55r

en mocht nochtant die sonne niet genaken Ende woude noch
tant om sijn houerdien nyet weder dalen. mer vloech hogher
dan hi vermocht alsoe dat hi seer beswaert ende vermoyt wort
ende die son nochtant niet raken en mocht ende hem seluen niet
langher draghen dat hy neder viel ende seyde. WJe dat
bouen sijn macht hoghe climmen wil . dye moet namaels ne=
der dalen mit sinen onwil ¶ Aldus sijn veel homoedighe en=
de houaerdighe menschen die vlieghen ende hem seluen bouen
al verheffen willen Ende om dat die houerdie altoes vallen moet
soe worden dye houaerdighen teghen horen wil vernedert.
Want als onse heer seyt alle dye hem seluen inder aerden ver=
heft die sal worden verneedert Daer om seyt bernardus die
hem seluen verheft nae sijnre macht . dien sal god vernederen
nae sijnre macht Ende augustinus Jst dattu di seluen verhef=
ste god sal dy vernederen.ende ist dat dy seluen verneders
god sal dy verheffen Dyt is die sentenci godes daer nyemant
toe doen en mach ofte ofnemen : Leo dye paeus seyt . Syet
broeders een groot wonder Hoech is god dye heer . Jst dattu
di verhefste hi vliet van di Jst dattu di verneders hy clymmet
totti. Ozosius die leerre scrijft dattie keyser valerius dye dye
achte keyser nae nero was om sijnre groter houerdien ende on
ghelouicheyt een grote persecuci verweckten in die ghelouige
menschen ouer alle die werlt ende woude den naem cristi wt
doen ende verdriuen van die werlt waer om hi dooden liet al
le die gheen die den naem cristi anriepen Daer nae ghesciedet
dat hy strijt had mitten conynck van persen die hem verwan
ende gheuanghen hielt dat hi om sijn houerdien wille verne=
dert wort ende was alle sijn leuen lanck een knecht des conyncs
dien hy alsoe moste dienen dat alsoe dicke als dye conynck op
sijn paert soude op sitten dat hy dan voor hem moste legghen
dat hem die conynck myt voeten ouertreden soude ende dat
ghedaen sat die conynck opt paert .

¶Van d[e]e voghel sterla die den hase gheuangen hadDyalogus liij

kon desondanks niet in de buurt van de zon komen. Hij was zo hoogmoedig dat hij niet wilde dalen maar juist hoger vloog dan hij kon, zodat hij erg moe werd en daardoor de zon niet kon bereiken. Hij kon zichzelf niet langer in de lucht houden zodat hij naar beneden viel. Hij zei: “Wie boven zijn macht wil klimmen, moet naderhand dalen tegen zijn wil.”
Zo zijn er veel hoogmoedige mensen die tot aan de hemel willen vliegen en zich boven alles willen verheffen. Aangezien hoogmoed altijd ten val komt, worden de hoogmoedigen tegen hun wil vernederd. Want allen die zich op aarde verheffen, zullen vernederd worden, zoals onze Heer zegt.
Daarover zegt Bernardus: “Wie zijn macht gebruikt om zich te verheffen, zal door Gods almacht vernederd worden.” Augustinus zei: “Als je jezelf verheft, zal God je vernederen en als je jezelf vernedert, zal God je verheffen.”
Dit is het oordeel van God, waar niemand iets aan toevoegen of van afnemen kan. Paus Leo zei: “Zie broeders, een groot wonder: God de Heer is hoog verheven. Als je je verheft, zal Hij van je wijken maar als je je vernedert, komt Hij je nabij.”
De leraar Ozosius schrijft dat keizer Valerianus, die de achtste keizer na Nero was, vanwege zijn grote hoogmoed en ongeloof een grote vervolging onder de gelovige mensen in de gehele wereld op gang bracht. Hij wilde de naam Christus uitbannen en daarom liet hij iedereen doden die de naam Christus aanriep.
Later gebeurde het dat hij strijd voerde met de koning van Perzië, die hem overwon en gevangen hield. Hij werd om zijn hoogmoed vernederd en was zijn verdere leven een knecht van de koning.
De vernedering was zo groot dat iedere keer als de koning zijn paard wilde bestijgen de keizer voor hem moest gaan liggen, waarna de koning zijn voeten op hem zette en vervolgens op zijn paard ging zitten.

De 53e dialoog. Over de vogel Sterla die de haas had gevangen