25v

ghemeenlick seyt dat hy alsoe veel misdoet die die koe hout als
diese steelt of vilt Daer om ganck van mi want dijn geselscap my
niet en betaemt Ende dit segghende ghinc achates van daer ende sey
de DAt quaet te doen sellen wij wederstaen.ende niet mit consent
daer ouer gaen ¶ Dit dede die heylighe propheet als hi inden
souter spreect dye gheen dye dat ghebot goods ouertredet heb
ick ghehaet al waer hi vader moeder suster ofte broederOf dat
hi mi vrient waer of biscop priester of in enigher macht waer
of hi gheestelic of waerlick is Die godes wille niet en dede dien
pleghe ick te vlyen of icse niet en kende Aldus vintmen dat sin
te Jheronimus van sijn tafel verdreef drie onsedighe clercken
ende seyde Dattet den eerbaren man niet en betaemt dat in sijn geselscap
wesen souden onsedighe of oneerbare menschen van wesen ende leuen
¶ Van gout ende loot ¶ Dat neghentiende dyalogus
0190.8302 025v 1
TOt dat gout quam dat loot mit opgheblasen sinnen en=
de seyde waer om verheffes di teghen mi En ben ic niet
alsoe wel vanden gheslachte des metaels als du waer
om versmades mi ende doeste dat ic opter werlt alsoe warde
ende costelike niet en ben alstu Coemt tot mi ende proue di mit my
inden vuer . dan salstu wel sien die craft die in mi bliuen sal.Dat
gout antwoorden Jck weet broeder dattu alsoe wel metael biste
als ick want di alsoe wel die scepper ghescepen heeft als mi Ende
ic en doe dy geen onrecht neem dat dijn is ende ganck van mi ende en wilt
niet tegens mi kiuen want het noet is dat wij in allen onsendingen geproeft

zegt men gewoonlijk dat hij die een gestolen koe koopt zich net zoveel misdraagt als degene die haar steelt of vilt. Ga daarom weg want jouw gezelschap bevalt mij niet.” Voordat de agaat verdween zei hij nog: “Wij zullen ons tegen het doen van dit kwaad te weer stellen en het niet toelaten.” Dit deed de heilige profeet toen hij in Psalmen sprak: “Degene die het gebod van God overtreedt, heb ik gehaat, al was diegene mijn vader, moeder, zuster of broeder.” Ook al is iemand je vriend, bisschop of priester, ook al heeft hij macht, of hij nu geestelijk of wereldlijk is, wie Gods wil niet doet, dien je te ontwijken alsof je hem niet kent. Zo kan men lezen dat de heilige Hieronymus drie onfatsoenlijke klerken van zijn tafel wegjoeg en zei dat het voor een eerzaam man niet passend is als er in zijn gezelschap onfatsoenlijke of oneerbare mensen zouden zijn.
De negentiende dialoog. Over goud en lood
0190.8302 025v 1
Het lood kwam verwaand naar het goud toe en zei: “Waarom toon je je hoogmoedig tegenover mij? Ben ik niet net zo goed een metaal als jij? Waarom minacht je mij en doe je alsof ik op de wereld niet net zo waardevol en kostbaar ben als jij? Kom bij me en doe met mij de proef in het vuur. Dan zal je eens zien welke kracht er in mij zal blijven.” Het goud antwoordde: “Ik weet, broeder, dat je net zo goed een metaal bent als ik want jij bent even zo goed door de Schepper geschapen als ik. En ik doe jou geen onrecht, neem wat van jou is en verdwijn. Maak geen ruzie met mij want het is noodzakelijk dat wij in alle dingen beproefd