89r

hem teghen hem luden te vechten Ende als si dat saghen wor=
den si toornich ende sloeghen hem ende horen viant beyde doot
Vanden eliphant die sijn knijen niet en bughet Dyalogus lxxxix
0190.8302 089r 1
Brito die meester seyt dat elephant ghenoemt is na die
griexe tael om dat hi groot is als een berch Dese bees
ten plachmen in die strijden te besighen want die men
schen van persen ende van meden maecten grote castelen van hout
optie elephanten daer si of vochten recht of si op een muer ghe
staen hadden Dese beesten sijn sonder verstant ende memori ende
gaen mit malcander ende ontsien die muys.twe iaer draghen si
hoer iongen ende en voeden niet meer dan eens in hoer leuen ende en
winnen niet meer dan een ionghe ende leuen tot driehondert iaren
toe Jn den historien vintmen bescreuen dat die elephant gheuan=
ghen wort in dustaniger manieren. twe reine maechden die hoer
borsten ende scouderen bloet gemaect hebben comen daer die elephant
sijn ende een van hem beyden draghet een vat die ander een swaert
Ende als si lude ende soeteliken singhen ende die elephant dat hoort
loopt hi daer toe Ende wt natuerliker ingeuen bekennenden die on
beulectheyt des maechdeliken lichaems eert hi in haer die rey=
nicheyt Ende lickende hoer borsten wort hi wt groter genoechten
ontslaep Ende dan soe neemt een van die maechden dat swaert
ende wondet hem in dat dun van sinen buyc sijn bloet alsoe wt=
stortende ende dan is die ander bereyt mit dat vat ende ontfanghet
dat bloet daer men die purpuer des keysers mede verwet Ele=
phant is die alre meeste ende vernoomste onder dye wilde beest

om tegen deze mensen te vechten. Toen zij dat zagen werden ze kwaad. Ze sloegen hem en hun vijand beiden dood.
De 89e dialoog. Over de olifant die zijn knieën niet boog
0190.8302 089r 1
Meester Brito zegt dat de olifant zijn naam ontleent aan de Griekse taal omdat hij zo groot is als een berg.
Deze dieren gebruikte men gewoonlijk in de strijd, want de Perzen en Meden maakten grote kastelen van hout op de olifanten zodat het leek alsof ze op een muur stonden wanneer zij daarin vochten.
Ze trekken met elkaar op, zijn zonder verstand en geheugen en ze ontzien de muizen. Ze dragen hun jongen twee jaar. Ze voeden hen niet meer dan eens in hun leven, want ze brengen maar één jong voort. Ze kunnen tot driehonderd jaar oud worden.
In de geschiedenisverhalen staat geschreven dat de olifant als volgt gevangen wordt: twee reine maagden ontbloten hun borsten en schouders en gaan naar de olifant. Een van beiden draagt een vat en de andere een zwaard. Als de olifant ze luid en lieflijk hoort zingen, gaat hij naar hen toe. Door zijn natuurlijk inzicht onderkent hij de onbevlektheid van de maagdelijke lichamen. Hij eert hun reinheid. Terwijl hij hun borsten likt, valt hij tevreden in slaap.
Dan neemt een van de maagden het zwaard. Ze steekt het in het dunne gedeelte van zijn buik totdat het bloed naar buiten stroomt. De andere maagd staat klaar met het vat en vangt het bloed op. Hiermee wordt de mantel van de keizer purper geverfd.
De olifant is de grootste en voornaamste onder de wilde dieren.