61r

0190.8258 061r

eet doen na ouden castumen Ende die keyser
belyede hem weder dat graefscap van hollant
Ende doe toech die keyser weder tot sinen lan=
de Ende die graef toech weder in hollant En
de onder weech quam die boetscap dat die zee
landers die lec op gheuaren waren ende had
den wel hondert grote scepen al mit volc . en=
de quamen si daer si den keyser vonden si
wouden bestreden hebben Ende doemen hem
seide dattet gheuredet was doe voeren si we=
der van daer
DAer nae lach graef ian mit veel scepen en
de mit veel volcs op die merwen . ende daer
quam hem boetscap dat heer ian van renisse
mit veel scepen ende mit veel volcs quam ghe=
uaren langhes die wael  Daer gheboet gra=
ue ian dat hem dat heer wapenen soude ende
datmen die clocke slaen soude.mer doe quam
hem boetscap dat sijn vianden weder ghekeert
waren ende voeren te hoesden
IN desen tiden lach heer claes van cats
op dat huus te scoenhouen . ende was viant
graef ian van hollant  Daer sende graef ian
een deel zeelanders ende vriesen die dat slot
belaghen soe langhe datment op gaf  Ende
heer claes van cats mit ian sijn soen toghen

eed afleggen volgens oud gebruik. En de keizer gaf hem het bestuur over het graafschap Holland. Daarna vertrok de keizer naar zijn land en de graaf keerde terug naar Holland.
Onderweg kwam de boodschap dat de Zeeuwen de Lek opgevaren waren met wel honderd grote schepen vol met krijgsvolk. Toen ze dichtbij de keizer waren gekomen, wilden ze hem aanvallen. Maar nadat men hun had verteld dat er vrede was gesloten, voeren ze weer weg.
Graaf Jan lag met veel schepen en veel krijgsvolk op de Merwede. Hij ontving de boodschap dat heer Jan van Renesse - eveneens met veel schepen en krijgsvolk - de Waal op kwam gevaren.
Graaf Jan beval dat de manschappen hun wapenrusting moesten aantrekken en dat men de klok moest luiden. Maar hij kreeg bericht dat zijn vijanden zich teruggetrokken hadden en naar Heusden voeren.
In dezelfde tijd bevond heer Nicolaas van Cats zich op het kasteel in Schoonhoven. Hij en graaf Jan van Holland waren elkaars vijanden.
Graaf Jan zond een leger Zeeuwen en Friezen, die het kasteel zolang belegerden totdat men het overgaf. Heer Nicolaas van Cats en zijn zoon Jan trokken