[3] Summi,
et Rebus Publicis diu salvi et felices
consilio curaque Vestra adeste. Bommeliae
in geldris ante diem IV Kalendas martias MDCCXXI
id est die vigisimo[4] sexto februarij
Vergadering gehouden by de
Heeren scholarchen, den 24 maart
1721 present de Heeren van
Abbesteech, de grande van der
dussen, en van Brandwyck
[[5]] Jn agting genomen synde de lange vacature
van de Conrectors plaatse, en dat den rector
de discipulen in de Conrectors school, gedurende
die tyd had geinstrueert, js goed gevonden en
verstaan, aan den voornoemde Rector te geven een
liberaale gifte ter somma van hondert gulden, sonder dat
het selve in toecomende voor een exempel gealle-
geert, of in consequentie getrocken sal worden.
[1] [declarere] lees [declarare]
[2] [vigiatis] lees [vigeatis]
[3] [Vire] lees [viri]
[4] [vigisimo] lees [vigesimo]
[5] [hondert gulden aan den
rector tot een
liberaale gifte
voor het waarnemen
van de Conrectors
plaatse] in de marge
met een openbaar getuigschrift luister heeft willen bijzetten en goedgunstig heeft willen verklaren dat ze u welgevallig waren.
Wanneer ik mij zo vele en zo grote gunsten en weldaden in diepe dankbaarheid herinner, kan ik niet anders dan u, illustere heren, de hoogst mogelijke dank brengen. Ook als mij dat niet zou worden toegestaan, zal ik u altijd beschouwen als boven alle anderen verheven, en ik zal u eren en hoogachten en eerbiedigen zolang ik leef.
Verder vraag ik dringend dat u mij goedgunstig gezind wilt blijven en dat u de vertrouwde goede verstandhouding wilt blijven koesteren. Hiervoor zal ik mij ijverig inspannen, dat ik voor niemand onderdoe in gehoorzaamheid en eerbied jegens u, weledele heren. Verder richt ik eerbiedig mijn smeekbede tot God almachtig en bid hem om u zo lang mogelijk genot en gebruik van het leven te verlenen, opdat u in goede gezondheid en voorspoed met al de uwen zult leven. Vaarwel, hooggeachte heren, en moge u de publieke zaak nog lange tijd gezond en gelukkig met raad en daad dienen.
Te Zaltbommel in Gelderland, op de 4e dag voor de kalende van maart, 1721.
Dat is de 26e dag van februari.
46r
Vergadering gehouden by de
Heeren scholarchen den 4 junij
1721. present de Heeren van
Abbesteech de grande, van der
dussen en van Brandwyck
[[1]] De preceptor Roosendaal overleden synde,
js goed gevonden en verstaan daar van kennisse
te geven aan de Heeren Burgemeesteren, ende
daar benevens te versoecken authorisatie
om een ander persoon in desselfs plaatse
te despicieren, en aan te stellen op approbatie
van de Heeren Burgemeesteren.
[[2]] Js gehoort opgenomen en geslooten de Reckening vande
scholasterye
van den jaare
1721
Extract uyt het camerboeck
van de Heeren Burgemeesteren
der stad gouda in dato 4 juny
1721.
[[3]] De Heeren scholarchen hebben ter Camer
kennisse gegeven, van het overlyden van johan
van Roosendaal preceptor in de tweede school
binnen dese stad en daar benevens versogt, dat
haarselve geauthoriseert mogten worden, om een ander
bequaam persoon tot vervulling van de voorseide
preceptors plaatse te mogen despicieren, waarop
gedelibereert synde, js goed gevonden en verstaan
de voorseide Heeren te authoriseren een bequaam
persoon tot preceptor in de tweede schoole te
despicieren, en te beroepen op nader approbatie
van haar Edel groot Achtbaren
Vergadering gehouden by de
Heeren scholarchen den 4 juny
1721 present de Heeren van
Abbesteech, de grande, van der
dussen, en van Brandwyck
[[4]] Jngevolge van de authorisatie van de Heeren
Burgemeesteren in dato 2e deser js na voorgaande
deliberatie goed gevonden Adriaan Keetel preceptor
inde eerste schoole aan te stellen tot preceptor
inde tweede schoole, in plaats van johan van
Roosendaal overleden, op approbatie vande
Heeren Burgemeesteren.
[1] [de preceptor
in de tweede
schoole johan
van Roosendaal
overleden] in de marge
[2] [Reeckening 1721] in de marge
[3] [Authorisatie
van de Heeren
Burgemeesteren
om een ander
persoon
aan te stellen] in de marge
[4] [Adrianus ketel
aangestelt
tot preceptor
in de tweede
schoole] in de marge
hertaling
46v
Extract uyt het Camerboek
der stad Gouda den 4 juny
1721.
[[1]] De Heeren scholarchen hebben ter Camer
kennisse gegeven dat haar Edelen ingevolge van de
authorisatie van den 2 deser maand, in
plaatse van johan van Rosendaal overleden
tot preceptor in de tweede schole, op
approbatie van de Heeren Burgemeesteren hadden
beroepen de persoon van Adrianus Ketel
preceptor in de eerste schoole binnen dese
stad, waar op gedelibereert wesende,
js goed gevonden en verstaan de voornoemde
beroepinge te approberen, gelyk deselve
geapprobeert word by dese, en worden
de Heeren scholarchen geauthoriseert
een ander bequaam persoon in plaatse
van de gemelte Adriaan Ketel te despicieren
en beroepen op nader approbatie van
haar Edel groot Achtbaren.
Vergadering van de Heeren
scholarchen gehouden den 16
augustj 1722 present de Heeren
van Bleskensgrave, de grande,
van der dussen en van Abbesteech.
[[2]] Jngevolge van de authorisatie van de Heeren
Burgemeesteren in dato 4 juny 1721 js na
voorgaande deliberatie goed gevonden
Theodorus Anthonius ter Horst aan te stellen
tot preceptor in de laaghste schoolen, voor
de tyd van een jaar, om een preuve te
nemen van syn bequaamheyd, op approbatie
van de Heeren Burgemeesteren.
Extract uyt het Camerboeck der stad gouda
den 17 augustus 1722
[[3]] De heeren scholarchen hebben ter Camere kennisse gegeven dat
haarselve Jngevolge vande authorisatie van 4 Juny 1721 Jn plaetse van
Adriaen Ketel tot preceptor Jnde Laegste schoole op approbatie
van de heeren burgemeesteren hadden beroepen den persoon van Theodorus
Anthonius ter horst,
Waer op gedelibereert wesende Js goed gevonden en verstaen
de voorkomende beroepinge te approberen, gelyck deselve geap
probeert werd by desen
[1] [approbatie
van adrianus
ketel tot preceptor
in de tweede
schoole] in de marge
[2] [Theodorus
Anthonius ter Horst
voor een jaar tot
preceptor in de
laatste schoole] in de marge
[3] [approbatie van Theodorus
anthonius ter horst
tot preceptor in de
Laetste schoole] in de marge
hertaling
47
Onderstaande tekst staat in het kopie exemplaar van het Resolutieboek. Bij tekst die overlapt met het originele exemplaar 0183.1 is de achtergrond lichtgrijs.
89r
Vergadering van
de Heeren scholarchen
den 23 december 1722 pre-
sent de Heeren van
Bleskengsgrave, de grande
van der Dussen, en van
Abbesteegh,
[[1]] Js gehoort, opgenomen en geslooten
de Rekening van de scholasterije
van den jare 1721
[[2]] Jn agting genomen sijnde dat de
præceptor Ketel, vermits de vacature
van de Præceptors plaatse in de
Laagste schoole, die schoole heeft
waargenomen ontrent veertien
maanden, Js goed gevonden en ver-
staan aan den voornoemde Ketel te geven
een Liberale gifte ter somma
van hondert dertigh guldens, sonder
dat het zelve in toekomende voor
een Exempel geallegeert, nog in Conse-
quentie getrokken sal worden.
[1] [Rekening 1721] in de marge
[2] [aan de præceptor
Ketel gegeven
ƒ 130-,,-,, voor het
waarnemen van
de laaste schoole] in de marge
hertaling
89v
[[1]] Js aangekogt een Los rentebrief
ten Comptoire van des gemeene
Lands middelen te Gouda, ter som-
ma van twee duijzend een hondert en
veertigh Guldens, op den Naam van
den testamentaire voogt van Maria
Sloots, in dato 25 April 1661, ƒ 6940
Corten staat vande
Jnkomsten van de scho-
lasterije, opgesteld 4 februarij
1723,
Word jaarlijx ontfangen
van de pagt van de turftonnen
Nog van Rantsoen van dezelve
pagt sijnde een stuiver van de gulden
bedraagt
Js gecollecteert van de Runne
tonne tot Junij 1722 - - - ƒ 40=10=.
Huys-huur vant voorste
Huijs by t school - - - - ƒ 36=,,=.
---------------
ƒ 76=10=.
[1] [aankoop
rentebrief
2140 guldens] in de marge
hertaling
90r
Transport ƒ 76=10
Een Rentebrief van vijf
hondert gulden Capitaal
ten Laste van Gijsbert
Cruijskerke staande op sijn
huijs int Clooster, dus ƒ 500 ƒ 20=.
[in de marge: folio 3170]
Een Rentebrief ten Laste
van t gemeenelant, van
Hollant, en WestVrieslant
ten Comptoire van Gouda
op den naam van Willem
Pieters Trompert, gedateert
8 maart 1633, ter somma van ƒ 1600 ƒ 64:-
[in de marge: folio 6314]
Een dito ten Laste, en
Comptoire, als voren, op
den Naam van Dirkgen
Aarts, gedateert den 12 maart
1653, ter somma van ƒ 600 ƒ 24
[in de marge: folio 7243]
Een dito ten Laste, en
Comptoire als voren opden
naam van voogden van
Weeskinderen vant huijs
van der Spelt, gedateert
1 meij 1665, ter somma van ƒ 1000 ƒ 40
[in de marge: folio 4169]
Een dito ten Laste, en
Comptoire als voren op
den Naam van Arien
--------------- ------------
ƒ 3700 ƒ 224:10
hertaling
90v
Transport ƒ 3700 ƒ 224:10
Wouters van Wijck, gedateert den
4 meij 1639 ter somma van ƒ 800 ƒ 32
[in de marge: folio 3426]
Een dito ten Laste, en
Comptoire als voren op den
Naam van Wilhelmus Sluijter
gedateert 23 meij 1635 ter
somma van ƒ 500 ƒ 20:-
[in de marge: folio 4706]
Een dito ten Lasten, en
Comptoire, als voren op den
Naam van Maria Aarts geda-
teert 24 meij 1641 ter somma van ƒ 700 ƒ 28
[in de marge: folio 3427]
Een dito ten Lasten, en
Comptoire als voren op den
Naam van Simon Jacobsz
gedateert Laasten meij 1635
ter somma van ƒ 1300 ƒ 52
[in de marge: folio 4179]
Een dito ten Lasten, en
Comptoire als voren, op den
Naam Alijd bouwensz van
Hijzelendoorn, gedateert 10 Junij
1639, ter somma van ƒ 800 ƒ 32
[in de marge: folio 5708]
Een dito ten Lasten, en
Comptoire als vooren, op[1] den
Name van Willem Woutersz
de Veth, gedateert 18 Junij
1646, ter somma van ƒ 1000 ƒ 40
--------------- ----------
Capitaal ƒ 8800 Jntrest ƒ428:10
[1] [op] interlineair
hertaling
91r
Transport ƒ 8800 ƒ 428:10
[in de marge: folio 7450]
Een dito ten Lasten, en
Comptoire alsvoren, op den
Naam van de scholasterije
der stad Gouda, Jn dato 4e
1667, ter somma van ƒ 750 ƒ 30:-
[in de marge: folio 6198]
Een dito ten Laste, en
Comptoire, als vooren op
den Naam van Annetje
Christiaansz, en Steijntje
Jans, gedateert 15e Julij
1651, ter somma van ƒ 600 ƒ 24
[in de marge: folio 4965]
Een dito ten Lasten, en
Comptoire als vooren, op
den Naam van Jan Theunisz
gedateert 23 7ber [september] 1642
ter somma van ƒ 600 ƒ 24
[in de marge: folio 6320]
Een dito ten Lasten, en
Comptoire als vooren
op den Naam van Cornelis
Gijsbertsz Schuijt gedateert
12e December 1653 ter
somma van ƒ 1168 ƒ 46:14:4
[in de marge: folio 3684]
Een dito ten Lasten, en
Comptoire als voren, op den
Naam van Jacob Ploene
tot oudewater, gedateert
15 Jannuarij 1637 ter somma van ƒ 1200 ƒ 48
--------------- ------------
ƒ 13110 ƒ600:4:4
hertaling
48r
Van de andere Zyde 482:10
Vande andere Zyde Capitael ƒ 10150
[in de marge: folio 4965]
een dito tenlaste en Compoire
alsvoren op de naem van Jan
Teunisz, gedateert 23 september
1642 tersomme van 600 ƒ 24:-
[in de marge: folio 6320]
een dito tenlaste en Comptoire
alsvoren op de naem van Cornelis
Gysbertsz Schuyt gedateert
12 December 1653 tensomme
van 1168 ƒ 46:14:4
[in de marge: folio 3684]
een dito tenlaste en Comptoire
alsvoren op de naem van Jacob
Ploene tot Oudewater gedateert
15 January 1637 tersomme van 1200 ƒ 48:-
[in de marge: folio 1839]
een dito tenlaste en Comptoire
alsvoren op de naem vande Voogden
vande nagelate wesen van Jan
raessen gedateert 12 january
1610 ter somme van 1100 ƒ 44:-
[in de marge: folio 6940]
een dito tenlaste en Comptoire
alsvoren op de naem vande Testa
mentaire voogt van Maria Sloos
gedateert 25 april 1661 ter
somme van 2140 ƒ 85:12:-
[in de marge: folio 41]
Een obligatie tenlaste en
Comptoire alsvoren op de naem
vande scholasterye den stad
Gouda, gedateert 16 maert
1701 ten somme van 1000 ƒ 40:-:-
[in de marge: 60verso]
een utsupra tenlaste en Comptoire en name
alsvoren gedateert j augustus 1706
ten somme van 1000 ƒ 40:
[in de marge: 84verso]
een utsupra tenlaste Comptoire
en name alsvoren gedateert
1 September 1709 ten Somme
van 1000 ƒ 40
--------------- ---------------
Capitael ƒ 19358 ƒ 850:16:4
hertaling
48v
Extract uyt het Camerboeck der stad
Gouda den 22 february 1723
[[1]] De heeren scholarchen hebbenter Camere gecom
municeert dat abraham Wieling Conrector
jnde Latijnse scholen Binnen dese stad aen
haer Edelen hadde kennisse gegeven, dat hij tot
Conrector inde schoolen tot amsterdam beroepen is,
ende om dieredenen Versocht hadde sijn dimissie
als Conrector alhier te mogen obtineren. Waerop
gedelibereert Zijnde wesende, Js goed gevonden
enverstaen gemelte heeren te bedancken voorhaer
gegeven Communicatie ende werden gemelte heeren
geauthoriseert een ander bequaem persoon te despicieren
en daermede te contracteren, soo als deselve ten
meesten dienste vande scholen sullen oordelen
tebehoren.
Vergadering vande heeren
scholarchen gehouden den 6
maert 1723. present deheeren
van Brandwyk, de grande, en
van abbesteegh
[[2]] Jngevolge vande authorisatie vande heeren Burgermeesteren
jn dato den 22e februarij 1723. Js goed gevonden en
verstaen op approbatie vande Heeren Burgermeesteren
aentestellen ente beroepen tot Conrector jnde Latynse
schoole Jan Wilhelm Barnard Grote, Jnplaetse
van abraham Wieling beroepen tot Conrector Jnde
schoolen tot amsterdam aendewelcke een behoorlyke
dimissie is geaccordeert, endat op het ordinaris Tractement
daertoe staende
Extract uijt het Camerboeck der stad
Gouda. den 9 maert 1723
[[3]] Deheeren scholarchen hebben tenkamere kennisse
gegeven dat haer Edelen Jngevolge vande authorisatie van
22 february. Laetsleeden op approbatie vande heeren
Burgermeesteren. hadden beroepen den persoon van Jan
Wilhelm Barnard Grote tot Conrector jnde
Latijnse schoolen Binnen dese stad Jnplaetse
van abraham Wieling vanhier tot amsterdam
als Conrector beroepen
waerop gedelibereert wesende Js goed gevonden
enverstaen devoorseide beroepinge te approberen
gelyk deselve geapprobeert werd bydesen
[1] [Authorisatie
tot het beroepen
van een ander
Conrector] in de marge
[2] [Jan Wilhelm Barnard grote
aengestelt tot Conrector] in de marge
[3] [approbatie van het
voorseide beroep] in de marge
hertaling
49r
Vergadering van de Heeren scholarchen
gehouden den 3 April 1724 present
de Heeren van Abbesteech, de
grande, en van der dussen
[[1]] Js gehoort, opgenomen, en geslooten den Reeckening
van de scholasterye van den jaare 1722.
[[2]] Op deklagten enhet versoeck gedaen by Willem van
Eyck pachter van de Turftonnen, om te mogen hebben
eenige verminderinge van sijn pachtpenningen.
Js na voorgaende deliberatie goed gevonden en
verstaen, om redenen, de pagt vande Turftonnenn
te verminderen met vijfendartich Gulden sJaers.
Sulcx dat denvoornoemde Willem van Eijck jnplaetse
van driehondert vijfendartich gulden diehij Jaerlijcx
voorde voorszeide pacht heeft betaelt, sal betalen
driehondert gulden, en daer enboven het ordinaris rantsoen
Jngangh nemende met den 23 Junij 1722, ende
soo vervolgens.
Vergadering van de Heeren
scholarchen den 10 November 1724
present de Heeren van Abbesteech
de grande van der dussen, en van
Brandwyk.
[[3]] Js gehoort opgenomen en geslooten de
Reeckening van de scholastery van den jaare
1723
[[4]] Js aangekogt een Losrentebrief ten laste
van het Comptoir des gemeene Lands middelen
tot gouda ter somma van aght hondert guldens
capitaal, ten naame van Meester Hieronymus van
Beverningh gedateert den 28 december 1654 folio 6401
verso.
[1] [Reeckening
1722.] in de marge
[2] [Willem van Eijck
pachter vande Turf-
tonnen sijn pacht
penningen vermindert
met 35 gulden sJaers] in de marge
[3] [Reeckening
1723.] in de marge
[4] [Aancoop
Rentebrief
van agt hondert
guldens
aangekogt den
15 augustus 1724] in de marge
hertaling
49v
Vergadering van de Heeren
scholarchen den 28 maart 1725
present de Heeren van Abbesteech
de grande van der dussen
[[1]] gedelibereert synde op de suppletie van de preceptors
plaatse in de laagste schoole vacant gevallen
door het afsterven van Theodorus Anthonius ter
Horst, js goed gevonden de Heer van der dussen
te versoecken aan de Heeren Burgemeesteren
te communiceren de gedagten van de Heeren
scholarchen op de voorst suppletie, als mede daar
van kennisse te geven aan den Heer van
Bleskensgrave.
Extract uijt het Camerboeck der
Stad gouda, den 29 maart 1725
[[2]] De heer Oud burgermeester van der Dussen heeft ter Camer
gecommuniceert dat de heeren scholarchen tsedert
het overlijden van Theodorus Antonius ter horst,
preceptor inde Laagste Latijnse schoole hadden
omgehoort na een ander bequaem persoon om de
vacerende plaetse te suppleren, en daer benevens
haer gedagten laten gaen, om als deselve soodanige
persoon hadden gevonden, de schoolen, vermits het
geringh getal van discipulen bij provisie tereduceren
[[3]] tot drie schoolen, en de preceptor Ketel te dimitteren
behoudens sijn Tractement, waer op gedelibereert
wesende Js goetgevonden en verstaen de heeren
scholarchen te bedancken voor haer gegeven
Communicatie, en deselve te authoriseren, een
ander bequaem persoon te despiceren en met den
selve te accorderen als mede den voornoemden
preceptor Ketel om redenen voorseide te dimitteren
behoudens sijn Tractement.
Extract uijt het Camerboeck der
Stad Gouda. den 6 april 1725
[[4]] De heer Oud burgermeester van der Dussen heeft ter
Kamer Kennisse gegeven dat de heeren scholarchen
Jngevolge de authorisatie van de heeren burgermeesteren
Jn dato 29 maert Laatstleden op derselver
approbatie hadden beroepen tot preceptor in de Laagste
[1] [Communicatie
aan de Heeren
Burgermeesteren
van het afsterven
van de preceptor
in de eerste school] in de marge
[2] [authorisatie
om een ander
preceptor
aan te stellen] in de marge
[3] [dimissie van den
praeceptor Ketel
Salvo Stipendio.] in de marge
[4] [approbatie] in de marge
hertaling
50r
Latijnse school. de persoon van Theodorus gerhardus
Borner. synde Conrector tot Enkhuijsen, alsmede
dat deselve den preceptor Ketel hadden gelicentieert
behoudens sijn Tractement, en daerdoor de schoolen
gereduceert bij provisie tot drie. Waerop gedelibereert
wesende, Js goetgevonden de voorseide beroepinge,
dimissie, en reductie te approberen gelyck
deselve geapprobeert werd bydese,
Vergadering van de Heeren
scholarchen den 30 january 1726.
present de Heeren van Abbesteech
de grande, van der dussen
[[1]] js gehoort opgenomen en geslooten de Reeckening
van de scholasterye van den jaare 1724.
Vergadering van de Heeren
scholarchen den 1 september 1726
[[2]] Syn aangekogt twee obligatien staande ten laste
van het gemeene Land van Holland en west
vriesland ten Comtoire der stad gouda
namentlijck een van ses hondert ses en dartig gulden
veerthien stuyvers beleyd op de naam van johan
doncker gedateert 5 November 1672 fol 17 Register fol 40
N253 geaggreeert den 16 juny 1674
En d’andere van vierhondert gulden, op de naam van
Ninge Jaspers gedateert den 4 maart 1643 geaggreeert
folio 6 Register folio 277 verso en geaggreeert
den 6 juny 1643
[[3]] Js gehoort opgenomen en geslooten de Reeckening
van de scholasterye van den jaare 1725.
[[4]] Jn overleg genomen synde wat erkentenisse aan de
Arnoldus Henricus Westerhovius rector in de latynse schoolen
deser stad behoorde gegeven te worden, voor 10
exemplaaren van de ses Comedien van Terentius
door hem onlangs in druk uytgegeven en aan de
Heeren scholarchen gepresenteert, js goed gevonden
ter dier saacke aan gemelte Rector toeteleggen een
somma van Hondert tsestig guldens die door den Rentmeester
Smits sullen worden betaalt, en hem in Reeckening
geleden worden.
[1] [sluyten Reeckening
1724] in de marge
[2] [aankoop van
twee obligatien
ƒ 636 – 14
ƒ 400 -] in de marge
[3] [sluyten Reeckening
1725] in de marge
[4] [Honorarium
aan den rector
voor de Te
rentius aan de
Heeren scholar
chen gepresen
teert] in de marge
hertaling
50v
[[1]] Js goed gevonden en verstaan eerstelyck dat den
Rector Westerhovius aan den Heer presiderende
scholarch ten spoedigste sal ter hand stellen
een Lyste van de Boecken onder hem berustende
gedestineert voor prijsen aan de discipulen
te geven
[[2]] Ten andere dat door den gemelte Rector geen boecken
tot prysen sullen worden gekocht, nog ontboden
worden, maar die nodig synde, te formeren een
Lyste van de autheuren daar toe dienstig en de
selve mogelyk aan de Heer presiderende scholarch
over geven, om daar op ordres te ontfangen, en
daar in van tyd tot tyd continueren
[[3]] Ten derde dat na desen geen Boecken tot prysen
sullen worden ingebonden door de Boeckbinder
staal.
[[4]] Ten vierde dat van dese resolutie als mede van
die van 13 aug 1714 en 19 decemb 1720 Copie sal
worden gegeven door den rentmeester Smits aan den
gemelte rector westerhovius, om hem daar na te
reguleren.
[[5]] Vergadering van de Heeren
scholarchen den 22 july
1727 present de Heeren
van der Burch, de grande
van der dussen en van
Abbesteech.
[[6]] gedelibereert op de suppletie van de preceptors
plaatse in de Latynse schoole vacant gevallen
door het overlyden van Theodorus gerhardus
Borner. js goed gevonden de Heeren
van der Burch en van der dussen te
versoecken aan de heeren Burgemeesteren
te communiceren de gedagten van de
Heeren scholarchen op de voorszeide suppletie
[[7]] De nieuwe Stempel, of plaat gemaackt om
te teeckenen de boecken, die, tot prysen aan de
discipelen gegeven worden, js ter bewaaring
gestelt in handen van den Rector Westerhovius.
[1] [Lyste van de
prysen over
te geven] in de marge
[2] [Den Rector geen
boecken tot prysen
te koopen] in de marge
[3] [de prysen by Staal
te binden] in de marge
[4] [Copie van de resolutie
aan den rector te
geven] in de marge
[5] [Den 12 january 1727 present alle de
Heeren Curateuren
Js gehoort, opgenomen en geslooten
de Reeckening van de scholasterye
van den jaare 1726] in de marge
[6] [Theodorus
gerardus
Borner preceptor
overleden] in de marge
[7] [de stempelplaat
met het wapen
van de stad onder
den Rector] in de marge
hertaling
51r
den 23 december 1727.
[[1]] Js aangekogt een rentebrief ter Comptoire
van des gemeene Lands middelen tot Gouda
ter somma van veerthien hondert gulden op de naem
van gerrit Jansz Bouser in dato 10 Maart 1645
tot 92½ percents de oncosten daar en boven gefolieert
5521.
Vergadering van de Heeren
scholarchen den 16 April 1728
present de Heeren de Grande
van der Dussen en van der Burch
[[2]] Js gehoort opgenomen en geslooten de Reeckening
vanden jaare 1727
Vergadering van de Heeren
scholarchen den 15 November
1728 present de Heeren
van den Kerkhovven, van der
dussen en van der Burch
Js gemelte Heer van den Kerckhoven als
scholarch geenstalleert.
Vergadering van de Heeren
scholarchen den 19 January 1729
present Moeringh, Van der Dussen,
Vander Burch en Vanden Kerckhoven
Js gemelde Heer Moeringh als scholarch
geinstalleert
Vergaderinge van de Heeren
scholarchen den 13 Meij 1729
present Moeringh Vander Burch
en Vanden Kerckhoven.
[[3]] Js gehoort opgenomen en geslooten de Rekeninge
van de Jare 1728
Js na Voorgaende deliberatie goet gevonden en verstaen aen
te koopen een rentebrief van duijsent of sestienhondert gulden
Capitael ten Laste van het gemeenelants Comptoir hierter
stede, ten minsten pryse doenlyck
[1] [aankoop rente
brief van ƒ1400-.] in de marge
[2] [Reeckening 1727] in de marge
[3] [Rekening 1728.] in de marge
hertaling
51v
[[1]] Jngevolge vande authorisatie van den
Heeren Burgermeesteren Jn dato den 5 Januarij
1729, Js goed gevonden en verstaen op appro-
batie vande Heeren Burgermeesteren aentestellen
en te beroepen tot praeceptor in de Laegste
Latijnsche schoole,, op een Jaerlijcxe Beloningh
van vierhondert Guldens,, den persoon van
Adamus Servatius Matzedelaer Conrector te Thiel
Extract uijt t’Camerboeck
der stad gouda den 30en
meij 1729
[[2]] Deheer Outborgermeester vander Burgh heeft
ter Camere kennisse gegeven, dat de Heeren
scholarchen Jngevolge de authorisatie vande
heeren Burgermeesteren in dato den 5 Januarij
1729 Lestleden op derselver approbatie hadde
beroepen tot praeceptor inde Laagste schoolen
de persoon van Adamus Servatius Matzedelaer
Sijnde Conrector te Thiel
Waerop gedelibereert wesende is goet gevonden
ende verstaen de voorszeide beroepinge te
approberen gelijck deselve geapprobeert
werd by desen
Extract uijt Camerboeck
der stad gouda den 22 July 1727
[[3]] Deheeren van der burgh en vander Dussen hebben
aen de heeren Burgermeesteren gecommuniceert de gedagte
van de heeren scholarchen op de Suppletie vande praeceptors
plaetse Jnde Latijnsche schoolen door het overlyden
van Theodorus gerardus Lorner vacant gevallen
en dat deselve gedagte waren gevallen om indesselfs
plaetse te beroepen Johan Bieman, Waer op gedeli-
bereert wesende Zijn de heeren scholarchen geauthoriseert
om de voorszeide Johan Bieman te beroepen Jnde voorszeide
vacante plaetse
Vergadering van deheeren scholarchen
den 27 July 1727 present deheeren
van der Burgh, de Grande en
van der Dussen
Jngevolge vande authorisatie vande Heeren Burgermeesteren
Jndato den 22 July 1727 Js tot Suppletie vande
vacante preceptors plaetse aengestelt Johan
Bieman op een Jaerlyckse beloningh van
vierhondert vijftigh gulden.
[1] [Adamus Serva-
tius Matzedelaer
aengestelt
tot preceptor
Jn de Laegste
schoole] in de marge
[2] [approbatie van
het voorschreven be-
roep] in de marge
[3] [Johan Bieman
aangestelt tot
preceptor in de laag
ste schoole.} in de marge
hertaling
52r
Corten Staat vande Jncompsten vande
Scholasterye opgestelt 8 July 1729
Wort Jaerlijcx ontfangen vander
pacht vande Turftonnen 300
noch van rantsoen van deselve pacht
zynde een stuijver vande gulden bedraagt 15
Js gecollecteert vande runtonne 38.8:-
huijshuijr van het huijs bij het school 40:-
Eene Rentebrief van 500 gulden Capetael
ten Laste van Gijsbert Kruijskerk
staende op syn huijs Jnt Clooster
dus 500 20:-
[in de marge Folio 7450]
Een rentebrief ten laste vant
gemeeneland van hollant ende
Westvrieslant ten Comptoire
der stad gouda op de naem vande
scholasterye den voorszeide stad ge
dateert 4 July 1667 ƒ 750 30:-
[in de marge folio 1839]
Een dito tenlaste en Comptoire
alsvoren op de naem vande Voogden
vande nagelate weesen van Jan
rasen gedateert 12 January
1610 ƒ 1100 44:-
[in de marge folio 6198]
Een dito ten Laste en Comptoire
alsvoren op de naem van
annitgen Christiaens ende Steijnt-
gen Jans gedateert 15 Julij 1651 ƒ 600 24:-
[in de marge folio 3684]
Een dito tenlaste en Comptoire
alsvoren opde naem van Jacob
Ploemen tot Oudewater gedateert
15 January 1637 ƒ 1200 48:-
[in de marge folio 3170]
Een dito ten Laste en Comptoire
alsvoren op de naem van
Willem Pietersz Trompert
gedateert den 8 maert 1633 ƒ 1600 64:-
[in de marge folio 5521]
Een dito ten Laste en Comptoire
alsvoren op de naem van gerrit
Jansz Bousert gedateert
den 10 maert 1645 ƒ 1400 56:-
[in de marge folio 6314]
Een dito tenlaste en Comptoire
alsvoren op de naem van dirckgen
arents gedateert den 12
maert 1653 ƒ 600 24:-
--------------- ---------------
7750 703:8
hertaling
52v
vande andere Zyde 703:8:
ƒ 7750
[in de marge Folio 4965]
een dito ten Laste en Comptoire
alsvoren, op de naem van Jan
Teunisz gedateert den 23en
September 1642 600 24:-
[in de marge folio 6940]
Een dito ten Laste en Comptoire
alsvoren op de naem van den
Testamentaire Voogt van Maria
Sloos gedateert den 25 april
1661 2140 85:12:
[in de marge folio 7243]
Een dito ten Laste en Comptoire
alsvoren op de naem vande
Voogden vande Weeskinderen
Vant huys vander Spelt ge-
dateert 1 meij 1665 1000 40:-
[in de marge folio 4169]
Een dito ten Laste en Comptoire
alsvoren op de naem van arien
woutersz van Wijck gedateert
den 4 mey 1639 800 32:
[in de marge folio 3425]
Een dito ten Laste en Comptoire
alsvoren op de naem van Willem
Pietersz van muijlwijck gedateert
17 meij 1645 1600 64:-
[in de marge folio 3426]
Een dito ten Laste en Comptoire
alsvoren op de naam van Wilhelmus
sluijter gedateert den 23 meij
1635 500 20:-
[in de marge folio 4706]
Een dito ten Laste en Comptoire
alsvoren op de naem van Maria
Aerts gedateert den 24 mey
1641 700 28:-
[in de marge folio 3427]
Een dito ten Laste en Comptoire
alsvoren op de naem van Simon
Jacobsz gedateert den Laetsten
meij 1635 1300 52:
[in de marge folio 4179]
Een dito ten Laste en Comptoire
alsvoren op de naem van alyd
bouwens van gijselendoorn
gedateert den 10 Junij 1639 800 32:-
--------------- ---------------
ƒ 17190 ƒ 1081:-
hertaling
53r
vande andere Zyde 1081:-:
ƒ 17190
[in de marge Folio 6320]
Een dito ten laste en Comptoire
alsvoren op den naem van Cornelis
gysbertsz Schuyt gedateert den 12
December 1653 1168 46:14:-
[in de marge folio 5708]
Een dito ten Laste en Comptoire
alsvoren op den naem van
Willem Woutersz de Veth gedateert
den 18 Juny 1646 1000 40:-:
[in de marge folio 6401 Recto]
Een dito ten Laste en Comptoire
alsvoren op de naem van Mr.
Hieronimus van Beveringh geda
teert den 28 December 1654 800 32:-
[in de marge folio 41]
Een Obligatie ten Laste en Comp-
toire alsvoren op de naem vande
scholasterye der stad gouda geda
teert den 16 maert 1701 ter somme
van 1000 40:
[in de marge folio 60 Verso]
Een dito ten Laste Comptoire en
name alsvoren gedateert 1 augustus
1706 ter somme van 1000 40:-
[in de marge folio 84 Verso]
Een dito ten Laste Comptoire en
name alsvoren gedateert 1 september
1709 1000 40:-
[in de marge folio 6]
Een dito ten Laste en Comptoire
alsvoren op de naem van …..inge
Jaspers gedateert 4 maert
1643 400 16:-
[in de marge folio 17]
Een dito ten Laste en Comptoire
alsvoren op de naem van Mr. Johan
Doncker gedateert den 5 november
1672 636:14 25:9
--------------- ---------------
ƒ 24194:14 ƒ 1361:3:
Den 28e meij 1729
[[1]] Js aengekogt Een Rentebrief van 1600 gulden
Capitael ten Laste van de gemeenelants
middelen tot Gouda op de naem van Willem
Pieters van muijlwijck tot Schoonhoven
gedateert den 17 meij 1645 gefolieert
3425.
[1] [aenkoop rente
brief van
ƒ1600: -] in de marge
hertaling
53v
Extract uyt het resolutie
Boeck vande heeren burgermeesteren
den stad Gouda
[[1]] Js naer voorgaende deliberatie goedge-
vonden ende verstaen de heeren scholarchen
te authoriseren om na een bequam
persoon tot preceptor jnde eerste
schole om te sien, en deselve hebbende
dat de bovengemelde heeren scholarchen
sullen gesubsidieert werden nade proportie
van haer Cassen
actum den 5 Januarij 1729 by de heeren Burgermeesteren
Extract uijt Camerboeck
der stad gouda
[[2]] Deheeren scholarchen hebben ten Camere
Kennisse gegeven het vertrek van
Dominus Bieman praeceptor in het derde
school desen Stad naer Enckhuijsen en
daer benevens versocht dat haer Edele geaut-
horiseert mogten werden om een ander bequaem
persoon tot vervulling van de voorszeide
praeceptors plaetse te mogen despicieren,
waer op gedelibereert Zijnde is goetge-
vonden ende verstaen de voornoemde Heeren te
authoriseren een bequaem persoon tot praeceptor
jnde Latijnsche schoole te despicieren
en te beroepen op nader approbatie van
haer Edele groot achtbaren en sal hier van kennisse
werden gegeven aende voornoemde heeren scholarchen
Actum den 28 December 1729 by de heeren
Burgermeesteren
Vergadering van de heeren scholarchen
den 29 December 1729
present de heeren Moering
van der dussen van den kerkhoven
van der Burgh
[1] [authorisatie om
een ander persoon
tot preceptor
aente stellen] in de marge
[2] [approbatie] in de marge
hertaling
54r
[[1]] Vermits het Vertreck van Johan Bieman naer
Enckhuysen Synde geweest praeceptor Jnde
derde schoole is Jndesselfs plaetse aengestelt
Adamus Metzedelaer op een Tractement
van Vierhondert Vyftich gulden Jaerlycks gelyck
den voornoemde Bieman genoten heeft.
Vergaderingh vande heeren scholarchen
den 9 Januarij 1730 present de heeren
van den kerkhoven, van der dussen
van der Burch.
[[2]] Vermits dat adam metzedelaer aengestelt is tot
praeceptor van de derde schoole, is in desselfs plaetse
wederom aengesteld Jan Groenevelt tot praeceptor
jnde Laetste schoole op een tractement van
Vierhondert gulden Jaerlijcks.
Extract uijt tCamerboeck der
Stad Gouda
[[3]] Deheeren scholarchen hebben ter Kamer kennisse
gegeven dat haer Edelen Jngevolge van de
authorisatie van den 28 December 1729 Jn
plaets van Dominus Bieman vertrocken na
Enckhuysen op approbatie vande heeren Burger
meesteren hadden beroepen den persoon
van Jan Groenevelt Rector tot Wageningen
tot praeceptor in de Laetste schoole
waer op gedelibereert wesende is goedgevonden
en verstaen de voorszeide beroepinge te approberen,
gelyk deselve geapprobeert werd by dese,
actum den 9 January 1730 by de heeren
Burgermeesteren
[1] [Adamus metzede
laer aengestelt
tot preceptor
jnde derde school] in de marge
[2] [Jan Groenevelt
aengestelt tot
praeceptor jnde
Laetste school] in de marge
[3] [approbatie] in de marge
hertaling
54v
Vergadering van de Heeren
scholarchen gehouden den
29 may 1730 present de Heeren
van den kerckhoven, de moor van
Immerzeel, en van der dussen,
[[1]] Js den gemelte Heer de Moor van
jmmerzeel als scholarch geinstalleert
[[2]] Js gehoort, opgenomen en geslooten de
Reeckening van de scholarchie van den jaare
1729.
Vergaderingh van de Heeren
scholarchen gehouden den 5. Maert
1731. praesent de heeren van den
Kerkhoven, van der Dussen, en de Moor
van Jmmerzeel.
[[3]] Js gehoort, opgenomen, en geslooten de Reekeningh
van de scholarchie van den Jaere 1730.
Vergaderingh van de heeren scholarchen
gehouden den 1 april 1731 present
de heeren van den Kerckhoven
van der Dussen en de Moor
[[4]] Tot voorkominge van verder Verval in de discipline
en goede Ordre in de schoolen en tot wegneming
van de Klagten ter dier Saecken de heeren scholarchen
voorgecomen, Js goetgevonden en verstaen, den
[[5]] Rector, Conrector, en preceptoren te gelasten
s’ morgens, en Snamiddags op de school dagen,
ijder in Zijn school, ad punctum horae present
te sijn, en haer discipulen oock daer toe ten houden,
Dat den Rector besorgen sal dat met tslaen
vande stads Klock, des smorgens endes nade-
[[6]] middag de schoolklock sal werden geluijt voorde
discipulen, om op het gewoone uur ijder in sijn
school te komen, dat aenstonts daer op het gebed
[[7]] sal werden gedaen, en dat gedaen Zijnde de
schooldeur aen de straet, en het heck binnen het
schoolhuijs sal werden geslooten,
dat de meesters en discipulen in de schoolen
[1] [Jnstallatie
vande Heer de Moor] in de marge
[2] [Rekening 1729] in de marge
[3] [Reekening 1730] in de marge
[4] [Ordre schoole] in de marge
[5] [Rector, Conrector
en praeceptoren
ijder op haar tijt
in school te sijn,
discipulen daartoe
te houden] in de marge
[6] [Rector, te bezorge
dat de schoolklok
geluijt wort] in de marge
[7] [het gebed gedaan
worden
de deur gesloten
worden] in de marge
hertaling
55r
[[1]] Sullen Blijven tot het Luijden vande schoolklock
op de gewoone tijt, soo wel des voor als des namid-
daghs.
[[2]] Dat den Rector notitie Sal houden, en die maendelijcks
aen de heeren scholarchen overgegeven, van die
meesters die na het Luijden vande schoolklock
ter schoole komen, of voor het Luyden om uijtte
gaen, Sullen uijtgaen,
[[3]] Dat den Rector Conrector en preceptoren de
discipulen Jnstrueren Sullen in de Latijnse tael
het selve verduijtschende voor den geen die eerst
aenkomen, en haer discipulen daer toe houdende
om inde Latijnse taale te antwoorden, en met
malcanderen in deselfde taal te spreecken,
en word den Rector gelast van dese resolutie
[[4]] Kennisse tegeven aen den Conrector en precep-
toren, met aensegging dat het de heeren scholarchen
ernst is, dat dese ordre Stiptelijck word opgevolgt
en dat geen tractementen aen ijmand van haer
sal worden betaelt, tertijt en wijle, de goede
discipline, en ordre in de schoole sal sijn herstelt,
en alle regtvaerdige klagten sullen ophouden.
De bovenstaende resolutie aende heer Burgermeester
vander Burgh gecommuniceert Zijnde heeft sigh
daer mede geconformeert
Vergaderingh van de heeren scholarchen
gehouden den 8 January 1732 present
de heeren van den Kerckhoven
van der Burgh en de moor
Opt versoeck gedaen bij adam Metzedelaer
praeceptor van de derde school
[[5]] Js naer voorgaende deliberatie goedgevonden en
Verstaen aenden voornoemde adam metzedelaer tot een
douceur toetevoegen een Somme van vijftich gulden
voor sijn Langdurige Sollicitatie tot verhogingh
van sijn Tractement.
[[6]] Js verder goetgevonden Zijn Tractement met de
gemelde vijftich gulden Jaerlycx te verhogen Jn te gaen met
den 13 november 1731.
Js na voorgaende deliberatie goedgevonden en verstaen
aen te koopen een Rentebrief of obligatie
van 1200 gulden Capitael of meerder som ten laste
vant gemeenelands Comptoir alhier ter stede zoo als
het best met de Cassa sal overeencomen ten minsten
pryse doenlijck
[1] [de meesters alle
in de school te
blyven tot dat de
klok Luijt,] in de marge
[2] [Notitie te houden
bij den rector van
de meesters die te laat
school komen, of voor
het Luijden heen gaen] in de marge
[3] [de discipulen
in de Latijnse
taal te jnstrueren
dezelve verduijt
schende] in de marge
[4] [den Rector gelaste
hier van aan de
praeceptoren
kennisse te geven] in de marge
[5] [aen adam metze
delaer praeceptor
vande 3 school een
douceur van 50 gulden] in de marge
[6] [denselven metzede
laer zijn Tractement
verhoogt met 50 gulden
jaerlycx] in de marge
hertaling
55v
Vergadering van de heeren
scholargen den 5 July 1732
present de heeren van den
Kerckhoven, van der Dussen
en de moor van Jmmerzeel
[[1]] Js aengekogt een Losrentebrief van seven-
tien hondert Sestich gulden Capitael ten Laste
vant Gemeeneland van Hollant ende West-
vriesland ten Comptoire der Thesaurie
Extraordinaris der Stad Amsterdam
staende ten name van Claes Simonse
van Heemskerck Jndato den 8 augustus 1608
folio 1088 numero 5.
[[2]] Js gehoort opgenomen en geslooten de rekeninge vande
scholasterije vanden Jare 1731
Vergaderingh vande heeren
scholarchen den 1 february
1733 present de heeren
van den Kerckhoven, van
Groenendijck, van der Dussen
en de Moor van Jmmerzeel
Js de heer van Groenendijck als scholarch
geinstalleert
Extract uyt het Camerboeck
der Stad gouda den 3 februarij
1733
[[3]] De heeren scholarchen hebben ter Camere
Kennisse gegeven dat Jan Willem Groote
Conrector inde Latijnsche schoole alhier hadde
versocht Syne demissie
Waer op gedelibereert wesende is na voorgaend
deliberatie goet gevonden ende verstaen de meer gemelde
heeren scholarchen te bedancken voor haer gegevene
Communicatie, en verders te authoriseren
om een bequaem persoon tot bekleeding van het
bovengemelde Conrectoraet te despicieren, en met
deselve te Contracteren op approbatie van de
heeren Burgermeesteren
[1] [aenkoop van een
rentebrief van
1760 gulden] in de marge
[2] [Sluijten Rekening
1731] in de marge
[3] [Authorisatie tot
het beroepen van een
ander Conrector Jn
plaets van Jan Willem
groote die Syn
demissie heeft
versocht] in de marge
hertaling
56r
Vergaderingh van de heeren scholarchen
gehouden den 13e february 1733
Present de heeren vanden Kerckhoven
van Groenendijck, vander Dussen,
en de moor van Jmmerzeel
[[1]] Jngevolge van de authorisatie van de heeren
Burgermeesteren Jn dato den 3 februarij 1733
Js goetgevonden en verstaen op approbatie
vande heeren Burgermeesteren: aen te stellen
en te beroepen tot Conrector Jnde Latijnse schoole
adam Metzedelaer Jn plaetse van Jan Willem
groote Conrector Jndeselve schoole die sijne demissie
hadde versocht, aendewelcke een behoorlycke
demissie is geaccordeert, en dat op het Tractement
daertoe staende
Extract uijt ’t Camerboeck der
stad gouda
[[2]] De heeren scholarchen hebben ter Kamer Kennisse
gegeven, dat haer Edelen Jngevolge van de authorisatie
vanden 3 februarij Laastleden op approbatie
van de heeren Burgermeesteren hadden beroepen
den persoon van adam Metzedelaer tot Conrector
Jnde Latijnsche schoole binnen dese stad Jn plaetse
van Jan Willem Groote die sijn demissie als Conrector
heeft geobtineert, Waer op gedelibereert wesende is
goetgevonden en verstaen de voornoemde beroepinge
te approberen, gelyck deselve Geapprobeert werd
by dese.
actum den 16 februarij 1733. by de heeren Burgermeesteren
Vergadering van de heeren scholarchen
gehouden den 3 maert 1733
present de heeren vanden Kerckhoven
van Groenendijck, vander Dussen,
en de moor van Jmmerzeel.
Om te beramen wat ordre Jn de school Sal werden
gehouden
[1] [adam, Metzedelaer
aengestelt tot
Conrector] in de marge
[2] [Approbatie van
het voorszeide beroep] in de marge
hertaling
56v
Vergaderingh van de heeren scholarchen
gehouden den 11 December 1733
present de heeren vanden Kerkhoven
van Groenendyck, vander Dussen
en de Moor van Jmmerseel
[[1]] Js gehoort opgenomen en gesloten de Rekeningh
vande scholasterije vanden Jare 1732
Vergaderingh van de heeren scholarchen
gehouden den 4 februarij 1735
present de heeren vanden Kerckhoven
van der Dussen, en de Moor van
Jmmerzeel.
[[2]] Is gehoort opgenomen en gesloten de Rekeninghe
van de scholasterye van den Jare 1733.
Vergadering van de heeren scholarchen
gehouden den 5 augustus 1735
present de heeren vanden Kerck-
hoven, van der Dussen, en de
Moor van Jmmerzeel
[[3]] Js gehoort opgenomen en gesloten de reeckeningh
van de scholasterije vanden Jare 1734
[[4]] Vermits de schoolen Zijn gebragt onder de
opsicht vande Rector, Conrector en
praeceptor groenevelt, en dat bijt laetste
Exame goetgevonden is dat den voornoemde
Groenevelt sal waernemen de Vier
laegste Classen, is daerom Sijn voorgaende
Tractement van Vierhondert gulden Verhoogt
tot Vijfhondert gulden Jnte gaen met den
9 Julij 1735. met toesegging Jn geval na
dese noch een praeceptor Zoude werden
aengenomen, dat hij daer door Sijn rang
niet Sal verliesen, en de nieuwe aen te nemen
praeceptor alsdan sal wesen de Jongste
[1] [Rekeningh 1732.] in de marge
[2] [Rekeningh 1733.] in de marge
[3] [Rekeningh 1734.] in de marge
[4] [den preceptor Groe
neveld waar te nemen
de vier laagste Classen
op een tractement van
500 Gulden sonder preju
ditie van sijn rangh.] in de marge
hertaling
57r
Op den 13 Juny 1735 door mondelinge ordre vande heeren
scholarchen gefurneert ten comptoire vande heer meester Govert
van Slingeland heere vande Cleine Lind Ontfanger generael van
holland ende westvriesland In S hage ten laste
vanden selven Landen opde naem vande scholarchie
de somme van Eenduijsent gulden waervoor ontfangen
een recepis omme uijtgewisselt te worden tegen
een obligatie van gelijcke somme, dient sulcx
hier voor Memorie.
[[1]] Op dato voorszeid beleijt een obligatie van Eenduijsent
gulden Capitael, ten laste vant gemeeneland van holland
ende Westvriesland ten Comptoire vanden heer meester Govert
van Slingeland ontfanger generael In S’hage beleijt
op de naem vande scholarchie der stad gouda gedateert
13 Juny 1735 Folio 4839 verso Numero 3 en geag-
greeert den 5 Julij 1735 numero 45791 registrata
Folio 2515
Vergadering vande heeren scholarchen
gehouden den 21 april 1736
present de heeren vanden kerck-
hoven, de heer de moor van
Immerzeel, en vander dussen
[[2]] Is gewort opgenomen en gesloten de rekening
vande scholasterije vanden Jare 1735
Extract uijt het Camerboeck vande
heeren Burgermeesteren der Stad gouda
in dato den 23 april 1736
[[3]] Is na voorgaende deliberatie goetgevonden
ende verstaen de heeren scholarchen te authoriseren
om na een bequaem persoon tot praeceptor
inde Laegste schoole om te sien, ende selve vercreghen
hebbende daer van kennisse te geven aende heeren
Burgermeesteren om te werden geapprobeert.
Extract uijt het camerboeck vande
heeren Burgermeesteren der stad gouda
in dato den 24 meij 1736
[[4]] De heeren scholarchen hebben ter Camere Kennisse
[1] [beleijt opt comptoir
generael van holland
een obligatie van f 1000 gulden] in de marge
[2] [Rekening 1735] in de marge
[3] [authorisatie om
een ander persoon
tot praeceptor
inde laagste
schoole aen te
stellen] in de marge
[4] [Approbatie
van willem van Rhede
tot preaeceptor in den
laagste schoole] in de marge
hertaling
57v
dat haer Edel achtbaren Ingevolge vande authorisatie
vande heeren Burgermeesteren Indato den 23e
april 1736 Laetsleeden op derselver appro-
batie hadden beroepen tot proeceptor inde
Laagste Latijnse schoolen de persoon van
Willem van Rhede,
waer op gedelibereert wesende is goetgevonden
ende verstaen de voorszeide beroepinge te approberen
geleijck deselve geapprobeert werd bij dese.
Corten staet vande Incompsten
vande scholasterije opgestelt
Wert ontfangen vande pacht
vande Turftonnen Jaerlijcks 300
nog van Rantsoen vandeselve
pagt zijnde een stuijver vande
gulden bedraegt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Is gecollecteert vanden run tonne-
huijshuur van het huijs bij het school 40
Een Rentebrief van 500 gulden Capitael
ten laste van Wouter hoogenhoeck
staende op sijn huijs Int Clooster
dus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 500 20
Rentebrieven en obligatien
opt gemeenelants comptoir
tot gouda
[in de marge: Folio 7450]
Een Rentebrief ten Laste en
Comptoire alsvoren van 750 gulden
opde naem vande scholasterije
den voorszeide stad gedateert 4 July
1667 dus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 750 30
[in de marge: Folio 1839]
Een dito ten laste en Comptoire
alsvoren van f 1100 gulden Capitael
opde naem vande Voogden vande
nagelate Weesen van Jan Rasen
gedateert 12 January 1610 dus . . . . . 1100 44
------------- -------------
f 2350 f 449
hertaling
58r
Van hier nevens f 449
f 2350
[in de marge: folio 6198]
Een dito ten Laste en Comp-
toire alsvoren van 600 gulden
Capitael opde naem van annitgen
Cristiaens en Steyntgen Jans
gedateert 15 July 1651 dus . . . . . . . . . 600 24
[in de marge: folio 3684]
Een dito ten laste en Comp-
toire alsvoren van 1200 gulden
Capitael opde naem van Jacob
Ploenen tot Oudewater gedateert
15 January 1637 dus . . . . . . . . . . . . . . 1200 48
[in de marge: folio 3170]
Een dito ten laste en Comptoire
alsvoren van 1600 gulden Capitael
opde naem van Willem Pietersz
Trompert gedateert den 8 maert
1633 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1600 64
[in de marge: folio 5521]
Een dito ten Laste en Comptoire
alsvoren van 1400 gulden Capitael
opde naem van Gerrit Jansz
Bonsert gedateert 10 maert 1645
dus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1400 56
[in de marge: folio 6314]
Een dito ten laste en Comptoire
alsvoren van 600 gulden Capitael
opde naem van dirckgen arents
gedateert den 12 maert 1653 dus . . . . 600 24
[in de marge: folio 4965]
Een dito ten laste en Comptoire
alsvoren op de naem van Jan
Teunisz gedateert den 23
september 1642 van . . . . . . . . . . . . . . . 600 24
[in de marge: folio 6940]
Een dito ten laste en Comptoire
alsvoren van 2140 gulden Capitael
opde naem vande Testamentaire
voogt van Maria Sloos gedateert
den 25 april 1661 dus . . . . . . . . . . . . . 2140 85:12
[in de marge: folio 7243]
Een dito ten laste en Comptoire
alsvoren opde naem vande voogden
vande Weeskinderen vant huijs van
der Spelt gedateert 1 mey 1665 van 1000 40
[in de marge: folio 4169]
Een dito ten Laste en Comptoire
alsvoren van 800 gulden Capitael
opde naem van arien Wouters
van Wyck gedateert den 4
mey 1639 dus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 800 32
------------- -------------
f 12290 f 846:12
hertaling
58v
Comt vande andere zijden f 846:12
f 12290
[in de marge: folio 3425]
Een dito ten Laste en Comp-
toire alsvoren van 1600 gulden Capitael
opde naem van Willem Pieters
van Muylwijck gedateert 17 mey
1645 dus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1600 64
[in de marge: folio 3426]
Een dito ten Laste en Comptoir
alsvoren van 500 gulden Capitael
opde naem van Wilhelmus
Sluijter gedateert 23 mey 1635 dus 500 20
[in de marge: folio 4706]
Een dito ten Laste en Comptoire
alsvoren van 700 gulden Capitael
opde naem van Maria Aerts
gedateert den 24 mey 1641 dus 700 28
[in de marge: folio 3427]
Een dito ten Laste en Comptoire
alsvoren van 1300 gulden Capitael
opde naem van Simon Jacobsz
gedateert den Laetsten mey 1635
dus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1300 52
[in de marge: folio 4179]
Een dito ten laste en Comptoire
alsvoren van 800 gulden Capitael
opde naem van alijd Louwensz
van Hijselendoorn gedateert
den 10 Juny 1639, dus . . . . . . . . . . . . . 800 32
[in de marge: folio 6320]
Een dito ten Laste en Comptorie
alsvoren van 1168 gulden Capitael
opde naem van Cornelis gysbertsz
Schuyt, gedateert den 12 december
1653 dus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1168 46:14
[in de marge: folio 5708]
Een dito ten laste en Comptoire
alsvoren van 1000 gulden Capitael
opde naem van Willem Woutersz
de Veth gedateert den 18 Junij
1646 dus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1000 40
[in de marge: folio 6401 verso]
Een dito ten laste en Comptoire
alsvoren van 800 gulden Capitael
opde naem van meester Hieronimus
van Bevering gedateert den
28 December 1654 dus . . . . . . . . . . . . 800 32
------------- -------------
f 20158 f 1161:6
hertaling
59r
Comt van hier nevens f 1161:6
f 20158
[in de marge: folio 41]
Een obligatie ten laste en
Comptoire van 1000 gulden Capitael
opde naem van den scholasterije
der stad gouda gedateert den
16 maert 1701 dus 1000 40
[in de marge: folio 60 verso]
Een dito ten laste Comptoire
en name alsvoren gedateert
1 augustus 1706 dus . . . . . . . . . . . . . 1000 40
[in de marge: folio 84 verso]
Een dito ten laste Comptoire
en name alsvoren van
1000 gulden Capitael gedateert den
1 september 1709 dus . . . . . . . . . . . . 1000 40
[in de marge: folio 4]
Een dito ten last en Comp-
toire alsvoren van 400 gulden
Capitael opde naem van
Tringe Jaspers gedateert
9 maert 1643 dus . . . . . . . . . . . . . . . . . 400 16
[in de marge: folio 17]
Een dito ten laste en Comp-
toire alsvoren van 636:14
opde naem van mr Johan
doncker gedateert den 5
november 1672 dus . . . . . . . . . . . . . . . 636:14 25:9
Opt gemeenelants Comptoir
tot amsterdam opden
Thesaurie extraordinaris
aldaer
[[1]] Een Losrentebrief ten Laste en
Comptoire alsvoren van
1760 gulden Capitael opde naem
van Claes Simonsz van
Heemskerck gedateert den 8
augustus 1608 dus . . . . . . . . . . . . . . . 1760 70:8
Opt Comptoir
generael van
holland
[[2]] Een obligatie ten last en Comp-
toire alsvoren van 1000 gulden
Capitael opde naem van der
scholarchie den stad gouda
gedateert 13 Junij 1735 dus 1000 40
geaggregeert 5 Julij 1735
------------- -------------
Capitael f 26954:14 f 1433:3
[1] [folio 1088
numero 6] in de marge
[2] [folio 4839 verso
numero 3
numero 45791
registrata folio 2515] in de marge
hertaling
59v
Vergadering vande heeren scholarchen
gehouden den 26 Juny 1737 –
Present de heeren de moor van
Immerzeel, Van groenendijk,
van der Dussen, en Vanden
Kerckhoven
Vermits het ongeval en sieckte vande rector
Westerhovius, Is goetgevonden dat desselfs
discipelen door den Conrector Metzedelaer
sullen werden geinstrueert, op de selve wijse
voet en order als de gemelte Rector sijn
Institutie heeft begonnen, het geen bij de gemelte
Conrector is aengenomen, te Beginnen op
aenstaende Maendag.
[[1]] Vermits ondervonden word dat de discipelen
inde Latijnse schoolen van den Conrector
en twee volgende praeceptoren eijgener
authoriteijt, Inde publique kerck haer
sitting hebben genomen, voorde banck en
sitplaetsen vande gegradueerde persoonen
en verlaten hebben hare plaetsen inde voorszegde
Kerck aengecomen [[2]] Is goetgevonden dat
gemelten Conrector op morgen in sijn school
sal aenseggen aen desselfs discipelen om
inde voorszegde banck voorde gegradueerde
persoonen niet meerder te gaen sitten, maer
haer plaetsen als van outs te nemen Inde
banck voor de disicpelen van de voorschreve
Latijnse schoolen geordonneert, en dat den
voornoemde Conrector de andere twee preaceptoren
sal aenseggen diergelijcke vermaning als
haer discipelen Insgelijk te doen endat
hij aende heeren scholarchen sal aendienen
van wat effect de voornoemde aenmaning is
geweest, denoterende te gelijck de namen
der discipelen die niet geobedieert sullen
hebben.
[1] [de discipulen
van conrector
en praeceptor
moeten op haar
eijge en van outs
aangeweze plaats
in de kerk gaan sitten] in de marge, andere hand
[2] [en van outs
Bezeten] in de marge
hertaling
60r
Vergadering vande heeren
scholarchen gehouden den 26
augustus 1737, present de
heeren De moor van Immerzeel,
Van Groenendijck, Van der Dussen en Van den
Kerckhoven,
Extract uijt het Camerboeck der
stad Gouda
[[1]] De heeren Curateuren en scholarchen hebben
ter Camere vande heeren Burgermeesteren
kennisse gegeven van het afsterven van den
Rector van de Latijnse schole deser stad
Arnoldus Henricus Westerhovius, en daer
benevens aengetoont de noodsakelijckheijt
om spoedigh de voorszegde plaetse te moeten
suppleren, waer op gedelibereert wesende
is goet gevonden ende verstaen de gemelte
heeren Curateuren en scholarchen te authoriseren,
geleyck deselve geauthoriseerd werden bij desen,
omme een bequaem persoon te despicieren
tot de voorszegde rectorsplaetse en met deselve
te accorderen op approbatie vande heeren
Burgermeesteren
actum den 26 augustie 1737 bij de heeren
Burgemeesteren.
[[2]] Is gehoort opgenomen en gesloten de reeckening
van de scholasterije vanden Jare 1736.
[[3]] Ingevolge van de bovenstaende authorisatie
van de heeren Burgermeesteren hebben de
Heeren Curateuren en scholarchen in de
plaetse van den Overledene Arnoldus Henricus
Westerhovius aengestelt, gelijk deselve aen-
stellen bij deesen Otto Arntzenius J.U.D.
en Conrector tot Uijtrecht, tot Rector van
[1] [authorisatie
tot het aenstellen
van een ander Rector
In plaetse van
Arnoldus Hen-
ricus Westerhovius
overleden den 5
Julij 1737] in de marge
[2] [reeckening 1736] in de marge
[3] [Otto Arentzenius
aengestelt tot
Rector] in de marge
hertaling
60v
de Latijnsche schoolen deser Stad, waer van
aen hem kennisse sal worden gegeven bij Mis-
sive luijdende als volgt:
Mijn Heer
[[1]] De heeren scholarchen over de Latijnsche schoolen
deser stad, met den anderen gedelibereert hebbende
op de Suppletie van het vacerende Rectoraet,
hebben goed gevonden U Edele daer toe te beroepen
op het selve Tractement van 960 gulden te
saemen, en vrije wooning, gelijk den overlee-
dene gehad en genooten heeft, en dewijl U Edele
bij des selfs Missiven hebt aengeboden met
eenige kostkinderen over te koomen, en devoi-
ren aen te wenden om een meerder getal
op te soeken, souden Wij nae voorgaende ge-
woonte alhier gaarn daer over met U Edele
spreeken als meede over de Ordres tot nog
toe alhier gebruijkelijk, en anderen die ge-
oordeelt sullen worden de bequaemste te
weten om de voorszegde scholen wederom als
van ouds te doen floreren, ten dien eijnde
voorslaende tot U Edele overkomst op maen-
dag oft dingsdag in de aenstaende week, om
als dan finaelijk de Conditien op approbatie van
de heeren Burgermeesteren te teekenen.
Wij blijven
Mijn Heer
UEdele goede vrienden
[1] [Missive wegens
't selve beroep] in de marge
hertaling