17r

ken om die verkeerde gheselscap Daer of seyt een philosooph
ende leert ons .¶ Dat wy altoes kiesen sellen goede menschen
ende oetmoedighe daer wy mede wonen sellen ende oeck goet
moghen worden. Daer die propheet dauid of seyt inden sou=
ter Mitten heylighen selstu worden gheheylicht ende mitten
verkeerden worden verkeert .¶ Die heylighe apostel paulus
merkende dattet seer periculoes is mitten quaden te leuen.
Scrijft ende seyt wy ontbieden iv broeders inden naem ons he
ren ihesu crist i dat ghij iv versceydt van allen menschen dye
sonder ordinancie wandert Want ysidorus seyt Het is sor=
chelic mitten quaden te leuen Ende het is quaet te wesen mit
den ghenen die quaet van willen sijn ¶Ghelijc als die hemel
mitten water dat aertrijck wasschende .antwoorde den ghe=
nen die swarte colen opt [t]lant brochten ende dat swart make
deGhij ende ic broeder en moghen niet ouer een comen want
al dat ick inden helen daghe wasschen mach ende wit maken
dat moghestu in eenre vren alheel leelick ende swart maken.
Alsoe oeck al dat een goet of een wijs mensche mit groten ar=
beyde in lancheyt van tijden vercrighen mach. dat sel die dwase
oeck die bose in een vre verderuen .
¶ Van die vloet ende die zee. ¶ Dat elfte dyalogus.
0190.8302 017r 1
DJe vloet als die philosooph seyt. is een stadighe loop
des waters. ende een vuchtich makinghe der aerden
Dese ghinck tot die zee ende seydeMit recht wordestu ghehie

door verkeerd gezelschap.
Daarover leert ons een filosoof dat wij er altijd voor moeten kiezen om met goede en nederige mensen samen te wonen zodat wij zelf ook goed kunnen worden.
In Psalmen zegt de profeet David hierover: “Met de heiligen zult u worden geheiligd en met de verkeerden dwaalt u af.”
De heilige apostel Paulus heeft gemerkt dat het erg gevaarlijk is om met slechte mensen te leven. Hij zei: “Wij roepen u op, broeders, in de naam van onze Here Jezus Christus dat u zich zal afwenden van alle mensen die Gods weg niet bewandelen.”
Isidorus zegt: “Het is zorgelijk om met slechte mensen te leven en het is niet goed om te verkeren met hen die kwaadwillig zijn.”
Zo zei de hemel, die met water de aarde schoonspoelt, tegen degene die zwarte kolen op het land bracht en het zwart maakte: “Jij en ik, broeder, wij kunnen niet bij elkaar komen want alles wat ik in één dag was en wit maak dat kun jij in één uur helemaal lelijk en zwart maken.”
Zo zal ook alles wat een goed en wijs mens in lengte van dagen door zware arbeid verworven heeft door de dwaze en slechte mens in één uur verwoest worden.
De elfde dialoog. Over de rivier en de zee
0190.8302 017r 1
De rivier, zoals de filosoof zegt, is een voortdurende stroom van water, die de aarde bevloeit. De rivier ging naar de zee en zei: “Met recht wordt u