114r

ende nyet en woude wesen bi sijn gheselscap waer om het van
den wu opghenomen wort ende ghegheten
¶ Van die panthera ende dat verken ¶ Dyalogus C xiiij
0190.8302 114r 1
PAnthera is een dier dat menigerhande is van verwen
ende vterlike schoen hebbende veel ronder rode ende wi[t]te
vlacken ouer sijn lijf ende is seer mac ende mit allen bees=
ten vredelic wtghenomen den draeck die sijn viant is Dese pan
thera als si ghegeten heeft ende mit menigherhande spijse vermaect
is gaet si legghen rusten in hoer hol ende als si drie dagen geslapen
heeft staet si op van horen slaep ende gheeft wt enen groten roop.
dat alle andere beesten die hoer stemme horen by hoer comen.
ende volghen die soeticheyt van den roeck die wt horen mon=
de gaet . Mer alleen die drake als hi hoer stemme hoert wort
veruaert ende verghet hem in heymeliken holen ende kuylen
in die aerde. ¶ Dese eedele panthera wort op een tijt seer belus
tet te eten ende te smaken van verkens vleysch . Ende om dat
si seer teeder ende lecker was deede si voeden een verken voor
hoer seluen datment ymmer [e]eyn soude houden want si die on
reynicheyt seer was hatende . . ¶ Aldus wort den verken een
reyne bedsteede ghemaeckt. ende si plach dat verken dickwijl
seluen schoon te maken ende die borstelen ouer hoer lijf [v]e kem=
men . ende en mocht nyet lijden dattet hem indat slijck plach
te keeren . waer of dye soch ofte dat verken seer te onureeden
was om dattet reyn moste wesen ende hadde lieuer mitten ande

Hij wilde niet bij de groep horen en werd daarom door de wouw gegrepen en opgegeten.
De 114e dialoog. Over de panter en het varken
0190.8302 114r 1
De panter is een dier dat veel kleuren heeft. Hij heeft een mooi uiterlijk met veel rode en witte ronde vlekken op zijn vacht. Hij is erg mak en gaat vreedzaam met alle dieren om, uitgezonderd de draak, die zijn vijand is.
Als de panter gegeten heeft en met allerlei voedsel verkwikt is, gaat hij rusten in zijn hol. Als hij drie dagen geslapen heeft, wordt hij wakker, staat op en geeft een flinke brul zodat alle dieren die zijn stem horen naar hem toekomen. Ze volgen de zoete geur die uit zijn bek komt. Alleen de draak wordt bang als hij zijn gebrul hoort en verstopt zich in verborgen holen of kuilen in de grond.
Deze edele panter had eens erge trek in een stuk varkensvlees. Omdat het zeer zacht en lekker was, voedde hij een varken voor zichzelf dat hij altijd schoon wilde houden, want hij had een hekel aan viezigheid.
Zo werd voor het varken een schone bedstee gereedgemaakt. De panter maakte het varken dikwijls zelf schoon en borstelde zijn vacht. Het mocht niet gebeuren dat het zich steeds in het slijk zou wentelen. Het varken werd zeer ontevreden omdat het schoon moest zijn. Het wilde zich liever met de andere