75v

kernij van groten prijs Aldus doen oeck sommighe menschen
die snode spijse ende dat si verwerpen den armen gheuenDit dede
oec caym gode offerende van sijn snoesten goeden ende daer om sach
god of abels offerhande die vant alre beste dat hi had offerde
ende niet op caym noch op sijn gauen Aldus seyde iacob die patri
arck vanden alre besten vruchten der aerden brenghet gauen den man
dat is gode Salomon Eer god van dijnre substancien ende van=
den eersten vruchten die die beste sijn gif den armen Jtem en wilt
nyet offeren cleyn gauen dat sijn snode want god en ontfan=
get die nietHet is seer grote onedelheit ende si sijn die alre snoodste
die snode dinghen om goods willen gheuen Meester alanus las
sijn lessen in een stat daer omtrent grote faem van hem ghinc al
so dattie rueters ende alle dat volck verhoorden datter soe groten
clerck was die antwoorden konde tot allen questienAldus gin
ghen sommighe vanden anderen wtghesent tot hem ende vraghe
den hem waer in dat geleghen was die alre meeste hoescheyt ende
eerbaerheyt Hi antwoorden Gheuen ist alre eerlickste Ende doe
si dit hoorden volghede si hem daer in Doe seyde hi hem luden
dat si mit malkanderen beraden souden ende hem segghen wat
onder dat alre ouerste dinghen dat alre oneerlicste waer . Si
ghinghen te rade mit malkander ende en mochten niet ouer een dra
ghen Ende doe hi dat ghehoort had berispedese ende seyde Jc had
iu opten wech gheset daer ghi mi soudt hebben gheantwoort.
want ghelijc als gheuen is dat alre eerlicste alsoe is oec ontne
men dat alre oneerlicste . Daer om ghi die den armen dicwijl
hoer goet ontneemt ende gode dye snoodste offert sijt die alre
archste ende oneerlicste . ghelijc als ghescreuen isGheuen is meer
saligher dan te ontfanghen Vander eerlickeyt ende vriherticheyt
titus des keysers van romen is ghescreuen inden gesten vanden
romeynen dat hi op een dach sittende des auonts ouer tafel ende
ghedenckende dat hi van alle den daghe niet ghegheuen en had
alsuchtende seyde O lieue vrienden desen dach heb ick verloren
om dat ick niet ghegheuen en heb
¶ Vanden ouvaer ende den apteeker . ¶ Dyalogus lxxvi

zoet."
Zo doen ook sommige mensen die schamel eten weigeren en dat aan de armen geven. Dit deed ook Kaïn. Hij offerde God het minste van zijn oogst. Daarom zag God dat Abels offer het allerbeste was dat hij had en God merkte de gaven van Kaïn niet op.
Zo zei Jacob de aartsvader: “Het is God welgevallig dat de mens de allerbeste vruchten van de aarde geeft.” Salomo zei: “Eer God met al je rijkdom en geef het beste van de oogst aan de armen. U zult geen onbeduidende gaven offeren. God neemt die gaven niet aan. Het is de gever onwaardig en het meest onwaardig zijn degenen die schamele dingen om Gods wil geven.”
De geleerde Alanus onderwees in een stad waar hij grote faam had. De krijgslieden en het gehele volk hoorden dat er zo’n grote geleerde was die alle vragen kon beantwoorden. Zo gingen sommigen, door de anderen uitgestuurd, naar hem toe en ze vroegen hem waarin de grootste beschaafdheid en eerbaarheid gelegen was. Hij antwoordde: “Geven is het meest eervol.” Toen ze dit hoorden, volgden ze hem daarin.
Alanus zei tegen het volk dat ze met elkaar moesten overleggen en hem moesten zeggen wat het minst eervol was van alle voorkomende dingen. Ze gingen met elkaar in overleg maar ze konden niet tot overeenstemming komen. Toen Alanus dat gehoord had, berispte hij hen. Hij zei: “Ik had jullie op weg geholpen naar het goede antwoord. Want zoals geven het meest eervol is, zo is afnemen het minst eervol.”
Daarom zijn jullie, die de armen dikwijls hun bezit ontnemen en God schamele offers brengen, de allerergsten en het minst eerbaar. Zoals geschreven is: “Het is zaliger te geven dan te ontvangen.” Over de eerbaarheid en grootmoedigheid van Titus, keizer van de Romeinen, is geschreven in de geschiedverhalen over de Romeinen dat hij, toen hij op een avond aan tafel lag, overdacht dat hij de hele dag niets gegeven had. Zuchtend zei hij: “O lieve vrienden, deze dag is verloren omdat ik niets gegeven heb.”
De 76e dialoog. Over de ooievaar en de apotheker