92r

[beswaert ende] vermoyt meer dant verdragen mach Daer om seit
ysidorus Jn allen werck moetmen houden maet ende saticheyt.want
watmen mit maeten ende saticheyt doet dat is profitelicEnde wat
men te veel of sonder maet doet dat is hinderlicMen seyt een fa
bel dat een philosooph mit sinen soen op een toorn was die al
leen stont midden in die wilde zee. daer die soen groot verdriet
hadde te bliuen ende badt sinen vader dat hi hem helpen woude wt
die vanghenisse Doe ginc die vader ende nam veel veren van vogelen
ende maecte die vast mit lijm ende pick alle sijn lijf ouer ende oec des
soens lijf ende maecten also vloeghelen hem beyden om te vliegen
ende van daen te comen ¶Ende doe si aldus vlieghen souden leerden
die vader sinen soen ende seyde Wachte dy o soen dattu niet alte
hoghe en vliegest opt dattu niet alte seer int dijep en valleste .
Mer hout dat middel so selstu wel staen Ghelijc alst een ghe=
meen segghen is dattie salighe altoes dat middel hebben ghe=
houden Die vader vloe[l]ch so int middel ende quam also behouden
wtter gheuan[n]isse ouer die zee Mer die soon doe hi sach dat hy
oeck vloech was hi seer blide ende clam altoes hoger in die lucht
ende vloech alsoe hoghe dat die hetten van der son sijn veeren
ende vloeghelen verbarnden ende verteerden dat hy nederwert
moste vallen ende alsoe steruen ¶Daer om seyt seneca houdet
dat middel op dattu die maet niet en verlieseste :

¶Van die leeu die een cl[o]oester tymmerden ¶Dyalogus xcij.
0190.8302 092r 1

vermoeit dan het verdragen kan. Daarom zegt Isidorus dat je bij al je werk maat moet houden en kalmte moet bewaren. Want wat je met mate en kalmte doet, zal in je voordeel zijn. Wat je teveel of zonder maat te houden doet, is schadelijk. Er is een fabel waarin men kan lezen dat er eens een filosoof met zijn zoon op een toren was, die alleen midden in de wilde zee stond. De zoon had groot verdriet omdat hij daar moest blijven. Hij smeekte zijn vader of deze hem wilde helpen om uit deze gevangenis te vluchten. De vader ging naar zijn zoon toe en nam veel vogelveren mee. Hij plakte overal op zijn lichaam de veren met lijm en pek vast. Dit deed hij ook bij het lichaam van zijn zoon. Hij maakte voor hen beiden ook vleugels om te kunnen vliegen, zodat zij weg konden komen. Voordat zij gingen vliegen drukte de vader de zoon op het hart: “O zoon, let erop dat je niet al te hoog vliegt opdat je niet in de diepte zal vallen. Houd het midden, dan zal het goed gaan.” Zoals een gezegde luidt: behoud altijd de gulden middenweg. De vader vloog op gemiddelde hoogte en kwam zo veilig over zee uit de gevangenis. Maar toen de zoon zag dat hij ook vloog, werd hij erg blij en klom steeds hoger de lucht in. Hij vloog zo hoog dat zijn veren en vleugels door de hitte van de zon in brand vlogen en verteerden. Hierdoor viel hij naar beneden en stierf. Daarom zegt Seneca: “Behoud het midden opdat u maat kunt houden.”

De 92e dialoog. Over de leeuw die een klooster bouwde
0190.8302 092r 1