Gouds kroniekje

31r

0190.8258 031r

Ende si was driewerf tot iherusalem ten hey
lighen graue ende starf daer ende leyt begra=
uen in der duutscher hospitael

Dit is van florijs graef dircs soen die tiende
graue van hollant
FLorijs die derde wort graue tot hollant
graef dircs soen. mer die vriesen en wou
dens niet ontfanghen    Ende sijn mit groter
macht ghecomen ende belaghen alcmaer . soe
dat si grote scade deden . ende quamen in die
stede ende hebbense bi nae verbarnt    Soe dat
die van alcmaer verloren tachtich man    Ende
dit quam toe om dat die van haerlem. ende die
van alcmaer die hadden die van scaghen veel
volcs of gheslaghen ende grote scade ghedaen
dat bouen recht was
TEn naesten iaer op sinte ypolitus dach.
soe quamen die west vriesen weder ende bela=
ghen alcmaer    Daer si voer laghen achte da=
ghen ende deden grote scade . soe dat die van
alcmaer ontset quam ende toghen op die vrie
sen ende versloeghen bi twintich hondert man
Jnt iaer ons heren dusent hondert ende xcviij.
soe namen aen tcruce. die keyser vrederic . die
hertoech van swauen . sijn soen ridsaert . die

Ze was drie keer naar het Heilige Graf in Jeruzalem gegaan. Ze stierf daar en ligt begraven in het Hollandse gasthuis.

Het volgende gaat over Floris, zoon van graaf Dirk en de tiende graaf van Holland.
Floris de Derde, graaf Dirks zoon, werd graaf van Holland, maar de Friezen wilden hem niet ontvangen. Ze zijn met een groot leger naar Alkmaar gegaan en hebben de stad belegerd, waarbij ze veel schade aanrichtten. Toen zij in de stad kwamen hebben zij die bijna volledig verbrand. Hierdoor verloor Alkmaar tachtig man. Dit gebeurde omdat de Haarlemmers en de Alkmaarders veel burgers uit Schagen gedood hadden en zij hun veel schade hadden berokkend, wat niet te rechtvaardigen was.
Het volgende jaar, op Sint-Hippolytusdag, kwamen de West-Friezen terug om Alkmaar opnieuw te belegeren. Zij lagen acht dagen voor de stad en richtten grote schade aan. De stad werd echter ontzet, waarna de Alkmaarders optrokken tegen de Friezen. Ze versloegen ongeveer tweeduizend man.
In 1198 namen aan een kruistocht deel: keizer Frederik; zijn zoon, de hertog van Zwaben; Richard, de