61r
eet doen na ouden castumen Ende die keyser
belyede hem weder dat graefscap van hollant
Ende doe toech die keyser weder tot sinen lan=
de Ende die graef toech weder in hollant En
de onder weech quam die boetscap dat die zee
landers die lec op gheuaren waren ende had
den wel hondert grote scepen al mit volc . en=
de quamen si daer si den keyser vonden si
wouden bestreden hebben Ende doemen hem
seide dattet gheuredet was doe voeren si we=
der van daer
DAer nae lach graef ian mit veel scepen en
de mit veel volcs op die merwen . ende daer
quam hem boetscap dat heer ian van renisse
mit veel scepen ende mit veel volcs quam ghe=
uaren langhes die wael Daer gheboet gra=
ue ian dat hem dat heer wapenen soude ende
datmen die clocke slaen soude.mer doe quam
hem boetscap dat sijn vianden weder ghekeert
waren ende voeren te hoesden
IN desen tiden lach heer claes van cats
op dat huus te scoenhouen . ende was viant
graef ian van hollant Daer sende graef ian
een deel zeelanders ende vriesen die dat slot
belaghen soe langhe datment op gaf Ende
heer claes van cats mit ian sijn soen toghen
eed afleggen volgens oud gebruik. En de keizer gaf hem het bestuur over het graafschap Holland. Daarna vertrok de keizer naar zijn land en de graaf keerde terug naar Holland.
Onderweg kwam de boodschap dat de Zeeuwen de Lek opgevaren waren met wel honderd grote schepen vol met krijgsvolk. Toen ze dichtbij de keizer waren gekomen, wilden ze hem aanvallen. Maar nadat men hun had verteld dat er vrede was gesloten, voeren ze weer weg.
Graaf Jan lag met veel schepen en veel krijgsvolk op de Merwede. Hij ontving de boodschap dat heer Jan van Renesse - eveneens met veel schepen en krijgsvolk - de Waal op kwam gevaren.
Graaf Jan beval dat de manschappen hun wapenrusting moesten aantrekken en dat men de klok moest luiden. Maar hij kreeg bericht dat zijn vijanden zich teruggetrokken hadden en naar Heusden voeren.
In dezelfde tijd bevond heer Nicolaas van Cats zich op het kasteel in Schoonhoven. Hij en graaf Jan van Holland waren elkaars vijanden.
Graaf Jan zond een leger Zeeuwen en Friezen, die het kasteel zolang belegerden totdat men het overgaf. Heer Nicolaas van Cats en zijn zoon Jan trokken
61v
te ghisel in zeelant
DAer quam nae graef ian die boetscap dat
sijn soen hadde ghewonnen dat huus te be=
rendorp ende dat hijt al hadde ghedoot dat
op dat huus was
DOe graef ian te dordrecht was quam hem
boetscap dat heer ian van renisse mit groter
macht was te berghen aen den zoem . ende
datter die ioncheer van berghen teghen ghe=
streden hadde. ende hadde heer ian vluchtich
ghemaect ende al sijn volc verslaghen omtrent
vijf hondert man Ende heer ian van renisse
die toech op dat huus te troeyen Daer sende
graef ian van hollant ian sijn soen om dat
huus te belegghen mit die zeelanders . mer
doe heer ian van renisse vernam dat ian quam
soe seide hi Dit is die duuel die hier coemt ist
dat hi ons verwint wi moeter al om steruen
het is beter dat wi te tide rumen Ende al=
dus toghen si van dat huus . ende toghen in
vlaenderen Ende daer nae hieten si ian graef
ians soen Jan sonder ghenaden
DAer nae gheuielt dat ian van renisse die
is mit die vlaminghen ghecomen ter goes .
om dat slot te winnen Daer quamen die
van reymerswalen mit veel volcs . ende ver=
als gijzelaars naar Zeeland. Daar ontving graaf Jan het bericht dat zijn zoon het kasteel te Baarland had veroverd. Hij had iedereen gedood die in het kasteel aanwezig was.
Toen graaf Jan in Dordrecht was, ontving hij het bericht dat heer Jan van Renesse met een groot leger in Bergen op Zoom was en dat jonkheer Van Bergen er tegen gevochten had. Heer Jan was daardoor gevlucht en zijn hele leger, zo’n vijfhonderd man, was gedood.
Heer Jan van Renesse trok naar het kasteel Troje. Daar zond graaf Jan van Holland zijn zoon Jan naar toe om het kasteel met de Zeeuwen te belegeren. Toen heer Jan van Renesse vernam dat Jan kwam, zei hij: “Dit is de duivel die hier naar toe gekomen is. Als hij ons overwint zullen wij sterven. Het is beter als we ons bijtijds in veiligheid brengen.”
Ze verlieten het kasteel en vertrokken naar Vlaanderen. Vanaf die tijd noemden ze de zoon van graaf Jan ‘Jan zonder Genade’.
Jan van Renesse is met de Vlamingen naar Goes getrokken om daar het kasteel te veroveren. Er kwam toen veel krijgsvolk uit Reimerswaal.
62r
sloeghen die vlaminghen wel xviij.hondert .
ende heer ian van renisse is nauwe mitten liue
ontgaen Daer nae toech graef ian in hene=
gouwen . ende liet heer ghye sijn broeder in
hollant mit willem sijn soen Ende nv waent
die bisscop willem van vtrecht hollant in te
winnen sonder weer Ende dede hollant gro
te scade mit roef ende mit brant Daer teghen
quamen heer dirc van wassenaer . heer heyn=
ric casteleyn van leyden . heer philips van dy
uoerde . heer simon van benthoy. heer iacob
vanden woude mit die ghemeente van hol=
lant Ende op die weyde van vtrecht daer de=
sen bisscop lach mit sijn volc Daer rees een gro
ten strijt . soe dat die bisscop inden eersten die
hollanders vluchtich maecte . mer doe quam
heer sweer van montfoorde mit enen onuer=
moyden heer . ende quam die hollanders te
baten Ende daer wort die bisscop van sinen
paerde gheslaghen . ende wort daer verslagen
wel mit dusent man Ende desen bisscop wort
begrauen in sinte katherinen kercke binnen
vtrecht Ende dese strijt ghesciede Jnt iaer ons
heren dusent ende drie hondert op sinte mar=
tijns dach translacio inden somer
DOe dit graef ian van henegouwen ende
Ze versloegen wel 4.300 Vlamingen. Heer Jan van Renesse wist in dit gevecht maar amper het vege lijf te redden. Graaf Jan ging naar Henegouwen en liet zijn broer, heer Gwijde, en zijn zoon Willem in Holland achter.
Bisschop Willem van Utrecht dacht dat hij nu Holland wel zonder tegenstand zou kunnen overwinnen. Met roof en brandstichting bracht hij grote schade aan.
Maar heer Dirk van Wassenaar; heer Hendrik, de kastelein van de burcht van Leiden; heer Filips van Duivenvoorde; heer Simon van Benthem en heer Jacob van den Woude kwamen samen met de bevolking van Holland in verzet.
Op het slagveld van Utrecht, waar de bisschop lag met zijn leger, ontstond een felle strijd, waarbij eerst de bisschop de Hollanders nog op de vlucht joeg.
Toen kwam heer Zweder van Montfoort, die de Hollanders met een onvermoeid leger te hulp schoot. De bisschop werd van zijn paard gestoten en gedood. Met hem sneuvelde wel duizend man. De bisschop werd begraven in de Sint-Catharijnekerk in Utrecht.
Deze veldslag speelde zich af in de zomer van 1300 op het translatiefeest van Sint-Maarten.
Toen graaf Jan van Henegouwen en
62v
van hollant vernam doe quam hi in hollant.
ende toech binnen vtrecht . ende brochtet soe
verre dat heer ghye sijn broeder wort bisscop
ghecoren dat hi langhe mit vreden besat En=
de doe toech graef ian in henegouwen weder
ende liet ian sijn outste soen in zeelant Ende
willem sijn ander soen regierde hollant
DAer nae toech ian sonder ghenaden in
vrancrijck biden coninc Ende doe was dat oer
loech tusschen vrancrijck ende vlaenderen. soe
dat si te stride quamen voer cortrijc Daer die
vlaminghen den strijt wonnen . bi raet heer
ian van renissen Ende daer wort verslaghen
die coninc stauel van vrancrijck. ende ian son
der ghenaden graef ian van henegouwen out
ste soenEnde daer nae toghen die vlaminghen
in henegouwen daer si grote scade deden mit
roef ende mit brant Ende dit screef graef ian
an willem sijn soen die in hollant was Daer
versamende ioncheer willem een scoen heer
van volc . ende toech in casant daer hi vinc en
de sloech bi vier dusent vlaminghen Ende daer
stichte hi roef ende brant . ende keerde weder
in zeelant mit sijn volc onghescaet Ende dit
was in die vasten
INt iaer ons heren dusent ccc. ende iij.des
van Holland dit vernam, ging hij naar Holland. In Utrecht kreeg hij voor elkaar dat zijn broer, heer Gwijde, daar tot bisschop werd benoemd. Hij bekleedde dit ambt lange tijd in vrede. Toen vertrok graaf Jan weer naar Henegouwen. Hij liet zijn oudste zoon Jan in Zeeland achter. Willem, zijn andere zoon, regeerde over Holland.
Daarna ging Jan zonder Genade naar de koning van Frankrijk. Er was oorlog tussen Frankrijk en Vlaanderen en de strijd vond plaats bij Kortrijk. De Vlamingen wonnen de strijd onder leiding van Jan van Renesse. De opperbevelhebber van het Franse leger en Jan zonder Genade, de oudste zoon van graaf Jan van Henegouwen, werden gedood.
De Vlamingen trokken toen naar Henegouwen, waar ze met roof en brandstichting grote vernielingen aanrichtten. Dit schreef graaf Jan aan zijn zoon Willem, die in Holland was.
Jonkheer Willem bracht een sterk leger op de been en trok naar Cadzand. Daar doodde hij omstreeks vierduizend Vlamingen. Hij roofde en stichtte brand, waarna hij terugkeerde naar Zeeland. Zijn soldaten waren ongedeerd. Dit vond plaats in de vastentijd.
In het jaar 1303,
63r
vrydaghes nae paesschen. soe quam graef ghye
van vlaenderen mit groter macht van volcke
om zeelant te winnen Daer teghen sende ionc
heer willem die maerscalc van hollant mit ve
le volcs ter veer Daer die vlaminghen qua=
men ende streden teghen die hollanders . en=
de versloegher wel drie dusent. ende wonnen
den strijt Ende doe dit ioncheer willem ver=
nam daer hi te arremuyden lach mit veel vol
kes . soe quamen die vlaminghen voer arre=
muyden Daer teghen quam ioncheer wil=
lem mit die zeelanders . ende streden teghen
die vlaminghen mer ioncheer willem verloes
den strijt. ende weec binnen middelburch En
de daer worden hem of gheslaghen neghen
dusent man Aldus verloes ioncheer willem
twee staende striden op enen dach.die een voer
die veer . ende die ander voer arremuyden :
Daer nae belaghen die vlaminghen die stede
van middelburch soe langhe dattet in een be=
stant gheset wort als dat ioncheer willem die
stede soude op gheuen. behouden al dat daer
binnen waer . hoer lijf ende hoer goet ende
hoer rechten Ende ioncheer willem soude trec
ken binnen ziericxzee
op vrijdag na Pasen, kwam graaf Gwijde van Vlaanderen met een grote legermacht om Zeeland te veroveren. Jonkheer Willem stuurde ter verdediging de legeraanvoerder van Holland met veel krijgsvolk naar Veere. De Vlamingen trokken ook daar naartoe om tegen de Hollanders te vechten. Ze doodden er wel drieduizend en wonnen de strijd.
Jonkheer Willem vernam dit toen hij met veel manschappen bij Arnemuiden lag. De Vlamingen trokken toen op tot voor Arnemuiden. Jonkheer Willem nam vervolgens met de Zeeuwen de strijd op tegen de Vlamingen, maar jonkheer Willem verloor de strijd. Hij vluchtte naar Middelburg. Daar werden negenduizend van zijn mannen gedood.
Zo verloor jonkheer Willem twee veldslagen op één dag, de ene bij Veere en de andere bij Arnemuiden.
Daarna belegerden de Vlamingen de stad Middelburg zo lang, dat er uiteindelijk een wapenstilstand werd gesloten, waarbij jonkheer Willem de stad zou overgeven met uitzondering van alles wat erin was. Lijf en goed van de inwoners en hun rechten zouden gespaard worden. Jonkheer Willem zou naar Zierikzee trekken.
63v
DEs anderen daghes daer nae soe quam
graef ghye ende belach ziericxzee mit groter
macht van volcke ses weken lanc Daer die
vlaminghen seiden onderlinghe Wat sellen
wi langhe voer dit craeyen nest legghen latet
ons of doen soe hebben wi ghedaen Ende si
quamen aen ende bestormden ziericxzee . mer
ioncheer willem mit die poerters van ziericx=
zee deden die poerten op ende bestreden die vla=
minghen. ende sloeghender xv. hondert behal=
uen die daer drencten Ende daer soe worter
vier hondert gheuanghen
DAer nae wort een bestant ghemaect mit
goeden brieuen een maent lanc durende op
een voerwaerde datmen ziericxzee niet meer
vesten noch vaster maken en soude dant wa=
re Ende doe toech ioncheer willem in hollant
ende voer inden haech tot graef ian sijn va=
der Daer droech graef ian willem sijn soen
dat lant op ende toech in henegouwen
De dag erna kwam graaf Gwijde. Hij belegerde zes weken lang Zierikzee met een grote legermacht.
De Vlamingen zeiden tegen elkaar: “Waarom zullen wij zo lang voor dit kraaiennest blijven liggen? Laten wij de stad verwoesten. Dat hebben we dan maar gedaan.”
Zij trokken op en bestormden Zierikzee. Maar jonkheer Willem en de poorters van Zierikzee deden de poorten open en streden tegen de Vlamingen. Ze doodden er wel 1.500. Er verdronken ook Vlamingen en er werden 400 mannen gevangengenomen.
Er werd een wapenstilstand gesloten met goede afspraken. Het bestand zou een maand lang duren op voorwaarde dat men Zierikzee niet verder zou versterken dan het al was.
Jonkheer Willem vertrok naar Holland. In Den Haag ontmoette hij zijn vader graaf Jan. Hij droeg het land aan zijn zoon Willem over en vertrok naar Henegouwen.
64r
DAer nae ghinc dat bestant wt.ende die
van ziericxzee toghen voer middelburch.ende
versloeghen daer veel volcs.soe dattet onghe
tallic was.ende wonnen middelburch weder
in Ende daer nae toghen si onghescaet bin=
nen ziericxzee ende ontboden ioncheer willem
dat hi te ziericxzee quaem.ende dat si middel
burch ghewonnen hadden Daer toech ionc=
heer willem tot ziericxzee.ende toech mit die
poerters wt int lant daer een groet hoep vla
minghen laghen mit heer ian van renisse die
ioncheer willem al vluchtich maecte ende ver
sloegher veel Ende daer ontfinc hi ridders
naem Ende hi sloech daer veel ridders tot
xlviij. toe Ende daer wort oec een ridder ghe
slaghen ioncheer willem wit van haemsteen
die graef florijs van hollant sijn bastaert
soen was
INt iaer ons heren dusent ccc.ende vier des
woensdaghes voer palm sonnendach.so quam
bisscop ghie van vtrecht heer willems oem mit
die vryesen ende kermerlanders.ende mit veel
burghers van vtrecht.ende quamen tot huering
in duuelant Ende daer worden si inder nacht
ouergheuallen van heer ian van renisse die
dat heer soe haestelic ende onuersienlic ouer
Daarna liep het bestand af. De soldaten uit Zierikzee gingen naar Middelburg en doodden daar ontelbaar veel krijgsvolk. Ze namen Middelburg weer in. Daarna trokken ze ongedeerd Zierikzee binnen. Ze lieten jonkheer Willem weten dat hij naar Zierikzee moest komen en dat ze Middelburg hadden ingenomen.
Jonkheer Willem trok naar Zierikzee. Samen met de burgers trok hij het Zeeuwse land in, waar een grote troep Vlamingen lag met heer Jan van Renesse. Jonkheer Willem joeg hen op de vlucht. Hij maakte daarbij veel slachtoffers.
Hij werd er geridderd en hij sloeg er velen tot ridder, wel 48. Ook sloeg jonkheer Willem Witte van Haamstede tot ridder, de bastaardzoon van graaf Floris van Holland.
Op een woensdag voor Palmzondag in het jaar 1304 kwam de oom van heer Willem, bisschop Gwijde van Utrecht, met de Friezen, de Kennemerlanders en met veel burgers uit Utrecht naar Huering in Duiveland. Daar werden ze ’s nachts door heer Jan van Renesse aangevallen. Hij overviel het leger zo plotseling en onverwacht
64v
viel.soe dat die hollanders ende bisdommers
al worden verslaghen of gheuanghen.want
die nacht wort soe vreselic doncker.dat die een
den anderen niet en kende Jn desen strijt ble=
uen doot.heer willem van hoorn domproest
tutrecht.heer willem van haerlem.heer dirc
van sulen.claes parsijn.ende sweer van ver=
renvoord mit viij.dusent man Ende bisscop
ghye wort gheuanghen.ende in vlaenderen
ghesent Desen strijt ghesciede des vryda=
ghes voer palmdach
DEs saterdaghes opten palm auont.doe
quam graef ghye weder mit die vlaminghen
voer ziericxzee.dat hi belach mit groter macht
tot des woensdaghes in die paeschdaghen
DEs donredaghes.soe toech graef ghye
mit groter macht in hollant Ende al noert
hollant dat ghinc hem in die hant sonder
haerlem alleen Daer nam graef ghye ghisel
wt leyden ende wt delft.ende voerdese bin=
nen der stede vander goude
HJer nae soe quam die hertoech ian van
brabant . ende wan alle zuythollant sonder dor=
dat alle Hollanders en Utrechtenaren werden gedood of gevangengenomen, want het was ’s nachts zo donker dat men de een niet van de ander kon onderscheiden.
In deze strijd vielen heer Willem van Hoorn, domproost van Utrecht; heer Willem van Haarlem; heer Dirk van Zuylen; Claes Parsijn en Sweder van Verrenvoorde met achtduizend man.
Bisschop Gwijde werd gevangengenomen en naar Vlaanderen gezonden. Deze strijd vond plaats op vrijdag voor Palmzondag.
Op zaterdagavond voor Palmzondag kwam graaf Gwijde met de Vlamingen weer naar Zierikzee, dat hij met een grote legermacht tot woensdag na Pasen belegerde.
Op donderdag trok graaf Gwijde met een groot leger naar Holland. Hij kreeg heel Noord-Holland in handen, met uitzondering van Haarlem. Graaf Gwijde nam inwoners van Leiden en Delft in gijzeling en bracht hen naar de stad Gouda.
Hierna veroverde hertog Jan van Brabant heel Zuid-Holland, met uitzondering van Dordrecht.
65r
drecht alleen Ende als graef ghye dat vernam
soe toech hi te worychom.ende ontboet her=
toech ian Doe hertoech ian daer quam.daer
ghinghen si dordrecht deylen onder hem bey
den Als dat graef ghye soude hebben die
poert side van dordrecht.ende hertoech ian sou
de hebben die lant side Ende deelden aldus
die stede eer dat si ghewonnen was
DAer nae toech graef ghye mit groter
macht ende wan die stat van vtrecht.ende be
ualse heer ian van renisse te bewaren Ende
die bisscop die in vlaenderen lach gheuangen
die woude graef ghye doden . op dat heer
willem van gulic bisscop mochte worden
HJer nae toech heer wit van haemsteden
mit enen hoghen vloet.ende seylde buten om
ende quam tot santvoerd.ende toech binnen
haerlem Daer hi sijn bannier ontwant mit=
ten roeden leeu Ende seide.het was grote scan
de.datmen alsoe tlant op gheuen soude son=
der slach of sonder stoet Daer vielen hem
die kermerlanders bi ende seiden.wist hi yet
daer teghen te doen.si waren bereyt mit hem
te varen Ende doe dit die vryesen vernamen
Toen graaf Gwijde dit vernam trok hij naar Woudrichem. Hij verzocht hertog Jan naar hem toe te komen.
Nadat hertog Jan was aangekomen gingen ze Dordrecht onder hun beiden verdelen. Graaf Gwijde zou de havenzijde van Dordrecht krijgen en hertog Jan de landzijde. Zo verdeelden ze de stad nog voordat hij was veroverd.
Daarna trok graaf Gwijde met een grote legermacht op naar Utrecht. Hij veroverde de stad en droeg heer Jan van Renesse op de stad te beschermen. Graaf Gwijde wilde de bisschop, die nog in Vlaanderen gevangenzat, doden opdat heer Willem van Gulik bisschop kon worden.
Hierna zeilde heer Witte van Haamstede tijdens hoog water buitenom naar Zandvoort, waarna hij Haarlem binnentrok. Daar ontplooide hij zijn banier met de rode leeuw. Hij zei dat het een grote schande was om het land zonder slag of stoot over te geven. De Kennemers vielen hem bij en zeiden dat als hij er iets tegen wist te doen, zij bereid waren om met hem mee te varen. Toen de Friezen dit hoorden,
65v
quamen si te haerlem tot heer wit ende seiden
laet ons dese vlaminghe vten lande verdriuen
eer si ons te machtich worden
DOe heer wit sach van haemsteen dat die
vryesen soe willich waren om die vlamingen
te verslaen ende hem alle daghe meer volcs
toe quam.soe nam hi mede alle dat mede wou
de ende toghen wt haerlem.ende quamen te
lijs.daer hem ghemoete die seuereyn van vlan
deren mit een ontallic volc Daer heer wit te
ghens street.ende wan den strijt Daer alsoe
veel vlaminghen verslagen worden dat mer
gheen ghetal of en weet
DOe dese maer doer dat lant ghinc.ende
men te delft vernam.soe was daer een binnen
die ockenberch hiet.die nam die bannier in
sijn hant.ende riep. hollant hollant hollant
ende versloeghen soe veel vlaminghen dat=
tet wonder te segghen waer Ende toghen mit
die bannier van delft te leyden Daer toghen
die van leyden mit die van delft ter goude
om hoer poerters die daer te ghysel laghen
ende quamen inder nacht binnen der goude
ende maecten soe groten gherufte op die straet
gingen ze naar heer Witte in Haarlem. Ze zeiden: “Laat ons deze Vlamingen uit het land verdrijven voordat zij ons te machtig worden.”
Toen heer Witte van Haamstede besefte dat de Friezen zo bereidwillig waren om de Vlamingen te verslaan en er elke dag meer krijgsvolk naar hem toe kwam, nam hij iedereen mee die mee wilde. Ze vertrokken uit Haarlem en kwamen in Lisse aan. Daar kwamen ze de soeverein van Vlaanderen tegen met een niet te tellen aantal manschappen. Heer Witte vocht ertegen en hij won de strijd. Een ontelbaar aantal Vlamingen werd er gedood.
Het nieuws verspreidde zich door het land en bereikte ook Delft. In die stad woonde iemand die Ockenberg heette. Hij nam het vaandel in zijn hand en riep: “Holland, Holland, Holland.” Hij versloeg
zoveel Vlamingen dat het een wonder genoemd mag worden.
Daarna gingen ze met het vaandel van Delft naar Leiden. De manschappen uit Leiden trokken vervolgens met die uit Delft naar Gouda vanwege de burgers die daar in gijzeling werden gehouden. Ze kwamen ’s nachts Gouda binnen, waar ze veel opschudding veroorzaakten.
66r
ende versloeghen daer veel vlaminghen En=
de die ander liepen bi groten hopen.ende waen
den te delft vry te wesen.daer si zeer starke=
lic belopen worden opter straet ende worden
verslaghen omtrent neghen hondert ende dit
hiet noch die vlamincs st raet
DOe dit die van dordrecht vernamen to=
ghen si wt mit heer claes van put.ende streden
op hertoech ians volc van brabant.ende ver
sloegher wel ses dusent brabanders.ende ver=
barnden alle die dorpen die brabant toe be=
hoerden ses mylen verre.inden name dat nye=
sont brabander en quam om den exsijs te boe=
ren tot sinte gheerten berghe
BJnnen scoenhouen lach heer claes van cats
ende was casteleyn op dat huus te scoenho=
uen mit sijn soen van graef ghyen weghen van
vlaenderen.soe dat heer claes of quam vanden
huus.ende soude besien.hoe dat in die stede
stoet Daer vinghen hem die poerters van
scoenhouen . ende ontbodent heer wit van
haemsteden.dat hi quaem binnen scoenhouen
si wouden hem dat slot helpen bestormen .
Alsoe dat heer wit quam binnen scoenhouen
ende belach dat slot seer starkelic Ende men
Ze versloegen daar veel Vlamingen.
De andere Vlamingen liepen nog in grote aantallen rond. Zij meenden dat ze in Delft veilig zouden zijn. Daar werden ze op straat erg in het nauw gedreven. Er werden ongeveer negenhonderd Vlamingen gedood. De Vlamingstraat herinnert er nog aan.
Toen de Dordtenaren dit vernamen, trokken zij samen op met heer Nicolaas van Putten. Zij streden tegen het Brabantse leger van hertog Jan en doodden wel zesduizend Brabanders. Ze staken alle dorpen die aan Brabant toebehoorden in brand, tot zes mijlen ver. Dit betekende dat sindsdien geen Brabander verder kwam dan Sint-Geertenberg om belasting te innen.
In Schoonhoven lag heer Nicolaas van Cats. Hij was met zijn zoon kastelein op het kasteel te Schoonhoven, uit naam van graaf Gwijde van Vlaanderen. Heer Nicolaas kwam uit het kasteel om te kijken hoe het er in de stad voor stond. De inwoners van Schoonhoven namen hem gevangen. Ze zonden een bericht naar heer Witte van Haamstede dat hij naar Schoonhoven moest komen. Zij wilden hem helpen het kasteel te bestormen.
Heer Witte arriveerde in Schoonhoven om vervolgens het kasteel zeer hevig te belegeren. Men
66v
rechter voer een grote bly om dat huus te be=
stormen.alsoe dat ment op gaf behouden hoer
lijf ende hoer goet.ende si worden in vanghe
nissen gheleyt
DOe dit graef ghye vernam. daer hi lach
binnen vtrecht.hoe dattet in hollant ghinc.so
nam hi haestelic sijn volc mit hem.ende quam
die ysel neder.ende liet heer ian van renisse
die stat bewaren Daer quamen die van dor
drecht mit heer claes van put.ende bestreden
graef ghye van vlaenderen voer yselmonde
Daer si streden lange tijt om die ouerhant te
crighen.mer int lest so verloes graef ghye den
strijt Ende hi wort daer zeer ghewont.ende
is nauwe mitten liue ontgaen.mer hem wor
den of gheslaghen wel drie dusent man
NV is graef ghye wt hollant verdreuen
Ende heer willem van hollant was binnen
dordrecht Doe graef ghye vernam.dat heer
willem in hollant was.so versamende graef
ghye alsoe swaren heer van volc.soe datmen
seit dat hi hadde wel twee honde[e]t dusent
man Ende quam mit dat grote heer van
volc.ende belach ziericxzee derdewerf Ende
dede an die noert side stellen twee grote bli=
den.om die stede daer mede te bestormen .
bracht een grote katapult in stelling om het kasteel te bestormen, zodat men het overgaf behalve hun lijf en goed. Ze werden naar de gevangenis gebracht.
Toen graaf Gwijde, die in de stad Utrecht lag, hoorde hoe het er in Holland voorstond, verzamelde hij met spoed zijn leger, waarmee hij de IJssel afzakte. Heer Jan van Renesse moest de stad beschermen. Uit Dordrecht kwam heer Nicolaas van Putten met zijn leger. Voor IJsselmonde voerden ze strijd tegen graaf Gwijde van Vlaanderen.
Ze streden lang om de overhand te krijgen, maar uiteindelijk verloor graaf Gwijde de strijd. Hij raakte zwaar gewond en ontsnapte ternauwernood aan de dood. Er werden wel drieduizend van zijn manschappen gedood. Graaf Gwijde werd uit Holland verdreven, terwijl heer Willem van Holland in Dordrecht was.
Toen graaf Gwijde hoorde dat heer Willem in Holland was, verzamelde hij zo’n sterk leger dat er gezegd werd dat hij wel tweehonderdduizend manschappen had. Met dat enorme leger belegerde hij Zierikzee voor de derde maal. Aan de noordkant stelde hij twee grote katapulten op om de stad daarmee te bestormen.
67r
Soe dat die bliden soe groet waren dat si ste=
nen worpen die drie hondert pont woghen
Ende an die zuyt side stont een grote blye.mer
die van ziericxzee die hadden drie die meeste
bliden in hoer stede.daermen ye of hoerde seg=
ghen.daer si soe grote scade mede deden in
dat heer.also dat op een tijt die vlaminghen
worpen enen swaren steen binnen der stede
daer grote scade of quam Doe was daer een
meester binnen der stede die mitten blide con=
de worpen ende seide.haelt mi den steen.ic sel
len hem weder senden Daer leydemen in die
scoe Daer werpen die meester op die grote
blide die buten stont.so dat si al an stucken viel
ende viel den meester sijn een hant ontween
Daer nae dede graef ghye die hauen ouer
dammen.ende voldese mit coern ende mit stroe
ALs ziericxzee aldus beleghen is.ende ment
in verre lande hoerde.soe quamt voer den co
ninc van vrancrijc diemen philips die vette
hiet. Dese sende sijn ammyrael in heer wil=
lems hulp van hollant mit vierdalf hondert
grote scepen mit top castelen wel toe ghema=
ket te vechten mit meester trompers Ende hi
brocht oec vijf grote gheleyen vol mit volc
Die katapulten waren zo groot dat ze stenen konden werpen die wel driehonderd pond wogen.
Aan de zuidzijde stond een grote katapult, maar in Zierikzee hadden ze drie katapulten die groter waren dan men ooit gehoord had. Hiermee brachten ze veel verliezen aan in de legermacht.
Op een keer slingerden de Vlamingen een grote steen de stad in, waar veel schade door ontstond. In de stad was een meesterschutter die met de katapult kon omgaan. Hij zei: “Breng die steen naar mij, dan zal ik hem teruggooien.” Men legde de steen in de leren zak. De meester wierp de steen op de grote katapult die buiten de stad stond. Die viel geheel in stukken en de meester daar brak zijn hand.
Daarna liet graaf Gwijde dammen leggen in de haven. Hij stortte deze vol met koren en stro.
Men hoorde zelfs in verre landen over de belegering van Zierikzee. Ook de koning van Frankrijk, die Filips de Vette werd genoemd, hoorde ervan. Hij schoot Willem van Holland te hulp door zijn admiraal te sturen met 350 grote schepen met versterkte kraaiennesten in de mast, geschikt voor de strijd. Ook waren er meestertrompetters aan boord. En verder zond hij vijf grote konvooischepen vol krijgsvolk.
67v
Daer screef die ammyrael van vrancrijck an
heer willem van hollant.dat hi sijn volc ree
maecte.hi hoepte cortelanc bi hem te comen.
alsoe verre als hi weer ende wint hadde.hi
woude ziericxzee ontsetten.want het waer des
conincs wille Daer versamede heer willem
een scoen heer van volc.ende quam daer me=
de te scyedam Ende verwachte des ammy=
raels coemst die drie weken naden dach mer=
rede.soe dat heer willem hier seer tonvreden
in was Ende hi gruwelde dat die vlamin=
ghen die stede mochten verhongheren ende
oec winnen
DOe graef ghye vernam dat dat franse
heer opter zee was.soe was hem zeer wee te
moede.mer doch soe meende hi altoes dat si
voer ziericxzee niet comen en souden Daer
dede hi op een tijt ziericxzee bestormen op een
middach stont als die poerters aten Daer
die vlaminghen brochten coern ende stroe om
die graften te vollen Ende meenden die ste
de te winnen op een corten tijt Daer sloechmen
die clocke binnen der stede Ende alt volc liep
ter muer . ende die vrouwen brochten ste=
nen.ende scut ter muer.om dat die mannen
staende souden bliuen Daer scoetmen soe
De Franse admiraal schreef aan heer Willem van Holland dat hij zijn manschappen in gereedheid bracht. Hij hoopte op korte termijn bij hem te komen, maar dan moest hij het weer en de wind mee hebben. Hij wilde Zierikzee bevrijden, want dat was de wil van de koning.
Heer Willem bracht een voortreffelijk leger bijeen, waarmee hij naar Schiedam trok. Hij zag uit naar de komst van de admiraal. Deze liet al drie weken op zich wachten, wat heer Willem zeer onrustig maakte. Het vervulde hem met afkeer dat de Vlamingen de stad zouden laten verhongeren en de overwinning zouden behalen.
Toen graaf Gwijde hoorde dat het Franse leger op zee was, raakte hij zeer somber gestemd. Toch bleef hij denken dat het niet in Zierikzee zou aankomen.
Op een dag liet hij Zierikzee tijdens het middaguur bestormen toen de inwoners gingen eten. De Vlamingen voerden koren en stro aan om daarmee de grachten te dempen. Ze geloofden dat ze de stad binnen korte tijd konden veroveren.
Toen liet men de klok luiden in de stad. Alle bewoners liepen naar de muur. De vrouwen brachten stenen en geschut naar de muur, opdat de mannen zich staande zouden houden. Men schoot zo
68r
vreseliken vter stede mit soe fellen scut dat
daer vlaminghen soe veel doot bleuen datmer
gheen ghetal of en weet Ende wanneer dat
ter brant in die stede was.soe liepen die vrou
wen ten brande.ende lieten die mannen op=
ter muer.om die vlaminghen of te weeren De
se boetscap wort heer willem van hollant ge=
brocht.daer hem zeer lief toe was.mer si scre
uen hem weder hoe dat hoer beesten dat stroe
vanden bedde aten.ende dat dack vanden hu=
sen Ende baden dat hi doch comen woude
ende ontsettense Daer screef hem heer wil=
lem weder dat hi wachte naden ammyrael
ende dat hi soude comen als hi eerst mocht
DAer dede graef ghye maken een catte die
so groet ende so hoech was dat al veruaert was
die in ziericxzee waren Ende dese catte stont an
die noert side vander stede Daer quamen die
vlaminghen aen.ende bestormden die stede
een helen dach lanc Daer hem die poerters
vromeliken weerden Ende scoten soe vre=
seliken vter stede mit groten bogen ende mit
groten blyden Ende die poerters deden die
vlaminghen we der keren.mer hadden si sca
de eer si stormens of stonden. dat wisten si
wel.want si hadden wel xviij. dusent do=
heftig vanuit de stad met zulk zwaar geschut dat veel Vlamingen gedood werden, zoveel dat ze niet te tellen waren.
Toen er brand in de stad uitbrak, liepen de vrouwen naar de brand toe. Ze lieten de mannen op de muur om de Vlamingen te weren. Heer Willem van Holland werd op de hoogte gebracht. De boodschap was hem zeer aangenaam. Maar ze schreven hem weer dat hun beesten het stro van de bedden aten en het dak van de huizen. Ze smeekten hem dat hij zou komen om hen te ontzetten. Heer Willem schreef terug dat hij wachtte op de admiraal en dat hij zou komen zodra dat mogelijk was.
Graaf Gwijde liet een houten toren op wielen maken, die zo groot en hoog was dat iedereen in Zierikzee er bang van werd. Deze toren stond aan de noordzijde van de stad.
De Vlamingen kwamen eraan en bestormden de stad een hele dag lang. De inwoners verweerden zich dapper. Meedogenloos schoten zij vanuit de stad met grote bogen en katapulten. De stedelingen zorgden er zo voor dat de Vlamingen zich terugtrokken. Zij hadden echter al veel schade voordat ze de strijd staakten. Dat hebben ze geweten, want zij hadden wel achttienduizend doden.
68v
den Daer toghen die poerters vter stede en=
de haelden dat coern ende stroe wt die graf=
ten daerse die vlaminghen mede gheuollet
hadden.ende gauender hoeren beesten of te=
ten ses weken lanc
DAer was een smit binnen der stede die
sulc scut conde maken ende vermat hem waert
dat hi die catte conde raken si soude moeten
barnen Daer wort dat scut op een auont
stont in die catte ghescoten.soe datse bestont
te barnen Daer liepen die vlaminghen ter
weer om den brant te keren.mer die poerters
scoten soe vreseliken vter stede dat die vlamin=
ghen den brant niet en mochten keren Daer
wort den brant soe starc datmen besceydelic
sach tusschen vlaerdinc ende sciedam.soe dat=
men waende dattet ziericxzee hadde gheweest
mer die van ziericxzee ontbodent heer willem
van hollant dattet die catte was. ende dat si
hem niet meer brieuen senden en souden.hi
en quaem ende ontsettede die stede
NV is den ammyrael van vrancrijck ghe=
comen mit ian paydroghe van calays. ende
senden boden an heer willem van hollant
dat hi porrede mit sijn heer Daer voer heer
De inwoners trokken de stad uit en haalden het koren en stro, waarmee de Vlamingen de grachten gevuld hadden, eruit. Ze gaven dit aan hun dieren, die er zes weken lang van konden eten.
In de stad was een smid die beweerde dat hij pijlen kon maken waarmee de toren in brand zou vliegen als hij deze zou raken.
Op een avond werden de pijlen naar de toren geschoten, waardoor deze in brand vloog. De Vlamingen kwamen in het geweer om de brand te blussen, maar de inwoners schoten er zo verschrikkelijk veel af dat de Vlamingen het vuur niet konden blussen. De brand werd zo hevig dat men die tussen Vlaardingen en Schiedam kon zien. Men dacht dat Zierikzee in brand stond.
De inwoners van Zierikzee lieten heer Willem van Holland weten dat het de toren was en dat ze hem geen brieven meer zouden sturen, maar dat hij moest komen om de stad te bevrijden.
Eindelijk kwam uit Frankrijk de admiraal met Jan Paydroge van Calais. Hij zond boden naar heer Willem van Holland met de boodschap dat hij onderweg was met zijn leger. Toen voer heer
69r
willem mit cogghe scepen buten omme. mer
dat weder wort so onstuer dattet een scip van
haerlem brac.daer veel volcs in drencte Ende
heer willem quam mit sijn volc in bornes.
Daer den ammyrael bi hem quam mit sijn fran
se heer Daer heer willem seer blide om was
Ende bleuen dat ghetide te samen ridende ende
vierden op haer masten.op dattet die van zie
ricxzee sien mochten Des anderen daechs so
wast seer scoen weder.soe dat si quamen in
harinc vliet.ende bleuen daer drie dagen leg=
ghen om dat onweder Opten vierden dach
sijn si ghecomen biden dreysker oert Ende meen
den dan dat eerste dat die ebbe ghinc.so wou
den si die vlamingen bestokenEnde dit was
op sinte lauwerens dach Ende die wint was
starc zuyt west
DOe die vlaminghen die hollanders ende
die fransoysen hem soe nae saghen comen.so
maecten si een scyp toe dat si speckenden mit
stroe ende mit oly.ende mit salpeter ende on=
stakent.ende lieten dat scyp driuen mitten
winde ende mitten stroem die si te baten had
den op dat hollantse heer.ende meenden al=
soe dat heer te scenden sonder weer Daer
hinghen die hollanders natten zeylen ouer
Willem met zijn koggeschepen buitenom. Het werd echter zulk onstuimig weer dat een Haarlems schip verging. Daarbij verdronken veel manschappen. Heer Willem kwam met de overige manschappen in Bernisse aan. De admiraal voegde zich bij hem met zijn Franse leger. Daar was Willem zeer blij mee.
Ze bleven gezamenlijk voor anker liggen om het getij af te wachten. Ze maakten vuren op hun masten zodat de bewoners van Zierikzee hen konden zien.
De volgende dag was het prachtig weer. Ze konden tot in het Haringvliet varen. Daar moesten ze drie dagen blijven liggen vanwege slecht weer. Op de vierde dag zijn ze tot aan het plaatsje Dreischor gekomen. Zodra het laagwater voorbij was wilden ze de Vlamingen bestoken. Het was op de dag van Sint-Laurens. Er stond een strakke zuidwestelijke wind.
Toen de Vlamingen de Hollanders en de Fransen zo dichtbij zagen komen, maakten ze een schip gereed dat ze voorzagen van stro, olie en salpeter. Ze staken het schip in brand en lieten het op de voor hen gunstige wind en stroming naar het Hollandse leger drijven. Ze dachten zo de vijand zonder tegenstand te kunnen overmeesteren. Maar de Hollanders hingen natte zeilen
69v
boert om den brant van hem te weren. mer
god die alle herten kent.en laet dat recht int
eynde niet verloren.want die wint die eerst was
zuytwest.wort starc noert oest Ende die stroem
verkeerde ende het wort starkelic ebbende so
dattet barnende scip keerde weder omme.ende
dreef in dat vlaemsche heer daer si alte grote
scade of namen.ende en connen den anxteli=
ken brant niet van hem weren noch ontwyken
Daer creghen die hollanders ende die fran=
soysen alsoe groten moet te vechten.ende togen
tot die vlamingen in.ende daer rees een die bit=
terste strijt die ye ghesien of ghehoert was
Daer was dat gheruft hollant hollant Die
fransoysen riepen parijs vrancrijc Ende die vla=
minghen riepen vlander vlanderen.so datmen
dat gherufte hoerde drie mylen verre Ende die
vlamingen wonnen inden eersten anganc drie
scepenDaer maecten die fransoysen vier van
droghen hout dat si die vlaminghen in hoer
scepen worpen.daer veel scepen of branden.so dat
ten strijt duerde vanden middach totten dach
toe Ende inden dagheraert so verloren die vla=
minghen den strijt Daer graef ghye van vlan
deren wort gheuanghen Ende wort gheghe=
uen den ammyrael van vrancrijc voer den
overboord om zich tegen het brandende schip te beschermen. Maar God, die alle harten kent, liet op het laatst het recht niet verloren gaan, want de zuidwestenwind draaide naar het noordoosten en nam in kracht toe. De stroming veranderde en werd sterk aflandig zodat het brandende schip weer omkeerde.
Het dreef naar het Vlaamse leger, waar het grote schade aanrichtte. De Vlamingen konden
het angstaanjagende vuur niet ontwijken of zich ertegen beschermen. Daardoor kregen de Hollanders en de Fransen grote moed om het gevecht aan te gaan. Ze gingen op de Vlamingen af. Het werd de bitterste strijd die men ooit gezien had.
Er werd geschreeuwd: “Holland, Holland!”, de Fransen riepen: “Parijs, Frankrijk!” en de Vlamingen: “Vlaanderen, Vlaanderen!”. Het geschreeuw kon men tot wel drie mijlen ver horen.
De Vlamingen veroverden in de eerste aanval drie schepen. De Fransen maakten van droog hout brandende toortsen die ze in de Vlaamse schepen gooiden. Veel schepen vlogen daardoor in brand. De gevechten duurden van de middag tot de volgende ochtend. Toen de dag aanbrak, hadden de Vlamingen de strijd verloren.
Graaf Gwijde van Vlaanderen werd gevangengenomen en aan de Franse admiraal overgedragen voor de
70r
scade die hi gheleden hadde.mer den ammy=
rael gaffen weder omme den eersam vader
bisscop ghye van vtrecht die in vlaenderen
gheuanghen lach
IN desen stride worden verslaghen hon=
dert.dusent ende xlviij. dusent vlamingen Ende
si verloren xi.hondert scepen ende xc. costelike
tenten ende pauwelioenen Oec is wel te ver
moeden dat die hollanders ende die fransoy
sen grote scade hadden van hoeren volc
ALs den strijt ghewonnen was.soe toech
heer willem van hollant binnen ziericxzee mit
groter blijscap Daer hem boetscap quam
dat in die dunen noch wel xvi. dusent man
laghen dat al vlaminghen waren Daer to=
ghen die van ziericxzee wt die inden groten
strijt niet gheweest en hadden. ende meenden
nv haer moet te coelen.mer die vlaminghen
en wouden niet striden.ende boden hen op te
gheuen in heer willems ghenaden Ende aldus
worden si ghebrocht binnen ziericxzee. ende
worden in vlaenderen ghesent daer die hol=
landers mede verlost worden.die in vlaende
ren gheuanghen laghen
NV is bisscop ghye van vtrecht wt vlaen=
deren ghecomen tot ziericxzee tot heer willem
schade die hij had geleden. De admiraal gaf de eerzame vader bisschop Gwijde van Utrecht terug, die in Vlaanderen gevangenzat.
In deze strijd werden 148 duizend Vlamingen gedood. Ze verloren elfhonderd schepen en negentig kostbare tenten en paviljoens. Ook de Hollanders en de Fransen hebben vermoedelijk veel verliezen geleden onder hun manschappen.
Toen de strijd was gewonnen trok heer Willem van Holland met grote blijdschap Zierikzee binnen.
Daar ontving hij de boodschap dat er in de duinen nog wel zestienduizend Vlamingen lagen. Degenen in Zierikzee die niet hadden meegedaan aan de grote strijd trokken er nu op uit om wraak te nemen.
De Vlamingen echter wilden niet meer vechten. Ze wilden zich aan de genade van heer Willem overleveren. Daarom werden ze naar Zierikzee gebracht. Vervolgens werden ze naar Vlaanderen gezonden, waar de Hollanders die daar gevangenzaten werden bevrijd.
Bisschop Gwijde van Utrecht is vanuit Vlaanderen in Zierikzee aangekomen. Hier werd hij door heer Willem
70v
van hollant sijn neue dien seer blidelic ontfinc
Ende daer nae toech hi mit die hollanders om
binnen vtrecht te wesen.mer heer ian van re
nisse die binnen vtrecht lach.die ontsach ver=
radenisse die toech vter stat mit veel vlamin=
ghen.ende hi soude ouer die leck varen Daer
die pont te gronde ghinc . ende hi verdranc
mit veel volcs Ende aldus soe quam die bis=
scop binnen vtrecht inder stat
DJe oude graue ian van henegouwen en
de van hollant zeelant ende vrieslant.doe hem
die boetscap quam dat willem sijn soen sijn
viande verwonnen hadde. soe was hi seer
blide ende dancte gode.ende starf in een maent
daer nae opten dertienen dach van decem=
ber Ende wort begrauen te valensijn in he=
negouwen.ende hi regneerde vijf iaer
Dit is van willem die derde.graef ians soen
ende was die xviij. graue van hollant
WJllem die derde.graef ians soen van
henegouwen.wort graue van hollant
van zeelant.ende heer van vrieslant Ende had=
de te wiue iohanna des conincs suster van vranc
rijc Daer hi an wan willem die nae hem wort
graue van henegouwen.margriet hertochin
van Holland, zijn neef, zeer hartelijk ontvangen. Daarna vertrok hij met de Hollanders naar Utrecht. Maar heer Jan van Renesse, die in Utrecht lag, werd bang dat hij verraden zou worden. Hij verliet de stad samen met veel Vlamingen. Hij was van plan de Lek over te steken, maar de pont zonk. Hij verdronk samen met veel krijgsvolk. Toen kon de bisschop de stad Utrecht binnenkomen.
Jan, de oude graaf van Henegouwen, Holland, Zeeland en Friesland, kreeg de boodschap dat Willem, zijn zoon, zijn vijanden overwonnen had. Hij was zeer blij en dankte God.
Hij stierf een maand later op 13 december en werd begraven in Valenciennes in Henegouwen. Hij had vijf jaar geregeerd.
Het volgende gaat over Willem de Derde, zoon van graaf Jan. Hij was de achttiende graaf van Holland.
Willem de Derde, zoon van graaf Jan van Henegouwen, werd graaf van Holland en Zeeland en heer van Friesland. Zijn vrouw was Johanna, de zuster van de koning van Frankrijk. Hiermee kreeg hij Willem, die na hem graaf van Henegouwen werd; Margaretha, hertogin
71r
van beyeren.keyserinne van roemen.philip=
pa conincinne van enghelant.iohanna graef
inne van gulic.lodewijck ende elyzabeth De=
se graue willem was ghemeenlic ghehieten
den goeden graue
DOe graef willem in hollant ghehult was
doe hilt hi te haerlem een rykelic hof acht da=
ghen lanc van tien grauen ende van hondert
baenroedsen.ende van dusent ridderen
INt iaer ons heren dusent ccc . ende xviij.
soe worden die vryesen rebel teghen hollant
Daer hilt dese goede graef willem veel scepen
opter zee.daer hi die vryesen mede dwanck
dat si te haerlem quamen.ende beloefden sijn
rechters ende die baeliuwen te ontfanghen
Jtem dese goede graef willem die stichte een
ecclesie tot sinte peters te middelburch die hi
eerliken goede vanden sinen
INt iaer ons heren dusent ccc. ende xxviij.
soe quam coninc philips van vrancrijc mit
groter moghentheyt in vlaenderen Ende in
sijn hulp quam die goede graef willem van
henegouwen ende van hollant Die sijn ten=
ten op sloech bi casselberch.daer hem die vlamin=
ghen seer haesten vanden berghe neder te comen
ende meenden den coninc te oueruallen. ende
van Beieren en keizerin van Rome; Philippa, koningin van Engeland; Johanna, gravin van Gulik; Lodewijk en Elisabeth. Deze graaf Willem werd overal de goede graaf genoemd.
Na zijn inhuldiging gaf graaf Willem in Haarlem een overvloedig hoffeest, dat acht dagen duurde. Er kwamen tien graven, honderd edellieden en duizend ridders.
In het jaar 1318 kwamen de Friezen in opstand tegen Holland. De goede graaf Willem had veel schepen op zee, waarmee hij de Friezen dwong naar Haarlem te komen. Hij beloofde hun rechters en baljuws te ontvangen.
Graaf Willem de Goede stichtte een aan de heilige Petrus gewijde kerk in Middelburg, die hij uit eigen middelen van inkomsten voorzag.
In 1328 trok koning Filips van Frankrijk met een grote legermacht Vlaanderen binnen. Graaf Willem de Goede van Henegouwen en Holland kwam hem te hulp. Hij sloeg bij de Kasselberg zijn tenten op.
De Vlamingen kwamen gehaast van de Kasselberg naar beneden. Ze wilden de koning overvallen en
71v
in sijn tent doot te slaen Doe dit die goede
graef willem sach.soe dede hi haestelic sijn trom=
petten op steken.ende die bannyeren ontwinden
om dat verwoede volc mit striden weder te
staen Daer een groet strijt rees Ende dese goe=
de graef willem die was daer zeer ghevreest
om te bliuen.want hi wort van sinen paerde ge=
slaghen Daer hem die heren trouwelic bi ston
den Namelic die heer van arkel.heer philips
van wassenaer.heer allaert van egmondt. he=
re dirc van breroe.heer aernt van crunyn gen
heer ian van haemstee.heer ian panlanen.heer
willem van dyuoerde.ioncker willem van he
negouwen.mer int lest verloren die vlamin=
ghen den strijt Ende daer worter verslaghen
viertich dusent ende vi.hondert vlaminghen Ende
daer wort ioncheer willem des goeden graef
willem soen ridder gheslagen.ende senden ouer in
pruusen totten duutschen heren op die heyden
DAer na toech dese goede graef willem in
henegouwen te valensijn.daer hi seer siec lach
Ende in deser tijt soe was een arm man in
suythollant die een alten sconen koe hadde
soedat hi daer of leefde mit sijn wijf ende mit
sijn kinder Ende dese koe hadde die baeliu
van suythollant alte gaerne ghecoft.mer
in zijn tent doodslaan.
Toen Graaf Willem de Goede dit merkte liet hij snel zijn trompetten klinken en de banieren ontplooien om het dol geworden krijgsvolk in de strijd te weerstaan. Een groot gevecht brak uit.
Men vreesde voor het leven van Graaf Willem de Goede, want hij werd van zijn paard geslagen. De heer van Arkel, heer Filips van Wassenaar, heer Allard van Egmont, heer Dirk van Brederode, heer Arend van Kruiningen, heer Jan van Haamstede, heer Jan van Polanen, heer Willem van Duivenvoorde en jonkheer Willem van Henegouwen stonden hem getrouw bij.
Maar de Vlamingen verloren op het laatst de strijd. Er werden 40.600 Vlamingen verslagen.
De zoon van graaf Willem de Goede, jonkheer Willem, werd er tot ridder geslagen. Zij zonden hem naar Pruisen, naar de Duitse legers waar ze tegen de heidenen vochten.
Daarna trok Graaf Willem de Goede naar Valenciennes in Henegouwen. Hij was erg ziek.
In deze tijd was er een arme man in Zuid-Holland die een heel mooie koe had. Hij leefde ervan met zijn vrouw en kinderen. De baljuw van Zuid-Holland wilde deze koe heel graag kopen, maar
72r
hi en conde mit ghenen dinghen daer an comen
Daer quam dese baeliu.ende nam dese coe vter
weyden.ende gaf desen armen man een ander
coe weder voer.daer desen arme man sijn noot
druft niet alsoe wel en conde of crighen.als
van die ander coe Daer wort dese man ghe=
raden dat hi in henegouwen toech.totten gra
ue van hollant.hi hoepte sijn koe wel weder
te crigen Alsoe dat hi mit vrienden hulp in he=
negouwen quam.ende hi wort ghebrocht voer
des grauen bedde die zeer siec lach Ende daer cla
ghede den armen man ouer den baeliu.als van
sijn koe Daer dede dese goede graef willem
enen brief scriuen anden scout van dordrecht.dat
hi comen soude tot graef willem.ende dat hi ym
mer den baeliu sijn neue mit hem brochte Daer
vraechde die scout den baeliu of hi yet misdaen
mochte hebben om twelc datten die graef ont
boet Die baeliu seide.hi en wist niet misdaen
dan dat hi den armen man een coe ghenomen
hadde.mer hi hadder hem een ander voer ghe=
gheuen Doe seide die scout en ist anders niet
soe en ist gheen noot Ende quamen dus totten
graue van henegouwen Daer den scout van
dordrecht voer ghinc totten graef om hem te
voldoen Daer vraechde graef willem.waer
hij kon er op geen enkele manier aan komen. De baljuw haalde toen de koe uit de wei en gaf de arme man er een andere voor in de plaats. De arme man kon echter met deze koe lang niet zo goed in zijn levensbehoeften voorzien als met de andere koe. Men raadde de man aan om naar de graaf van Holland in Henegouwen te gaan. Hij hoopte zijn koe terug te krijgen.
Met hulp van vrienden kon hij naar Henegouwen gaan, waar hij naar het bed van de ernstig zieke graaf werd gebracht. De arme man bracht daar zijn klacht naar voren over de baljuw en zijn koe.
De goede graaf Willem liet een brief schrijven aan de schout van Dordrecht. Hij vroeg hem naar hem toe te komen en in ieder geval zijn neef, de baljuw, mee te nemen.
De schout vroeg aan de baljuw of hij iets misdaan had, omdat de graaf hem ontbood. De baljuw zei dat hij niets anders gedaan had dan dat hij een koe had afgenomen van een arme man, maar dat hij er een andere voor in de plaats gegeven had. De schout zei: “Als het niets anders is dan dat, dan is het geen probleem.”
Ze gingen dus naar de graaf van Henegouwen. De schout ging als eerste naar de graaf om aan zijn verplichting te voldoen. Graaf Willem vroeg: “Waar
72v
die baeliu sijn neef was Die scout seide.hi is
hier beneden.laten op comen sprac die graue
Ende doe hi op quam vraechde hem die gra=
ue of hi baeliu van zuythollant waer Die bael
iu seide.iae ic heer uwer ghenaden Doe seide
die goede graue willem.hoe statet in hollant
Die baeliu seide.seer wel.dat lant is in groten
vreden.wie soude dan ghewelt doen in mijn
lant na dien dat ghi seluer een rechter sijt Doe
toendemen daer den armen man Ende die gra
ue seide.en kendi desen man niet.die koe die
ghi hem gheweldicht wt sijn lant hebt gheno
men Die baeliu seide.ic hebber hem een an=
der voer ghegheuen Die graef seide.ende of die
niet soe goet en waer als die sijn.waendi dan al
soe te betalen niet alsoe . nv blijft die saec aen
mi ic selt wel besceyden Daer die baeliu seide.
hi woudet gaerne doen Daer d[o]de graef wil
lem een wtspraec . als dat die scout den ar=
men man soude gheuen teerst dat hi te huus
quaem wt des baelius goet hondert vranc=
rijcse cronen Daer die scout ende den baeliu
op antwoerden si woudent gaerne doen Die
graef antwoerde totten baeliu.nv heb di den
man versoent mer noch en heb di mi niet ver=
soent . staet of heer scout ende laet den baeliu
is jouw neef, de baljuw?” De schout zei: “Hij is hier beneden.” “Laat hem naar boven komen”, sprak de graaf. Toen hij boven kwam, vroeg de graaf hem of hij de baljuw van Zuid-Holland was. De baljuw zei: “Ja, dat ben ik, uwe genadige heer.”
Toen vroeg de goede graaf Willem: “Hoe staat het ervoor in Holland?” De baljuw zei: “Heel goed, het land is in grote vrede.” De graaf vroeg: “Wie zou er in mijn land dan inbreuk op iemands recht maken, temeer daar u zelf een rechter bent?” Daarna bracht men de arme man. De graaf vroeg: “Ken je deze man niet, wiens koe je onrechtmatig uit zijn weiland hebt gehaald?” De baljuw zei: “Ik heb hem er een andere koe voor in de plaats gegeven.” De graaf zei: “Die koe geeft minder melk dan de zijne. Ben je dan van plan om te betalen? Zo niet, dan zal ik deze zaak beslechten.” Daarop zei de baljuw dat hij het graag wilde doen. Graaf Willem deed vervolgens uitspraak. De schout moest de arme man zodra hij thuiskwam uit de bezittingen van de baljuw honderd Franse kronen geven. De schout en de baljuw antwoordden daarop dat ze dat graag wilden doen. De graaf zei toen tegen de baljuw: “Nu heb ik het onrecht dat de man is aangedaan hersteld, maar jij hebt het onrecht mij aangedaan nog niet goedgemaakt.” En tegen de schout: “Gaat u maar weg heer schout, maar laat de baljuw
73r
hier bliuen die moet mit mi versoenen Ende
dede een priester halen dat die baeliu sijn biecht
mochte spreken Daer nae quam die hanghe
man.ende die goede graef willem toech sel=
uer dat swaert vter sceyde.ende gaft den boel
in die hant om recht te doen Ende doe ontboet
hi den scout dat hi quaem ende nam den bael=
iu mit hem Ende dat hi hem oec wachte voer
misdoen Daer nam die scout van dordrecht
den baeliu mit hem.ende brochten te dordrecht
daer hi begrauen wort.ende hi en dorstet niet
laten.hi en voldede den armen man van die
hondert cronen Jn desen goeden graue wil=
lems tiden.soe wort den camp gheuochten van
den smit ende vanden iode.die welcke iode dat
beelt van marien veel smadenis had ghedaen
DEse goede graef willem van henegouwen
van hollant van zeelant ende heer van vryeslant
die starf int iaer ons heren dusent. ccc. ende
xxxvi. ende leyt begrauen tot valensijn in
henegouwen. ende regneerde xxxiiij.iaer
Dit is van willem des goeden graef willems
soen.ende was die xix. graef van hollant
WJllem die vierde des goeden graef wil=
lems soen.die wort graue van henegouwen
hier blijven. Die moet zich met mij verzoenen.” Hij liet een priester komen opdat de baljuw zijn biecht kon uitspreken. Daarna kwam de beul. Graaf Willem de Goede nam zelf het zwaard uit de schede en gaf het de beul in handen om recht te doen.
Hij liet de schout weten dat hij moest komen om het lichaam van de baljuw mee te nemen en dat hij zich van misdaden moest onthouden. Daarna nam de schout van Dordrecht de baljuw met zich mee. Hij bracht hem naar Dordrecht, waar hij begraven werd. Hij betaalde de arme man de honderd kronen, want hij durfde ze niet achter te houden.
Tijdens de regeerperiode van graaf Willem de Goede vond er een tweegevecht plaats tussen de smid en de jood. De jood had het beeld van Maria ontheiligd.
Graaf Willem de Goede van Henegouwen, Holland en Zeeland, heer van Friesland, stierf in het jaar 1336 en ligt begraven te Valenciennes in Henegouwen. Hij had 34 jaar geregeerd.
Het volgende gaat over Willem, de zoon van graaf Willem de Goede. Hij was de negentiende graaf van Holland.
Willem de Vierde, zoon van Willem de Goede, werd graaf van Henegouwen,
73v
van hollant van zeelant ende heer van vries=
lant Ende hadde te wiue iohanne des herto
ghen dochter van brabant.mer si en hadden
gheen kinder te samen
DEse graef willem heeft al sijn leuen die
wapen gheantiert Ende is mitten coninc van
spaengen.ende mitten coninc van garnaten
ghetoghen in heydenisse.daer si eerliken stre=
den ende oerloechden mit veel striden Ende
sijn soe vechtender hant ghecomen tot iherusa=
lem ten heylighen graue.daer si hoer offerhan
de deden.ende sijn ghesont weder ghecomen
Ende doe dese graef willem in hollant quam
soe dede hi een dat scoenste hof beroepen in=
den haech datmen ye in een graefscap sach
ende hoerde
DAer nae is dese graef willem ghetoghen
van hollant mit die duutsche heren in heyde=
nisse.daer si veel heyden versloeghen ende won
nen veel steden ende dorpen Ende heerden
ende branden.ende quamen alsoe tot iheru=
salem ten heyligen graef.daer si eerliken hoer
offerhande deden.ende sijn ghesont weder
te lande ghecomen
DOe graue willem te coelen quam Daer
quamen die kueruorsten . ende boden hem
van Holland en Zeeland en heer van Friesland. Hij was getrouwd met Johanna, de dochter
van de hertog van Brabant. Ze hadden geen kinderen.
Graaf Willem heeft zijn hele leven strijd gevoerd. Met de koning van Spanje en de koning van Granada is hij naar het land van de heidenen getrokken. Daar voerden ze dapper oorlog. Ze moesten veel gevechten leveren. Al strijdend zijn ze in Jeruzalem bij het heilige graf aangekomen, waar zij hun offergaven brachten. Daarna zijn ze gezond naar huis teruggekeerd.
Bij aankomst in Holland kondigde graaf Willem in Den Haag het mooiste hoffeest aan dat men ooit in een graafschap had gezien of waarvan men ooit had gehoord.
Later is graaf Willem vanuit Holland met de Duitse legers heidens land binnengetrokken. Ze doodden veel heidenen en veroverden veel steden en dorpen, die ze plunderden en platbrandden. Zij kwamen ook bij het heilige graf in Jeruzalem. Daar brachten ze op eervolle wijze hun offergaven. Gezond kwamen ze weer terug in hun land.
Toen graaf Willem daarna naar Keulen ging, kwamen de keurvorsten daar ook heen. Ze boden hem
74r
die keyserlike croen.nochtans dat die keyser
lodewijc sijnre suster man noch leuede.mer
omme sijnre boesheyt wille.soe wort hi van=
den paeus ian die xxij. inden ban ghedaen.ende
vermaledijt vanden monde goods Ende wort
toe ghewijst een gonster der goden bescermer
der onghelouighen.voer vechter der heyden
vrient der ketteren.viant der heyligher kerc=
ken.ende een of ghesnedenlic vander versamin
gher der goeden kersten menschen Ende in
desen lastighen ban.soe starf dese keyser lode
wijc onsalichlic.want daer hi op een tijt reet
iaghen.nae een wilt swijn.soe storte hi van
den paerde ende brac den hals.mer graef wil=
lem die gheen keyser wesen en woude die haes=
te hem tot hollant wert.want die bisscop van
vtrecht.die stichte in hollant roef ende brant
ende vinc ende sloech Daer graef willem seer
in verbolghen wort.ende leyde den bisscop
plaets ende velt tusschen woerden.ende mon
foerde om te striden Daer graef willem quam
mit groter moghentheyt . ende street teghen
den bisscop.mer int leste soe verloes den bis=
scop den strijt Daer veel volcs bleef verslagen
DAer nae int selue iaer.soe woude die bis=
de keizerlijke kroon hoewel keizer Lodewijk, de echtgenoot van zijn zus, nog leefde.
Door zijn slechte daden werd de keizer door Paus Johannes XXII in de ban gedaan en vervloekt in de naam van God. Hij werd veroordeeld als een vereerder van de goden, beschermer van de ongelovigen, voorvechter van de heidenen, vriend van de ketters en vijand van de heilige kerk. Hij werd uit de gemeenschap van goede christenen gestoten.
Tijdens deze zware ban kwam keizer Lodewijk ongelukkig aan zijn eind. Op een keer ging hij op een wild zwijn jagen. Hij viel van zijn paard en brak zijn nek.
Graaf Willem, die geen keizer wilde worden, haastte zich naar Holland omdat de bisschop van Utrecht Holland plunderde, platbrandde, mensen gevangennam en doodde.
De graaf was daar zeer verbolgen over. Hij liet de bisschop naar een plek tussen Woerden en Montfoort komen om strijd te gaan voeren. Willem kwam daar met een groot leger en streed tegen de bisschop. Op het laatst verloor de bisschop het gevecht. Veel manschappen werden gedood.
In hetzelfde jaar wilde de bisschop
74v
scop van vtrecht mit die ghemeen sticht hoer
scade verhalen Ende besceyde den graef wil
lem van hollant plaets ende tijt tusschen mont
foerde ende vtrecht Daer graef willem quam
mit groter macht van volc.ende street teghen
den bisscop daer zeer anxtelic ghestreden wort
Ende daer oec grote scade ghesciede an bey=
den siden.mer die zeelanders mit den crom=
men stauen.die sloeghen den bisscop vanden
paerde doot.ende wonnen den strijt Daer
soe veel volcs bleef verslaghen dat men daer
gheen ghetal of en weet. mer graef willem
die was zeer leet des bisscops doot
DAer nae toech willem mit sijn versamen=
de heer voer vtrecht Daer hi ses weken voer
lach . ende hadde op doen rechten acht grote
blyen daer hi grote scade mede dede.mer die
borghers worden te rade dat si wt quamen
man ende wijf knaep ende ioncwijf papen
ende clerken.ionc ende out.aen een paer in lin
den cleder.bloet hoefts ende bloet voets.ende
vielen graef willem te voet ende baden ghe=
nade . ende si souden hem ende sijn naecome
linghen dienen mit vi. hondert ghewapent
wanneer hi te velde laghe binnen der maes
ende si souden tot sinen vermanen xx. roen
van Utrecht met de bewoners van het Sticht de schade verhalen. Hij liet graaf Willem van Holland de tijd en plaats tussen Montfoort en Utrecht weten.
Graaf Willem kwam met een grote legermacht om tegen de bisschop te strijden. De strijd was verschrikkelijk, met grote verliezen aan beide kanten. De Zeeuwen sloegen de op zijn paard gezeten bisschop met hun kromme wapenstokken dood. Zij wonnen de strijd. Een ontelbaar aantal manschappen werd gedood, maar graaf Willem ging de dood van de bisschop aan het hart.
Hierna trok Willem met zijn verzamelde leger op tot voor Utrecht. Hij lag er zes weken. Hij had acht grote katapulten op laten stellen, waarmee hij veel schade aanrichtte.
De burgers werden ertoe aangezet om naar buiten te komen: mannen en vrouwen, jongens en meisjes, priesters en geleerden, jong en oud, paar aan paar in linnen kleding, blootshoofds en blootsvoets. Ze vielen voor de voeten van graaf Willem neer en smeekten om genade. Ze zouden hem en zijn nakomelingen met zeshonderd gewapenden bijstaan wanneer hij zich op een slagveld boven de Maas bevond. Ze zouden op zijn bevel twintig roeden van de
75r
mueren in die graft werpen ende die tot ghe
nen daghen weder op te maken Ende hier
mede liet graef willem hem ghenoegen
INt iaer ons heren dusent ccc.ende xlv.in
die maent van september.soe toech graef wil
lem van hollant mit groten macht van volc
in oest vrieslant Daer hi opt lant sloech mit
vi.hondert ghewapent buten staueren bi sin=
te odulphus cloester Daer hem die heren ba=
den dat hi noch touen woude tot dattet an=
der volc aen quaem Daer hi op antwoerde
Die mijn vrienden sijn die volghen mi Daer
quamen die vryesen aen.ende begheerden graef
willem soe haesteliken ende sloeghen doot dat
sijs niet en kenden Ende alle dat hollantse
ende dat zeeusche heer wort verslaghen.soe
datter bouen xx. man te huus niet en quamen
want daer verdroncken veel meer luden dan
daer versleghen worden
IN desen strijt wort verslaghen die heer
van breroe.die heer vander merwen.die heer
van anthongen.die heer vander veer.die he
re van wassenaer.die heer van montfoerde
heer dirc van santhorst.heer willem van naeld
wijc.heer herman van santen.heer symon van
muren in de gracht gooien en beloven de muur nooit meer op te bouwen. Hiermee nam graaf Willem genoegen.
In de maand september van het jaar 1345 trok graaf Willem van Holland met een grote legermacht naar Oost-Friesland. Hij kwam met zeshonderd gewapende mannen in stormachtig weer aan land bij het Sint-Odulphusklooster buiten Stavoren. Zijn officieren smeekten hem te wachten tot het andere deel van het leger erbij kwam. Hij antwoordde: “Zij die mijn vrienden zijn, die volgen mij.”
Toen kwamen de Friezen eraan. Graaf Willem werd zo snel aangevallen en gedood dat het niet te bevatten was. De Hollandse en Zeeuwse legers werden verslagen. Niet meer dan twintig manschappen konden naar huis terugkeren. Er kwamen veel meer mensen om door verdrinking dan dat er gedood werden in de strijd.
In deze strijd werden gedood: de heer van Brederode, de heer van der Merwede, de heer van Anthongen, de heer van der Veer, de heer van Wassenaar, de heer van Montfoort, heer Dirk van Zandhorst, heer Willem van Naaldwijk, heer Herman van Zanten, heer Simon van
75v
teylinghen.heer wolfaert van reymerswale
willem van naeldewijc.dirc van teylinghen
dirc van santen.florijs van morwen. ogier
van spangen.willem van dongen.ende noch ve=
le ander heren ridders ende knechten.edel ende on
edel die ic niet al ghenomen en can.god ont=
ferme hoer alre zielen.want graef raynout
van ghelre mitten brunen hoefde die voersei=
de dat graef willem vanden vriesen verslegen
soude werden.doe hi hem hief vter fonten des
kerstendoms Desen strijt ghesciede opten
martelaren dach cosmas ende damianus.ende
graef willem regneerde viij. iaer Ende daer
ghinc die wapen van hollant anderwerf te
niet.ende is ghecomen op die here van beyeren
INt iaer ons heren dusent ccc. ende xlvij.
doe ghesciede dat myrakel inder stede van
aemsterdam vanden heylighen sacrament
Dit is van margriet keyserinne ende graef
willem outste suster.wort grauinne van holt
MArgriet graef willem outste suster voer
screuen die den keyser van roemen lodewijc
tot enen man hadde . daer si an wan . wil=
lem van beyeren . aelbrecht van beyeren
Teylingen, heer Wolfert van Reimerswaal, Willem van Naaldwijk, Dirk van Teylingen, Dirk van Santen, Floris van Merwede, Ogier van Spangen, Willem van Dongen en nog vele andere heren, ridders en knechten, edel en onedel, die ik niet allemaal kan noemen. Moge God zich over hun zielen ontfermen. Graaf Reinoud van Gelre met het bruine hoofd voorspelde al dat graaf Willem door de Friezen gedood zou worden, omdat hij zich verzette tegen de grondslagen van het christendom. De strijd vond plaats op de feestdag ter ere van de martelaren Cosmas en Damianus.
Graaf Willem regeerde acht jaar. Het wapen van Holland hield voor de tweede maal op te bestaan. Holland kwam in bezit van de heren van Beieren.
In 1347 voltrok zich in de stad Amsterdam het wonder van het Heilige Sacrament.
Het volgende gaat over Margaretha, keizerin en graaf Willems oudste zuster, die gravin van Holland werd.
Margaretha, de oudste zuster van graaf Willem, was getrouwd met Lodewijk, de keizer van het Roomse Rijk. Met hem kreeg ze de volgende kinderen: Willem van Beieren; Albrecht van Beieren;
76r
lodewijc coninc van [t]racouwen.otte marc=
graef van brandenburch . elyzabeth coninc=
inne van enghelant Dese keyserinne mar=
griet hertoechinne van beyeren.wort grauin
ne van henegouwen.van hollant van zeelant
ende vrouwe van vrieslant.welke landen si
wiseliken regierde omtrent vijf iaer
DAer nae maecte si bi raet den ghemenen
steden van hollant ende van zeelant.willem
hoeren outsten soen.ruwaert van hollant en
de van zeelant ende vrieslant.Ende hier voer
soude hi sijnre moeder gheuen alle iaer tien
dusent oude vrancrijcse scilden Ende waert
sake dat willem dat ghelt niet en betaelde.so
souden alle voerwaerden doot ende van gheen
re waerden wesen Ende hier waren goede
bezeghelde brieuen of ghegheuen Ende die
keyserinne toech in henegouwen.ende wil=
lem bleef in hollant
DOe willem hollant een iaer regiert had=
de.doe docht hem die somme vanden pennin
ghen te groet wesen . doe toech hi in hene=
gouwen ende droech sijn moeder der keyser=
inne weder al dat beueel ende ruwaertscap
van hollant ende zeelant weder op.ende hi toech in
beyeren Ende aldus stont hollant onbe=
Lodewijk, koning van Krakau; Otto, markgraaf van Brandenburg; Elisabeth, koningin van Engeland.
Keizerin Margaretha, hertogin van Beieren, werd gravin van Holland en Zeeland en vrouwe van Friesland. Vijf jaar lang heerste ze met wijsheid over deze gebieden.
Daarna wees ze, in gezamenlijk overleg met de steden van Holland en Zeeland, haar oudste zoon Willem aan als landvoogd van Holland, Zeeland en Friesland.
Als betaling hiervoor zou hij aan zijn moeder elk jaar tienduizend oude gouden Franse munten betalen. Als hij dat bedrag niet betaalde dan zouden alle afspraken nietig en waardeloos zijn. Hierover waren duidelijke verzegelde documenten opgemaakt. De keizerin vertrok naar Henegouwen en Willem bleef in Holland.
Nadat Willem een jaar had geregeerd was hij van mening dat het bedrag dat hij betaalde te hoog was.
Hij reed naar Henegouwen en gaf zijn moeder, de keizerin, het gezag over Holland en Zeeland terug.
Daarna vertrok hij naar Beieren. Zo was Holland
76v
waert ende sonder heer een iaer lanc.soe dat
al hollant in twydracht begonde te staen.soe
dat grote bloetstortinghe in hollant ghescie=
de.ende sonderlinghe te delft.daer een groet
vechtelic was Daer wort een verslaghen die
claes van sweten hiet mit xviij. man van si=
nen vrienden Ende die dese ouerdaet ghedaen
hadden die ghinghen alle daghe op die straet
ende verlieten hem op hare maghen.als die
heer van egmondt.ende die heer van arkel
mit som ander heren
INt iaer ons heren dusent ccc. ende li.doe
bestont hollant in tween partyen te staen .
Ende die een partye waren die hoecx.daer die
ouerste of waren die heer van breroe.die heer
vander leck mit die vander boechurst met die
stede van leyden ende die stede van amsterdam
Die ander pertye hietmen cabbelaus.daer die
ouerste of waren.die heer van egmondt.die
heer van arkel.heer ghijsbrecht van eemskerc
ende mit die stede van delf Die stede van dor
drecht.ende die stede van haerlem Daer den
ghemenen landen groet ongheual of gheco=
men is Dese partyen stichten in hollant roef
ende brant . ende vinghen ende sloeghen die
een den anderen doot dat daer te voren nye
een jaar lang onbeschermd en zonder heer.
Er ontstond tweedracht in Holland. Er werd veel bloed vergoten, in het bijzonder in Delft, waar hard gevochten werd. Een man met de naam Claes van Swieten werd met achttien vrienden gedood.
Zij die dit geweld hadden gepleegd gingen elke dag de straat op. Ze vertrouwden op hun eigen mensen, zoals de heer van Egmond, de heer van Arkel en enkele andere heren.
In 1351 was Holland verdeeld in twee partijen. De ene partij bestond uit de Hoeken, die aangevoerd werden door de heer van Brederode, de heer van der Lek, de heer van der Boekhorst en de steden Leiden en Amsterdam. De andere partij noemde men de Kabeljauwen, die aangevoerd werden door de heer van Egmond, de heer van Arkel, heer Gerard van Heemskerk en de steden Delft, Dordrecht en Haarlem.
Het hele land verkeerde in grote rampspoed. De twee partijen in Holland plunderden, stichtten brand en sloegen de een na de ander dood. Dit was nog nooit
77r
in hollant ghesien en was
DAer na ontboden die cabbelaus hertoch
willem dat hi weder in hollant quaem.ende naemt
weder an al hadde hijt sijn moeder quijt ghe
scouwen.si woudent hem mit macht helpen
houden Alsoe dat si hem soe vele boden senden
dat hi heymelic te gorecom is ghecomen Daer
voren die van delft wt mit die van dordrecht
ende brochten binnen dordrecht Ende daer wort
hi ghehult ouer recht ruwaert vanden lande
Ende doe brochten die van delft inder nacht
binnen delft.daer die cabbelaus mit die ste=
de van delft seer wel te vreden mede waren
DOe dit die hoecx pertye saghen.so togen
si tot die keyserinne.ende claechden hoeren
noot Ende die wijl dat die hoecx in henegou=
wen waren.doe ouerdroeghen die cabbelaus
mit hertoch willem ende mit delft dordrecht ende
haerlem.ende toghen te samen wt.ende worpen
al die hoecx castelen ende sloten ter neder.tot seuen=
tienen toe.die si of braken neuen der aerden
ALs dese boetscap in henegouwen quam
soe was die keyserinne zeer toernich ende ont=
boet hertoech willem hoer soen hoeren euelen
moet Ende waer om dat hi hem onderwant
van hoer heerlicheyt Die soen ontboet hoer
in Holland gezien.
Daarna riepen de Kabeljauwen hertog Willem op weer naar Holland te komen. Hier ging hij op in, ook al had hij er voor zijn moeder afstand van gedaan. Zij wilden hem met alle macht helpen het land te behouden. Ze stuurden hem zoveel verzoeken, dat hij in het geheim naar Gorinchem kwam. De burgers van Delft en van Dordrecht voeren hem tegemoet. Zij brachten hem naar Dordrecht. Daar werd hij ingehuldigd als rechtmatig landvoogd.
De Delftenaren brachten hem ’s nachts naar hun stad, waar de Kabeljauwen en de stad Delft zeer tevreden over waren. Toen de Hoeken dit te weten kwamen gingen zij naar de keizerin om hun nood te klagen.
Terwijl de Hoeken in Henegouwen waren, spraken de Kabeljauwen met hertog Willem en met Delft, Dordrecht en Haarlem af om gezamenlijk op te trekken. Ze vernielden wel zeventien Hoekse kastelen en maakten ze met de grond gelijk.
Toen het bericht hierover in Henegouwen aankwam werd de keizerin woedend. Zij liet haar zoon, hertog Willem, weten dat ze zeer ontstemd was. Ze vroeg hem waarom hij zich haar land toe eigende. De zoon antwoordde haar
77v
weder datse sijn waer.ende dat hi daer segel
ende brief of ontfanghen ende ghegeuen hadde.al=
soe dattet soe verre quam dat die moeder en=
de dat kint malcander dach ende tijt setten om
te striden Daer brocht die keyserinne veel volcs
mit hoer w t enghelant ende wt henegouwen
ende quam ter veer in walcheren Daer tegen
quam hertoech willem mit die hollanders.
mer hi verloes den strijt daer veel volcs versle
ghen wort Ende te hant besceyde hertoech
willem sijn moeder die keyserinne.enen dach
om te striden mit scepen opter maes tusschen
den briel ende tsgrauensande Daer die key=
serinne mit hoer brocht veel volcs wt enghe=
lant ende wt henegouwen Die soen brocht
mit hem die vryesen die kermerlanders die wa
terlanders.som steden wt noorthollant Daer
hertoech willem te hulpe quam die heer van
culenburch mit veel goeder luden wt ghelre=
lant.vrouwe machtelt van voorn. dede oec
hertoech willem grote help Daer waren
mede.die heer van egmondt.mit heer gherijt
van haerlem Daer dit grote heer versamen
de opten water. daer soe seer gheuochten
wort om die ouerhant te crighen dat nye
daer te voren in enen strijt. soe veel volcs
vervolgens dat het land van hem was. Daarover waren verzegelde brieven uitgewisseld.
Het kwam zover dat moeder en kind datum en tijdstip vaststelden om te gaan strijden. De keizerin bracht veel krijgsvolk mee uit Engeland en Henegouwen. Ze trok hiermee naar Veere op Walcheren. Hertog Willem en de Hollanders stelden zich tegenover hen op. Hij verloor de strijd. Veel krijgsvolk werd gedood.
Terstond liet hertog Willem aan zijn moeder de keizerin een dag weten waarop zij zouden strijden met schepen op de Maas tussen Den Briel en ’s-Gravenzande. De keizerin bracht wederom veel krijgsvolk mee uit Engeland en uit Henegouwen. Haar zoon kwam met de Friezen, de Kennemers en de Waterlanders en met krijgsvolk uit enkele steden in Noord-Holland. Hertog Willem kreeg hulp van de heer van Culemborg en veel dappere lieden uit Gelderland. Ook vrouwe Machteld van Voorne verleende hertog Willem veel steun. De heer van Egmond en heer Gerrit van Haarlem waren er ook bij.
Dit grote leger verzamelde zich op het water. Er werd hard gevochten om de overhand te krijgen. Nooit eerder in een gevecht was daar zoveel krijgsvolk
78r
versament en was.soe dat daer ghestreden
wort vander sonnen opganc tot inder nacht
Ende doe verloes die keyserinne den strijt
Daer soe veel volcs verslaghen wort dat dat
water gheuerwet was vanden bloede Daer
wort verslaghen heer costijn van renisse maer=
scalc vander keyserinnen heer.ende heer flo=
rijs van haemste Daer wort gheuanghen
die heer van breroe mit veel goeder mannen
Dese bloedighe strijt was tusschen den moe=
der ende dat kint.op sinte martijns dach in=
den somer translacio Jnt iaer ons heren du
sent drie hondert ende enen vijftich
DAer nae wort dat oerloech versoent En=
de die keyserinne hilt henegouwen tot horen
lijf.ende hertoech willem bleef ruwaert van
hollant zeelant ende vrieslant. mer alle die he
ren die mitter keyserinne toe waren die ble=
uen buten der soene.ende bleuen al wt hol=
lant verdreuen
INt iaer ons heren dusent ccc.ende lv. soe
starf margriet keyserinne van roemen.her=
tochinne van beyeren.grauinne van hene=
gouwen van hollant zeelant ende van vrieslant
Ende si leyt begrauen te valensijn in hene=
gouwen.ende regneerde tien iaer
bijeengebracht.
Ze streden van zonsopgang tot in de nacht. De keizerin verloor de strijd. Er vielen daar zoveel doden dat het water gekleurd werd door al het bloed. Ook de legeraanvoerder van de keizerin, heer Costijn van Renesse en heer Floris van Haamstede werden gedood. De heer van Brederode en veel van zijn dappere soldaten werden gevangengenomen.
Deze bloedige oorlog was een strijd tussen moeder en zoon op het translatiefeest van Sint-Maarten, in de zomer van 1351. Daarna werd er vrede gesloten. De keizerin behield haar gebied in Henegouwen en hertog Willem bleef landvoogd van Holland, Zeeland en Friesland. Maar alle heren die zich bij de keizerin hadden aangesloten vielen buiten de vredesovereenkomst en werden uit Holland verdreven.
In het jaar 1355 stierf Margaretha, keizerin van Rome, hertogin van Beieren, gravin van Henegouwen, van Holland, Zeeland en Friesland. Ze ligt begraven in Valenciennes in Henegouwen. Zij regeerde tien jaar.
78v
Dit is van willem die vijfte der keyserinnen
soen. Ende was die xxi. graef van hollant
WJllem die vijfte der keyserinnen soen.
wort hertoech van beyeren.graef van
henegouwen van hollant van zeelant ende
heer van vrieslant Ende hadde te wiue des
hertoghen dochter van lanckaster wt enghe=
lant Dat een goede vrouwe was.ende hollant
zeer minde.mer si en hadden gheen kinder te
samen Jnt iaer ons heren M. ccc. ende lv. soe
quam die heer van egmondt.ende heer ghijs=
brecht van nyenroen.ende streden mit die hol=
landers tot bontscoten Daer wel lxx. man
verslaghen worden
INt iaer ons heren dusent ccc. ende lviij.soe
wort graue willem sijnre sinnen bijster.soe
dat hi in seker hoede wort gheset Daer hi
in lach drie ende dertich iaer
NV sijn die hoecx verblijt Ende ontboden
hertoech aelbert sijn broeder.dat hi quaem
ende berechte sijns broeders heerlicheyt Doe
hertoech aelbrecht quam.soe wort ouer ghe=
draghen mit die ghemeen steden van hollant
van zeelant ende van vrieslant ende oec van
henegouwen dat hi ruwaert soude wesen
vanden lande ende hi soude sijns broeders
Het volgende gaat over Willem de Vijfde, zoon van de keizerin. Hij was de 21ste graaf van Holland.
Willem de Vijfde, zoon van de keizerin, werd hertog van Beieren, graaf van Henegouwen, van Holland, van Zeeland en heer van Friesland. Zijn vrouw was de dochter van de hertog van Lancaster uit Engeland. Zij was een goede vrouw, die Holland zeer liefhad. Zij bleven kinderloos.
In 1355 streden de heer van Egmond en heer Gijsbrecht van Nijenrode met de Hollanders tegen Bunschoten. Er werden wel zeventig mannen gedood.
In 1358 werd graaf Willem geestesziek. Daarom moest hij opgesloten worden. De opsluiting duurde 33 jaar. De Hoeken waren er blij om. Zij verzochten zijn broer, hertog Albrecht, om het grondgebied van zijn broer te besturen.
Toen hertog Albrecht kwam, werd met de gezamenlijke steden van Holland, Zeeland, Friesland en ook van Henegouwen overeengekomen dat hij landvoogd van het land zou worden.
Hij moest de vrouw van zijn broer
79r
wijf gheuen alle iaer xij.dusent scilde Ende
daer souden die twee partyen als hoecx ende
cabbelaus mede versoent ende wel te vreden
wesen dat si onlanghe hilden.want hertoech
aelbrecht minde die hoecx meer dan die cab=
belaus.ende heer raynout van breroe die was
canselier te hoef.ende dat hof ghinc al bi hem
wt.dat die cabbelaus seer moyde.ende leyden
een laech op castricomer sant.ende verlaech=
den heer raynout van breroe.ende iaechden
tot castricom inder kercken Daer hem die
ghebueren te hulpe quamen.ende bescutten
sijn lijf Ende dien aldus gheureest hadden
die toghen opt huus te eemskerck
DOe dit hertoech aelbrecht vernam soe quam
hi haestelic mit veel volcx.ende belach dat huus
te eemskerc xi.weken lanc Ende dit was om
trent sinte martijns dach inden winter.mer
dat huus wort op ghegheuen Ende heer wou=
ter van eemskerck die toech te ghisel in zeelant
IN desen tiden alsmen voer eemskerck lach
soe quamen binnen delft heer ian van carne=
nem.ende heer ghijsbrecht van nyenroen mit
omtrent seuentien hondert man.ende toghen
mit die poerters van delft inden haech.ende
ieder jaar twaalfduizend gouden munten geven. De twee partijen, de Hoeken en de Kabeljauwen, zouden hiermee genoegen moeten nemen. Dit duurde echter niet lang, want hertog Albrecht was meer gesteld op de Hoeken dan op de Kabeljauwen.
Heer Reinoud van Brederode was kanselier aan het hof. Het hof deed in alles zijn zin, wat de Kabeljauwen erg boos maakte. De Kabeljauwen legden een hinderlaag in Castricumerzand en achtervolgden heer Reinoud van Brederode tot in de kerk van Castricum, waar de dorpelingen hem te hulp schoten en zijn lichaam beschermden.
De mannen die zoveel vrees aangejaagd hadden, trokken daarna naar het kasteel in Heemskerk.
Toen hertog Albrecht dit te horen kreeg, kwam hij er snel aan met een grote legermacht. Hij belegerde elf weken lang het kasteel in Heemskerk. Dit vond plaats in de winter, omstreeks Sint-Maarten.
Het kasteel werd overgegeven. Heer Wouter van Heemskerk werd gegijzeld en naar Zeeland gebracht.
Tijdens de belegering van slot Heemskerk kwamen heer Jan van Carvenem en heer Gijsbrecht van Nijenrode in Delft aan met ongeveer 1.700 man. Zij trokken met de burgers van Delft naar Den Haag.
79v
sloeghen des hertoghen vanghenisse op.en=
de namen die gheuanghen wt.ende brochtse te
delft Ende dit volc hadde hertoech aelbrecht
gheuanghen vanden dootslach.claes van swie=
ten voerseit.mer doe dit hertoech aelbrecht
vernam.soe ontboet hi ter stont ridder ende
knechten.ende veel volcs bi hem te comen inden haech
INt iaer ons heren dusent ccc. ende lix. des
manendaghes nae miduasten.soe wort die
stede van delft beleghen ter middernacht van
hertoch aelbrecht mit groter macht Ende bin
nen der stede laghen.heer ian van carnenem
ende heer ghijsbrecht van nyenroen. heynric
vander voert.ende ghijsbrecht wissen.die al=
le daghe menighe ouermoedighe reyse deden
ende deden groten scade in dat heer.soe dat her
toech aelbrecht nye maeltijt mit rusten moch=
te eten.want aen die oest side en mochtmen
die stede niet belegghen Daer dede hertoech
aelbrecht op rechten drie grote blyen.daer hi
die stede mede meende te bestormen.mer bin
nen delft soe waren alsoe veel goeder bant
armborsten.ende grote steen bossen.ende ve=
le meer ander instrumenten . daer si die an=
der mede of weerden.ende scotent al te stuc=
ken dat hertoech aelbre[r]ht dede op rechten
Ze braken de gevangenis van de hertog open, bevrijdden de gevangenen en brachten hen naar Delft. Hertog Albrecht had deze lieden gevangengehouden vanwege het doodslaan van Claes van Swieten, waarover eerder is geschreven.
Toen hertog Albrecht dit vernam, ontbood hij meteen ridders en knechten en veel volk bij hem in Den Haag.
In het jaar 1359, op de maandag na midvasten, werd de stad Delft om middernacht door hertog Albrecht met een grote krijgsmacht belegerd. In de stad lagen heer Jan van Carvenem, heer Gijsbrecht van Nijenrode, Hendrik van der Voort en Gijsbrecht Wissen. Elke dag ondernamen ze dappere expedities, waarbij ze het leger veel schade toebrachten.
Hertog Albrecht kon zijn maaltijd nooit in rust eten, want aan de oostzijde kon men de stad niet belegeren. Daar liet hertog Albrecht drie grote katapulten plaatsen, waarmee hij de stad wilde bestormen. Maar binnen Delft beschikte men over veel goede handbogen, groot geschut met stenen kogels en nog veel meer wapentuig, waarmee zij de anderen op afstand hielden. Ze schoten alles stuk wat hertog Albrecht had laten opbouwen.
80r
HJer nae quam heer walrauen van val=
kenburch binnen delf.ende sprac an die ghemeent
ende an die heren om een soen Daer die ghemeent
seer lief toe was.mer die heren en wouden
daer niet of horen.ende wouden mit hoer volc
teghen hertoech aelbrecht lieuer striden. eer
dat si een daeyng an ghingen Daer die ghe
meent op antwoerden.si wouden lieuer son=
der den strijt soenen teghen den hertoch dan
si langher beleghen waren Doe seiden die
heren.siet lieue kinder.nae dien dat ghi ym=
mer in ghenaden gaen wilt.god gheue v dat
beste te raken.siet hier v seghel ende v brief
die wi van v ontfanghen hebben.als dat wi
achte daghen eer vter stede souden trecken.
eer dat ghi versoent mitten hertoech.mer nae
dien dattet doch wesen moet.soe bliuet ghe=
sont Aldus soe toghen.heer ian van barne=
nem.ende heer ghijsbrecht van nyenroen.mit
hoer volc vter stede van delft.ende toghen bin
nen den sticht van vtrecht Ende doe wort
een vaste soen ghemaect tusschen hertoech ael
brecht.ende die stede van delft Jn deser ma=
nieren als datmen die stede op soude gheuen
behouden hoer poerters lijf ende goet.ende
voer hoer misdaet souden si gheuen viertich
Hierna kwam heer Walraven van Valkenburg Delft binnen. Hij stelde de bevolking en de heren voor om een vredesverdrag te sluiten. De bevolking wilde dit graag, maar de heren wilden er niet van horen. Zij wilden met hun krijgsvolk liever tegen hertog Albrecht strijden dan dat ze een verdrag sloten. De bevolking antwoordde hierop dat ze liever zonder strijd vrede wilden sluiten met de hertog dan dat ze nog langer belegerd werden.
Toen zeiden de heren: “Kijk lieve kinderen, aangezien u zich beslist wilt laten onderwerpen, geve God dat u er zo goed mogelijk uitkomt. In de verzegelde brief die wij van u hebben ontvangen staat dat wij acht dagen eerder uit de stad moeten trekken, voordat u zich verzoent met de hertog. Als het dan toch zo moet zijn, blijf dan in ieder geval ongedeerd.”
Zo trokken heer Jan van Carvenem en heer Gijsbrecht van Nijenrode met hun krijgsvolk de stad Delft uit om naar het Sticht Utrecht te gaan. Daarna werd een duurzaam vredesverdrag gesloten tussen hertog Albrecht en de stad Delft. Men zou de stad overgeven, met uitzondering van lijf en goed van de burgers. Voor hun wandaden zouden ze veertigduizend
80v
dusent oude scilden.mer alle die vreemde gasten
bleuen buten dese voerwaerde.ende behilden al
hoer lijf.sonder heynric vander voert die was
ghelopen opten kerc toern daer hi stormender
hant of ghenomen wort ende wort onthoeft
Ende hertoegh aelbrecht quam binnen delft
des dinxdaghes in die pijnster heylighe da=
ghen. als hi daer voer gheleghen hadde tien
weken ende ij.daech Daer wort die stede alte
seer ghescent ende ghebroken.ende alle die vesten
ende die poerten die worden alle gheslecht ende
ghebroken neuen der aerden Daer die van dor=
drecht seer helpelic toe waren.want si namen
die veteren van die poerten.ende voerdense mit
hem te dordrecht ende hinghense an hoer poer=
ten Dat ouer haer selfs seghel ende brief was
ende dochten niet wat hem te voren ghesciet
was Die graef van baloeys.die was ghege
uen een deel vander oest poert side van delft
mer hi lietet staen onghescent
DEs iaers daer nae soe woude hertoech
aelbrecht een slot maken an dat noert eynde
van delft teghen dat camp velt Daer hi die
stede mede woude dwingen.mer die van delf
en woudens niet ghedoghen . dat erghent
enich casteel of slot soude wesen dat die stede
oude gouden munten moeten betalen. Voor de mannen van buiten de stad gold deze voorwaarde niet. Zij behielden hun leven. Alleen voor Hendrik van der Voort, die de kerktoren had bestormd, ging dat niet op. Hij werd er met geweld af gehaald en daarna onthoofd.
Hertog Albrecht kwam op de dinsdag in de heilige pinksterdagen Delft binnen nadat hij daar tien weken en twee dagen voor had gelegen. De stad werd grotendeels verwoest. Alle versterkingen en poorten werden met de grond gelijkgemaakt. De krijgslieden van Dordrecht deden daar verwoed aan mee. Ze sloopten de kettingen van de poorten en namen ze mee naar Dordrecht. Daar hingen zij ze aan hun eigen poorten. Daarover bestond een verzegelde brief. Er werd niet gedacht aan wat er eerder gebeurd was.
Graaf van Blois kreeg een deel van de Oostpoort van Delft, maar liet dat intact.
Een jaar later wilde hertog Albrecht een slot bouwen aan de noordzijde van Delft, vlak bij het kampveld. Hiermee wilde hij de stad bedwingen, maar de mensen van Delft stonden niet toe dat er een kasteel zou zijn dat de stad
81r
te nae soude staen Aldus soe lietet hertoech
aelbrecht goet wesen
INt iaer ons heren dusent ccc. ende lxiiij.op
sinte iacobs dach.soe ghesciede inder stede van
delf alsoe groten vechtelic als ye ghesien was
in een stede.soe datter omtrent xxxvi. man
verslaghen worden Ende dit quam van per
tyen toe die langhe in hollant ghestaen heb
ben dan hem goet gheweest heeft Jn dat sel=
ue iaer dede hertoech aelbrecht den heer van
adichom onthoefden.ende voer sijn siel dede
hi maken die canesye inden haech
INt iaer ons heren dusent ccc. ende lxxvij.
soe was een groet opstal binnen haerlem.soe
dat meester simon van zanen.die wort in sijn
huus gheiaecht daer die ander nae liepen en
de waenden in sijn huus doot te slaen. mer
het miste hem.want dat huus was ghemaect
mit groten scot doren.die meester sim on liet
[u]eder uallen Ende alle die daer int huus wa
ren die vielen doot.daer dedese meester simon
alle ter veynster wt worpen op die straet ende
daer wasser xxiiij. die soe al bleuen doot
INt iaer ons heren dusent ccc. ende lxxxviij
op den vijftienden dach van april.soe starf
zou kunnen bedreigen. Hertog Albrecht liet het hierbij.
In 1364, op Sint-Jacobsdag, brak er in Delft zo’n groot gevecht uit, als je nog nooit in een stad gezien hebt. Er werden ongeveer 36 man gedood. Dit werd veroorzaakt door partijen die langer in Holland gebleven waren dan goed voor hen was.
In datzelfde jaar liet hertog Albrecht de heer van Adingen onthoofden. Voor zijn eigen zielenheil liet de hertog in Den Haag een kapittelhuis bouwen.
In 1377 was er een groot oproer in Haarlem. Meester Simon van Zanen werd door opstandelingen zijn huis ingejaagd en achtervolgd. Zij waren van plan hem in zijn huis dood te slaan. Ze misten hem, want het huis was gebouwd met grote valdeuren, die meester Simon naar beneden liet vallen. Allen die in het huis waren werden gedood. Meester Simon liet hen door het raam op straat gooien. Daar bleven er 24 dood liggen.
Op 15 april 1388 stierf
81v
hertoch willem van hollant der keyserinnen
soen te taeynout in henegouwen. ende hi wort
begrauen te valesijn in henegouwen.ende hi
regneerde xxxiij. iaer
Dit is van aelbrecht ende was hertoch willems
broder voerscreuen.ende was die xxij graef van hollant
AElbrecht die eerste Dese was hertoech
in beyeren Ende nae sijns broeders doot
soe wort hi graue van henegouwen van hol=
lant van zeelant.ende heer van vrieslant ende wort
ghehult in allen steden ouer recht lansheer Ende
dit was int iaer ons heren dusent ccc. ende xc
Dese hertoech aelbrecht hadde te wiue.mar=
griet des hertoghen dochter van lotrijc.daer
hi an wan willem die nae hem wort graue
van henegouwen.aelbrecht van beyeren.ian
van beyeren.die conincinne van bemen. die
vrouwe van burgondien.die vrouwe van oesten
rijck.die vrou van ghelre.die vrou van nyuaers
INt iaer ons heren dusent ccc.ende xci. des
woensdaghes nacht na sinte matheeus dach
soe wort verslaghen ioncfrou aeltgen.ende
willem kuyser inden haech Ende die dese on
daet bedreuen toghen op dat huus te outena
ende dit was bi consent graef willems.die
hertog Willem van Holland, zoon van de keizerin, in Le Quesnoy in Henegouwen. Hij werd begraven te Valenciennes in Henegouwen. Hij regeerde 33 jaar.
Het volgende gaat over Albrecht, de broer van de eerdergenoemde hertog Willem. Hij was de 22ste graaf van Holland.
Albrecht de Eerste was hertog van Beieren. Na de dood van zijn broer werd hij graaf van Henegouwen, van Holland en Zeeland en heer van Friesland. Hij werd in 1390 in alle steden als rechtmatig landsheer ingehuldigd. Hertog Albrecht was getrouwd met Margaretha, de dochter van de hertog van Lotharingen. Met haar kreeg hij de volgende kinderen: Willem, die na hem graaf van Henegouwen werd; Albrecht van Beieren; Jan van Beieren; de koningin van Bohemen; de vrouwe van Bourgondië; de vrouwe van Oostenrijk; de vrouwe van Gelderland en de vrouwe van Nyvaers.
In 1391 werden op de woensdagnacht na de feestdag van Sint-Mattheüs jonkvrouw Aleid en Willem Cuser gedood. Dit gebeurde in Den Haag. De daders trokken naar het kasteel van Outena, met toestemming van graaf Willem, die
82r
daer om dat hof moste rumen ende toech in
vrancrijck.mer hertoech aelbrecht belach ou=
tena seer langhe Daer na quam die vrouwe
van burgoengen die hertoch aelbrechts doch
ter was.ende maecte den pays Ende hertoech
aelbert die toech weder inden haghe
INt iaer ons heren dusent ccc. ende xcv.op=
ten dertienen auont.soe sat graef willem van
hollant an des conincs tafel van vrancrijck
Daer die araut quam.ende sneet dat laken
voer graef willem ontween.ende seide dattet
niet betaemde dat yemant an des conincs ta
fel sitten soude die gheen wapen en hadde :
Ende die wapen in oest vryeslant ghebleuen
waer Doe was graef willem zeer bescaemt
ende stont op.ende quam in henegouwen.en
de sende die graef van nyuaers.ende die dros=
saet van henegouwen an hertoech aelbrecht
sinen vader.ende liet hem weten wat groter
scande dat hem ghesciet was in vrancrijck .
an des conincs tafel Ende als dit die herto=
ghe aelbrecht hoerde.soe was hi daer zeer in
ghestoert.ende ontboet graef willem dat hi
te houe quaem.hi vergaue hem alle die misdaet
INt iaer ons heren dusent ccc. ende xcvi.
daarom het hof moest verlaten en naar Frankrijk trok.
Hertog Albrecht belegerde Outena zeer lang. Daarna kwam de vrouwe van Bourgondië, dochter van hertog Albrecht, die voor vrede zorgde. Hertog Albrecht trok weer naar Den Haag.
In het jaar 1395, op Driekoningenavond, zat graaf Willem van Holland aan tafel bij de koning van Frankrijk. Er kwam een heraut aan, die het tafellaken bij graaf Willem in tweeën scheurde. Hij zei dat het niet betamelijk was dat iemand zonder wapen aan de tafel van de koning zat. Het wapen was in Oost-Friesland gebleven.
Graaf Willem schaamde zich heel erg en stond op. Hij ging naar Henegouwen. Hij zond de graaf van Nyvaers en de stadhouder van Henegouwen naar zijn vader, hertog Albrecht, om te laten weten wat een grote schande hem in Frankrijk aan de tafel van de koning was aangedaan.
Toen hertog Albrecht dit hoorde, werd hij erg boos. Hij liet graaf Willem weten dat hij naar het hof moest komen. Hij vergaf hem al zijn misdaden.
In 1396
82v
versamende hertoch aelbrecht volc wt alle lan=
den.als wt enghelant.wt henegouwen.wt
hollant.wt zeelant.soe datter veel volcs was
dattet onmoghelic te seggen waer Daer toech
hertoch aelbrecht mit dat grote heer dat van
menigherhande manieren ghewapent was in
oest vrieslant Daer hertoch aelbrecht op sloech
biden [b]uynre Daer sonderlinghe veel vrye=
sen worden verslaghen inden aenganc Ende
alsoe toech hi voert bi sinte odulphus cloester
daer die vryesen an quamen.ende streden te=
ghen hertoech aelbrecht Daert langhe in die
waech hinc om die ouerhant te crighen Daer
die zeelanders an quamen.ende sloeghen van
besiden in dat vriesche heer.soe dat die vryesen
vluchtich worden.ende verloren den strijt Daer
vele vryesen waren verslaghen Ende doe bleef
hartoch aelbrecht daer legghen.ende verwach=
te al dat hem op comen mochte
ALs hertoch aelbrecht aldus mit sijn volc
lach.soe begheerden die enghelsche dat lant te
besien ende toghen mit som fransoysen ende hene
wyeren opwaert omtrent twee mylen verre
Daer si bestreden worden vanden vryesen.ende
worden verdreuen op enen hoghen werf.daer
in voertiden een slot plach te staen . soe
verzamelde hertog Albrecht krijgsvolk uit verschillende landen, zoals Engeland, Henegouwen, Holland en Zeeland. Er was zoveel krijgsvolk dat het onmogelijk was te zeggen om hoeveel manschappen het ging.
Hertog Albrecht trok met dat grote leger en veel wapentuig van allerlei soort naar Oost-Friesland. Hij landde bij Kuinre. Bij de aanval werden heel veel Friezen gedood. Hij trok verder naar het klooster van Sint-Odulphus.
Daar kwamen de Friezen aan om het gevecht met hertog Albrecht aan te gaan. Lang ging de strijd gelijk op. Toen kwamen de Zeeuwen, die de Friezen in de flank aanvielen. Ze sloegen op de vlucht en verloren de strijd. Veel Friezen kwamen daarbij om. Hertog Albrecht bleef daar en wachtte af wat komen zou.
Terwijl hertog Albrecht daar lag wilden de Engelsen het gebied inspecteren. Ze trokken met wat soldaten uit Frankrijk en Henegouwen ongeveer twee mijl verder. Daar werden ze overvallen door de Friezen en samengedreven op een terp, waarop vroeger een kasteel stond, zodat
83r
dat si nerghent wyken en mochten Doe dat
hertoech aelbrecht vernam.soe dat hi som van
sinen steden.of si wouden trecken.ende ontsetten
die enghels.want hertoech aelbrecht ontsach
hem dat hi al dat heer porren soude.mer die
steden seiden.als hi voer ghinc.si souden vol
ghen Daer hertoech aelbrecht zeer in verbol=
ghen wort.ende vraechde die heren van delf of
si die reyse bestaen wouden.hi soudet hem al
soe dancken dat sijs hem belouen souden Daer
die stede van delf op antwoerden.si woudent
gaerne doen Daer toghen die van delf op=
waert mit al hoer macht.ende quamen bi=
den werf daer die enghelsche beleghen waren
ende bestreden die vryesen van afteren.ende
die enghelsche van voeren.ende versloeghen
wel ccc. vryesen Daer ghinghen die van delf
ende staken brant op tot een teyken der vic=
torien.daer hertoech aelbrecht sonderlinghe
al te wel in ghenoechde.ende toech in sinte o=
dulphus cloester.ende dede hertoech willem
sijn oem op grauen.die daer verslagen was
als voerseit is.ende brochten inden haech ende
deden begrauen in die capelle opt hof
IN dat selue iaer toech hertoech willem
van hollant.hertoech aelbrecht outste soen
zij nergens naar toe konden vluchten.
Toen hertog Albrecht dit hoorde, vroeg hij enkele van zijn steden of zij wilden optrekken om de Engelsen te bevrijden. Want hertog Albrecht was bang dat hij heel zijn leger in beweging moest brengen. Maar de steden zeiden dat als hij vooropging, zij zouden volgen. Daar werd hertog Albrecht zeer kwaad over.
Hij vroeg de heren van Delft of zij de krijgstocht wilden ondernemen. Hij zou hen dankbaar zijn als zij het hem zouden beloven. De steden van Delft antwoordden dat zij dat graag wilden doen.
De Delftenaren trokken met veel machtsvertoon op. Zij kwamen bij de terp aan waar de Engelsen belegerd werden. Ze vielen de Friezen van achteren en de Engelsen van voren aan. Ze doodden wel driehonderd Friezen. De Delftenaren trokken zich terug en staken een hoog vuur aan als teken van overwinning. Hertog Albrecht was daar erg verheugd over.
Hij trok naar het Sint-Odulphusklooster om zijn oom hertog Willem, die - zoals eerder beschreven - daar gedood was, op te laten graven. Zij brachten hem naar Den Haag en begroeven hem in de Hofkapel.
In datzelfde jaar trok hertog Willem van Holland, de oudste zoon van hertog Albrecht,
83v
mit groter macht van volc in oest vrieslant ende
belach staueren mit soe groter macht.soe dat
si die stede op gauen Ende al oest vrieslant
gaf hem in ghenaden onder den graef wil=
lem van hollant.daer si niet langhe in en bleuen
INt iaer ons heren dusent cccc.ende drie
so hadde hartich aelbrecht.ende sijn soen graef
willem goricom beleghen twalef weken lanc
mer die stede mitten huse gaf haer in hartoch
aelbrechts ghenaden
DEse hartoch aelbrecht hadde noch een wijf
die oec margriet hiet.ende was des grauen
dochter van cleef.mer hier en hadde hi gheen
kinder by
INt iaer ons heren dusent vier hondert en
de vier doe starf desen hoech gheboren vorst
hertoch aelbrecht. ende wort begrauen opt hof
in die cappelle inden haech daer margriet van
lotrijc sijn eerste wijf mede leyt ende margriet
van cleef sijn ander wijf . ende leyt begrauen
totten iacoppinen int cloester inden haech
Dit is van willem hartoch aelbrechts soen en
de hi was die drientwintichste graef van hollant
WJllem die seste hertoech aelbrechts soen.
wort hertoch in beyeren . ende graue van
met een groot leger naar Oost-Friesland. Hij belegerde Stavoren met zo’n groot machtsvertoon dat de stad zich overgaf.
Heel Oost-Friesland leverde zich uit aan de genade van graaf Willem van Holland. Dat duurde niet lang.
In 1403 belegerden hertog Albrecht en zijn zoon Willem Gorinchem twaalf weken lang. De stad gaf zich met het kasteel over aan hertog Albrecht.
De tweede vrouw van hertog Albrecht heette ook Margaretha. Zij was de dochter van de graaf van Kleef. Hun huwelijk bleef kinderloos.
In het jaar 1404 stierf deze hooggeboren vorst hertog Albrecht. Hij werd begraven in de Hofkapel in Den Haag, waar ook zijn eerste vrouw, Margaretha van Lotharingen, begraven ligt.
Zijn tweede vrouw, Margaretha van Kleef, ligt begraven in het Jacobijnenklooster in Den Haag.
Het volgende gaat over Willem, de zoon van hertog Albrecht. Hij was de 23ste graaf van Holland.
Willem de Zesde, de zoon van hertog Albrecht, werd hertog van Beieren, graaf van
84r
henegouwen van hollant van zeelant.ende heer
van vrieslant Dese edel hertoch willem was
eerst versekert tot enen wiue des conincs doch
ter van vrancrijck.mer si starf binnen hoer
tiden of iaren
DAer nae hadde hi te wiue des hertoghen
dochter van burgondien margriet daer hi an
wan.iacoba die tot enen man hadde den her
toech van toreyen des conincs outste soen van
vrancrijck . mer daer en sijn gheen kinder of
ghebleuen
DEse edel hertoch willem van hollant die
wort ridder gheslaghen ten dam in vlaende=
ren van hertoch philips van burgundien Jnt
iaer ons heren dusent driehondert ende lxxxv
opten vijftienden dach van iulio
INt iaer ons heren dusent cccc. ende v.soe
belach hartoch willem van hollant gesperen
ende haghesteyn xxij.weken lanc.ende dit was
in enen harden wynter . mer si worden op
ghegheuen ende of ghebroken neuen der aerden
INt iaer ons heren dusent cccc. ende seuen
soe was die grote vorst in dat selue iaer.soe
wort hartoch ian van beyeren hertoch willems
broeder bisscop tot ludic ghecoren . mer hi en
woude gheen priester worden Ende doe wort
Henegouwen, Holland en Zeeland en heer van Friesland.
Deze edele hertog Willem was eerst als echtgenoot beloofd aan de dochter van de koning van Frankrijk, maar zij stierf vroegtijdig. Daarna had hij tot vrouw Margaretha, de dochter van de hertog van Bourgondië. Met haar kreeg hij Jacoba, die als man had de hertog van Touraine, de oudste zoon van de koning van Frankrijk. Hun huwelijk bleef kinderloos.
Op 15 juli 1385 werd de edele hertog Willem van Holland tot ridder geslagen te Damme in Vlaanderen door hertog Filips van Bourgondië.
In het jaar 1405 belegerde hertog Willem van Holland in een strenge winter Gasperen en Hagestein 22 weken lang. Deze plaatsen werden overwonnen en met de grond gelijkgemaakt.
In het jaar 1407 had het hard gevroren. In datzelfde jaar werd hertog Jan van Beieren, de broer van hertog Willem, in Luik tot bisschop gekozen, maar hij wilde geen priester worden.
Daarna werd
84v
hi daer nae verdreuen wt ludic.ende toech bin
nen maestricht Daer hi xix. weken belegen
wort Ende des heren soen van parwijs
wort tot enen bisscop ghecoren
DOe dit hertoech willem vernam.so screef
hi an hertoech ian van burgongen sijn swa=
gher of hi mit hem varen woude ende ontsetten
hertoech ian sijn broeder Daer die hertoech
van burgongyen op antwoerde.ende screef hem
dat hijt gaerne doen woude.mer waert dat
hi gheuanghen worde.soe woude hi datten
hertoech willem gheuryet hadde Daer sette
hem hertoech willem dat lant van henegou=
wen te pande oft van node waer hem seluen
daer mede te lossenen
INt iaer ons heren dusent cccc. ende acht
soe toech hertoech willem van hollant.ende
hertoech ian van burgoengen. ende die burch=
graue van leyden mit sijn twee soenen Phi=
lips van wassenaer.ende ander veel groter he
ren ridder ende knechten Daer teghen quam die
heer van parwijs Ende doe die heer van par
wijs hertoech willem seluer inden velde sach
soe seide hi tot sinen heren die bi hem waren
siet ghinder staet een gouden berch.waert dat
wi dat volc mochten verslaen . wi souden
hij uit Luik verdreven. Hij trok naar Maastricht waar hij negentien weken werd belegerd. De zoon van de heer van Perwijs werd tot bisschop gekozen.
Toen hertog Willem dit hoorde, schreef hij aan zijn zwager hertog Jan van Bourgondië of hij met hem mee wilde gaan om zijn broer hertog Jan te bevrijden.
De hertog van Bourgondië antwoordde hem dat hij dat graag wilde doen, maar als hij gevangengenomen zou worden dan wilde hij dat hertog Willem hem zou bevrijden. Toen liet hertog Willem het land van Henegouwen verpanden. Hertog Jan van Bourgondië zou zich dan zonodig uit de opbrengst kunnen vrijkopen.
In het jaar 1408 trokken hertog Willem van Holland en hertog Jan van Bourgondië ten strijde, samen met Philips van Wassenaar, de burggraaf van Leiden, en diens twee zonen en met veel andere grote heren, ridders en knechten. Tegenover hen stond de heer van Perwijs.
Toen de heer van Perwijs hertog Willem zelf op het slagveld zag, zei hij tegen de heren die bij hem waren: “Zie, ginds staat een gouden berg. Als wij dat krijgsvolk zouden kunnen verslaan dan zouden we
85r
alle grote heren wesen Daer sijn heren op ant
woerden in toernen moede ende seiden Jae heer
si di nv versaecht.nv ghi ons te velde hebt ge
brocht.ende si di nv veruaert Daer die heer
van parwijs op antwoerde Neen lieue kin=
der.ic en ben niet veruaert. mer hemel ende
aerde soude eer vergaen.eer dat volc wyken
souden . mer niet te myn . ic sel voer gaen
die mijn vrienden sijn die volghen mi Daer
soe ghinc dat heer teghen malcander in.ende dat
scut vloech soe dicht.oft snee hadde gheweest
Ende doe dat heer an een was. so wort daer
seer anstelic gheuochten omtrent anderhalf
vre lanc.mer die graef van namen quam van
besiden in dat ludicse heer ryden mit veel paer
den.daer hi dat ludicse heer mede scende.soe
dat die lukenaers den strijt verloren Ende die
heer van parwijs wort daer verslaghen mit
acht ende dertich dusent ende acht hondert man
Dese bloedighen strijt ghesciede des sonnen=
daechs voer sinte michiels dach. ander tommen
buten heyen tongheren tot alcattay
INt iaer ons heren dusent cccc. ende ix . soe
heeft hertoech willem enen dootslach ghesoent
die den hertoch van burgondien dede doen
allemaal helden zijn."
Zijn legerhoofden antwoordden kwaad: “Ja heer, bent u een lafaard geworden, nu u ons naar het strijdveld hebt gebracht? Bent u nu bang geworden?” De heer van Perwijs antwoordde: “Nee lieve kinderen, ik ben niet bang, maar hemel en aarde zullen eerder vergaan dan dat dit krijgsvolk de strijd zal opgeven. Maar niettemin zal ik vooropgaan. Zij die mijn vrienden zijn: volg mij.”
Toen stormden de legers op elkaar af. Er vlogen zoveel pijlen over en weer dat het een sneeuwbui leek. Vanaf het moment dat de legers op elkaar botsten werd er anderhalf uur lang vreselijk gevochten.
Maar vanuit de flank kwam toen de graaf van Namen met veel paarden het strijdperk binnenrijden. Hij bracht het Luikse leger veel schade toe. Het leger van Luik verloor deze strijd. De heer van Perwijs werd samen met 38.800 man gedood.
Deze bloedige oorlog vond plaats op de zondag voor Sint-Michielsdag bij de grafheuvel buiten Heijen en Tongeren in de buurt van Othee.
In 1409 sloot hertog Willem een zoenverdrag wegens doodslag. De hertog van Bourgondië had
85v
anden hertoech van orliens sinen neef.so dat
tet ghe meen volc die onder die croen van vranc
rijc saten.hertoech willem zeer dancten Oec
hadde hi daer danc ende goods loen an ver=
dient hadden sijt wel ghehouden Jn desen her=
toch willems tiden.soe waren die vlamingen
opter zee.ende deden die hollanders groten
scade.soe dat die hollanders dit hertoech wil
lem claechden Daer hi op antwoerde Vaert
weder ter zee ende maect datmen ouer v cla=
ghet Mit desen antwoert toghen die hollan
ders weder ter zee . ende deden die vlamin=
ghen weder alten groten scade Ende doe
claechden die vlaminghen hertoech ian van
burgoengyen.die ter stont enen brief sende
an hertoe[t]h willem van hollant sijn swager
dat hi sijn volc bestierde dat si die vlamingen
gheen scade en deden. of hi woudet mit hem
te meen houden Daer hertoech willem desen
brief las.doe seide hi totten bode.vaert ende
segt mijn swagher dat ic nye in seuen iaren
soe ledich en was als ic nv ben.of hem yet wat
belieft Daer die bode op antwoerde dat hem
die saec te groet waer te segghen mitten mon
de.mer datment doch in enen brief settede .
Daer hertoech willem op antwoerde dat hem
de hertog van Orléans, zijn neef, laten vermoorden. Het volk, dat onder de kroon van Frankrijk viel, was hertog Willem zeer dankbaar, ook al had hij er roem mee vergaard en er een goede beloning voor gekregen. Het volk heeft zich goed aan het verdrag gehouden.
In de tijd dat hertog Willem regeerde waren er Vlamingen op zee die de Hollanders grote schade toebrachten, zodat de Hollanders bij hertog Willem kwamen klagen. Hij antwoordde daarop: “Ga terug de zee op en zorg dat men over u klaagt.” Na dit antwoord trokken de Hollanders weer naar zee. Nu brachten zij op hun beurt de Vlamingen grote schade toe.
De Vlamingen beklaagden zich bij hertog Jan van Bourgondië, die meteen een brief zond naar hertog Willem van Holland, zijn zwager. In de brief schreef hij dat hij zijn volk ervan moest weerhouden om de Vlamingen nog meer schade toe te brengen. Anders wilde hij er met hem gezamenlijk iets aan doen.
Toen hertog Willem deze brief las zei hij tegen de bode: “Ga, en zeg tegen mijn zwager dat ik in geen zeven jaar zo weinig te doen gehad heb als nu. Vraag hem of hij nog iets nodig heeft.”
De bode antwoordde dat voor hem de boodschap te groot was om dat te vertellen en dat het beter was dit in een brief te schrijven. Hertog Willem antwoordde daarop dat hij
86r
die saec te cleyn waer enen brief daer om te
scriuen Ende aldus soe toech die bode in vlaen=
deren sonder brief.ende seide hem die boetscap
mitten monde Hartoech ian vraechde hem
om den brief Die bode seide.hoe dat hertoch
willem die saec vercleynde enen brief daer om
te scriuen.mer waert dat hem yet luste.hi en
was nye in seuen iaren soe ledich Daer har=
toech ian op antwoerde.neen trouwen.ic ken=
ne mijn swagher alte wel.ic en wil teghen hem
niet hebben dan alle goet.isser scade ghesciet
si verhalent weder
INt iaer ons heren dusent vierhondert ende
dertien.soe wort den dootslach ghesoent van
ioncfrou aeltgen.ende philips hughesoen de=
de een voetual mit sinen maghen inden haech
daer menich mensche was
INt iaer ons heren dusent vierhondert en=
de seuentien.des dinxdaechs in die heylighe
weeck.starf die hartoech van toereyn vrou
iacobs man van hollant Ende des manen
daechs in die pinxter heylighe daghe daer
nae.soe starf die edel hertoch willem van hol
lant.ende leyt begrauen te taynout in hene=
gouwen Ende regneerde xij. iaer ende een half
de zaak te onbelangrijk vond om er een brief over te schrijven. En zo vertrok de bode zonder brief naar Vlaanderen. Hij bracht de boodschap mondeling over. Hertog Jan vroeg hem om de brief. De bode vertelde dat hertog Willem de zaak te onbelangrijk vond om er een brief over te schrijven. Maar als hij iets van hem verlangde: hij had in zeven jaar nog niet zo weinig te doen gehad. Hertog Jan antwoordde daarop: “Waarachtig, ik ken mijn zwager maar al te goed. Ik wil dat hij mij niets kan verwijten. Als er schade aangericht is kunnen ze deze verhalen.”
In het jaar 1413 kwam een verzoening tot stand met betrekking tot de moord op jonkvrouw Aleid. En Philips Hugeszoon de Blote smeekte samen met zijn verwanten om genade in Den Haag, ten overstaan van een grote menigte.
In 1417, op dinsdag in de Goede Week, stierf de hertog van Touraine, de echtgenoot van vrouwe Jacoba van Holland. Op Pinkstermaandag daarna stierf de edele hertog Willem van Holland. Hij ligt begraven in le Quesnoy in Henegouwen. Hij regeerde twaalf en een half jaar.
86v
Dit is van vrou iacob ende was hertoech wil=
lems dochter.ende was die xxiiij. grauinne van
hollant zeelant ende vrieslant
IAcoba die edel hertoech willems dochter
wort hertochinne van beyeren.graefinne
van henegouwen van hollant van zeelant ende
vrouwe van vrieslant.die nv een bedructe vrou
we is.want si haers vaders erue qualic moch
te ghebruken dat oec hoer wel ghescenen heeft
INt iaer ons heren dusent cccc. ende xvij.
des manendaghes nae des heylighen sacra=
mens dach.so laghen die van vtrecht mit die
van amorfoert voer yselsteyn Ende binnen
vier daghen daer nae quamen daer mede al=
le die steden van hollant sonder scoenhouen
alleen Oec lach daer mede hertoech ian van
beyeren mit al goylant.mer het wort ghe=
daynct.als dat heer willem van egmondt mit
sijn vreemde gasten soude wt trecken soe si in
ghecomen waren Ende die ander die in die
stede waren.ende bouen twalef iaren out
quamen in ghenaden vrouwe iacob van hol
lant Ende die van vtrecht mit die van amers
foert die worden ghegheuen dat slot die poer=
ten ende die mueren hoeren wille daer me=
de te doen.dat si ter stont of braken neuen
Het volgende gaat over vrouwe Jacoba, de dochter van hertog Willem. Ze was de 24ste graaf van Holland, Zeeland en Friesland.
Jacoba, dochter van de edele hertog Willem, werd hertogin van Beieren, gravin van Henegouwen, Holland en Zeeland en vrouwe van Friesland.
Ze was een teleurgestelde vrouw, want ze kon de erfenis van haar vader niet op de manier gebruiken die haar zo mooi had geleken.
In 1417 op de maandag na Heilige Sacramentsdag lagen de manschappen van Utrecht met die van Amersfoort voor IJsselstein. Binnen vier dagen kwamen daar ook alle steden van Holland bij, behalve Schoonhoven. Ook lag hertog Jan van Beieren er met al het krijgsvolk uit Gooiland.
Er werd echter overeengekomen dat heer Willem van Egmond zich met zijn uitheemse krijgslieden zou terugtrekken op dezelfde manier als ze gekomen waren. De anderen in de stad, die ouder dan twaalf jaar waren, kwamen ter beschikking van vrouwe Jacoba van Holland.
De manschappen van Utrecht en Amersfoort kregen het kasteel, de poorten en de muren. Ze konden ermee doen wat ze wilden. Ze braken alles onmiddellijk tot
87r
der aerden Jnt selfde iaer wort hem ghecon
senteert mit yselsteyn hoer wille te doen.twelc
ke si verbranden ende brakent of tot hoeren
wille.sonder die kerc ende dat cloester mit si-
ne toebehoeren O hollant wat ghinc di doe
ouer.leefde hertoech willem.ten waer nem=
mermeer ghesciet.want yselsteyn was die na
ghel ende dat slot dat die sticht van vtrecht
te nae stont
HJer nae is hertoech ian van beyeren mit
die stede van dordrecht.ende mit die ioncheer
van arkel viant ende contrary gheworden
vrouwe iacob van hollant Ende hebben hoer
gorycom of ghewonnen.mer dat slot dat be
hilt vrouwe iacob
DAer toech vrou iacob mit som steden van
hollant.ende ander hoer vrienden voer gory
com.daer si een gat in die muer maecten en=
de quamen binnen der stede Ende daer ghe
deecht tot enen starcken stryde daer veel volcs
versleghen wort.ende sonderlinghe die ionc=
heer van arkel.heer ian van harwynen. he=
re heynric die bastaert van arkel.die ioncheer
van petersem . ioncheer otte van vueren
otte van ghelichem . otte van hantent
willem van appeldoern.splinter die bastaert
de grond toe af.
In datzelfde jaar kregen ze toestemming dat zij met IJsselstein mochten doen wat ze wilden. Ze staken het in brand en braken het af, behalve de kerk en het klooster met toebehoren.
O Holland, wat is je toen overkomen? Was hertog Willem er nog maar geweest, dan was dit nooit gebeurd, want IJsselstein was het slot dat bescherming bood aan de Stichtenaren.
Hierna keerde hertog Jan van Beieren zich, samen met de stad Dordrecht en met de jonkheer van Arkel tegen vrouwe Jacoba van Holland. Ze hebben Gorinchem op haar veroverd, maar vrouwe Jacoba behield het kasteel.
Samen met enkele Hollandse steden en andere vrienden trok vrouwe Jacoba op tot voor Gorinchem. Ze sloegen een gat in de muur en drongen de stad binnen. Het liep uit op een zware strijd met veel doden, in het bijzonder de jonkheer van Arkel; heer Jan van Herwijnen; heer Hendrik, de bastaard van Arkel; de jonkheer van Petersem; jonkheer Otto van Vuren; Otto van Gelichem; Otto van Hantent; Willem van Apeldoorn; Splinter, de bastaard van
87v
van nyenroen.ende noch veel ander die ic niet
al ghenomen en can.ende walrauen van bre
roe die wort daer oec versleghen bi versume=
nissen sijns selfs knechten Daer vrouwe ia=
cob seer veel an verloes
DJt sijn die gheuanghen inden seluen strijt
Die graef van verrenburch.die heer van eg=
mondt.die heer van milendonck. die graef
van hensberghen.die heer van proyen.heer
heynric van hoemoet.die voecht van vallen=
dorp.heer willem van ysendoern.heer dirc van
leyden.heer aernt van odering.heer raes van
odering sijn broeder.heer aernt van craen=
hem.heer dirc van hemmen.heer aernt van ka
ler.die ioncheer van batenburch.die ioncheer
van orsbeec.aernt van egmondt.otte van vue
ren.ian van heteren.ian van oyen.ioncheer
allaert van [v]ueren.ende menich edel ende on
edel omtrent dusent toe Ende dit was op
sinte loys dach
NOch soe was vrouwe iacob in groten last
want hollant wort twydrachtich ende her=
toech ian van beyeren hoer oem lach binnen
dordrecht.ende heer heynric van berghen mit
die ander heren die mit vrouwe iacob waren
brochtent soe verre.dat si hertoech ian van bra
van Nijenrode en nog vele anderen die ik niet allemaal bij naam kan noemen. Walraven van Brederode werd daar door nalatigheid van zijn soldaten ook gedood. Jacoba leed daardoor een groot verlies.
Dit zijn de gevangenen na die strijd: de graaf van Vernenburg, de heer van Egmond, de heer van Millendonk, de graaf van Heijnsbergen, de heer van Poederoijen, heer Hendrik van Homoet, de voogd van Vallendorp, heer Willem van IJsendoorn, heer Dirk van Leiden, heer Arend van Ordingen, zijn broer heer Raes van Ordingen, heer Arend van Craenheim, heer Dirk van Hemmen, heer Arend van Kalve, de jonkheer van Batenburg, de jonkheer van Oirsbeek, Arend van Egmond, Otto van Vuren, Jan van Heteren, Jan van Oyen, jonkheer Adelaert van Buren en vele andere edelen en niet-adellijke mannen, ongeveer duizend man. Dit was op de feestdag van Sint-Elooi.
Er drukte nog steeds een zware last op Jacoba want Holland was verdeeld. Hertog Jan van Beieren, haar oom, lag in Dordrecht. Heer Hendrik van Bergen en de andere heren die voor Jacoba waren, brachten haar zo ver dat zij hertog Jan van Brabant
88r
bant tot enen man nam Daer si seer mede
dwaelde.want vrouwe iacob ende hertoch ian
van brabant die waren die naeste maghen te
ghen malcander die wesen mochten.alst sus=
ter noch broeder en waren
NV waent hertoch ian van brabant hollant
te winnen ende quam mit veel volcs . ende be
lach dordrecht Ende hadde een groet starc bloc=
huus op gheslagen in die mijl bouen dordrecht
in die grote waert dat si mit quaden belede mit
groter scade ende scande daer lieten staen Ende
die steden van hollant die laghen in papen=
drecht teghen dordrecht ouer Daer si oec een
groet blochuus ghemaect hadden mer die ste=
den toghen cort van daer ende lieten ioncheer
arean die bastaert van hollant op dat bloc=
huus legghen mit veel volcs Doe die van dor=
drecht vernamen dat die steden wech waren.
soe quamen si wt mit al hoer macht ende won
nen dat blochuus in papendrecht stormen=
der hant Daer grote scade ghesciede aen bey=
den siden daer ioncheer areaen mit veel volcs
verslaghen wort Ende dat blochuus wort
gheslecht neuen der aerdenEnde dit was Jnt
iaer ons heren dusent vier hondert ende xviij
op sinte louwerens dach
als echtgenoot aanvaardde. Hiermee beging zij een grote vergissing want vrouwe Jacoba en hertog Jan van Brabant waren zo nauw aan elkaar verwant dat ze bijna broer en zus waren.
Nu dacht hertog Jan van Brabant Holland te kunnen veroveren. Hij kwam met een grote legermacht en belegerde Dordrecht.
Hij had een groot en stevig verdedigingswerk opgebouwd in De Mijl boven Dordrecht, in de Grote Waard. Hij liet het daar met kwade bedoelingen staan, wat tot grote schade en schande leidde.
De steden van Holland lagen in Papendrecht, tegenover Dordrecht. Daar hadden zij ook een groot verdedigingswerk gebouwd. Maar de manschappen uit de steden trokken kort erna weg en lieten jonkheer Adriaan, bastaard van Holland, met veel krijgslieden op het verdedigingswerk achter.
Toen de Dordrechtenaren erachter kwamen dat de manschappen uit de steden weg waren, kwamen zij eraan met hun legermacht en veroverden ze stormenderhand het verdedigingswerk in Papendrecht.
Er werden aan beide zijden grote verliezen geleden. Jonkheer Adriaan werd gedood, samen met veel van zijn krijgslieden. Het verdedigingswerk werd met de grond gelijkgemaakt.
Deze gebeurtenis vond plaats in het jaar 1418 op Sint-Laurentiusdag.
88v
IN dat selue iaer op sinte victors dach. soe
heeft hertoech ian van beyeren vrouwe iacob
sijnre niften die stede van rotterdam of ghelo
pen daer hi wel mede ghemoet was. want hi
hadde dordrecht ende den briel ende nv rotter=
dam daer hi hollant ende zeelant seer mede
dwanc ende sijn wille mede creech
INt iaer ons heren dusent cccc.ende negen
tien soe sijn versament vrou iacob van hollant
ende hertoch ian van brabant ende hertoch ian
van beyeren ende sijn ouerghedraghen als dat
hertoch ian van beyeren soude bliuen mit guns
ten ende mit minnen ruwaert van hollant zee=
lant ende vrieslant drie iaer lancEnde men sou
de alle rechten van hollant zeelant setten in
gheliker hant . die een helft van vrouwe ia=
cobs weghen . ende die ander helft van hertoch
ian van beyeren weghen Ende doe toech vrou
we iacob mit hertoch ian te brabant wert
Dit is van hertoch ian van beyeren . ende hi
wort ruwaert van hollant .
IAn hertoch in beyeren soen van hene=
gouwen ende van hollant ende van zee
lant. ende van vrieslant wort ghehult in al=
len steden deser landen ouer een ruwaert :
In hetzelfde jaar, op Sint-Victorsdag, heeft hertog Jan van Beieren de stad Rotterdam veroverd op vrouwe Jacoba, zijn nicht. Hij was vol goede moed, want hij bezat Dordrecht en Den Briel en nu Rotterdam. Hiermee zette hij Holland en Zeeland onder druk en legde hij zijn wil aan deze landen op.
In het jaar 1419 kwamen vrouwe Jacoba van Holland, hertog Jan van Brabant en hertog Jan van Beieren bijeen. Ze zijn met welwillende gezindheid en met liefde overeengekomen dat hertog Jan van Beieren drie jaar lang landvoogd van Holland, Zeeland en Friesland zou blijven.
Alle rechten op Holland en Zeeland zouden gelijkelijk toegekend worden: de ene helft aan vrouwe Jacoba en de andere helft aan hertog Jan van Beieren. Daarna vertrok vrouwe Jacoba met hertog Jan naar Brabant.
Het volgende gaat over hertog Jan van Beieren. Hij werd landvoogd van Holland.
Hertog Jan van Beieren, prins van Henegouwen, Holland, Zeeland en Friesland, werd in alle steden van deze landen als landvoogd ingehuldigd.
89r
Ende doe worden contrari ende viant die sticht van
vtrecht teghen hollant dat een quaet fel oerlo
ghe was ende duerde bi twee iaer ende een half
Hoe die stede van leyden beleghen was
INt iaer ons heren dusent vier hondert ende
twintich midden inden somer soe belach her=
toch ian van beyeren die stede van leyden ne=
ghen weken lanc Daer grote scade ghesciede
mer het wort ghedaynct Dat die vreemde gas=
ten wt souden trecken soe si in ghecomen wa=
ren ende die burchgraue ende mit die ghemeen
te van leyden deden hertoch ian enen eet hout
ende trouwe te wesen
IN dat selue iaer soe lach dirc van mer=
wen mit hondert ghesellen op dat slot tot sin
te gheerten berch . ende scoten vier in die ste=
de daer die stede mit die kerke meest al of ver
brande Ende dit was op sinte lambrechts
auont Ende binnen viertien daghen daer na
soe quamen die steden van hollant om te wre
ken dat die vanden berghe misdaen was En
de quamen binnen der steden . ende stelden
daer grote steen bossen teghen dat slot . ende
wort alte seer verderft. ende dirc mit sijn ghe
sellen hilden dat slot vromeliken tot in die hey=
lighe weec omtrent ses ende twintich weken
Toen kwamen het Sticht van Utrecht en Holland tegenover elkaar te staan. Er brak een hevige strijd uit, die ongeveer twee en een half jaar duurde
Hoe de stad Leiden belegerd was.
Midden in de zomer van 1420 belegerde hertog Jan van Beieren de stad Leiden negen weken lang, waarbij grote schade werd aangericht. Er werd een verdrag gesloten. De vreemde krijgslieden zouden moeten vertrekken zoals ze gekomen waren. De burggraaf legde samen met de bevolking van Leiden een eed van trouw af aan hertog Jan.
In datzelfde jaar belegerde Dirk van der Merwede met honderd medestrijders het kasteel bij Geertruidenberg. Ze schoten de stad in brand met als gevolg dat de stad met de kerk grotendeels afbrandde. Dit gebeurde op Sint-Lambertusavond. Veertien dagen daarna kwamen de Hollandse steden om de misdaad tegen Geertruidenberg te wreken. Ze trokken de stad binnen en beschoten het slot met grote stenen kogels. Het kasteel werd zwaar beschadigd. Dirk en zijn mannen hielden er ongeveer 26 weken heldhaftig stand, tot in de heilige week.
89v
lanc Ende doe wortet ghedaynct als dat die ste
den van hollant te huus toghenEnde dirc vander
merwen toech mit sijn gesellen vanden huus.mer
luttel luden wisten hoe dat segghen gheseit was
INt iaer ons heren dusent vier hondert ende
xxi doe ghinc op sinte elyzabeth nacht een ho
ghe grote vloet.ende doe brac zuuthollant in
daer menich mensche in verdranc
INt iaer ons heren dusent vier hondert ende
xxiij. soe toech vrou iacob van hollant vanden
hertoch van brabant ende si meender oec niet we
der bi te comen. want hoer was gheseit dattet
hylic mit gode niet wesen en mochte Ende dat=
tet die paeus int openbaer niet geoerloft en had
de Ende aldus hebbense die heren die si bi hoer
hadde ende brochtse in henegouwen Ende wt hene
gouwen brochtse in enghelant Ende brochtense
soe verre. dat si den hertoch van clocester tot enen
man nam Ende vrou iacob is mit hem gheto
ghen in henegouwen. ende deden hulden ouer
recht lantsheer Ende doe ghedeecht tot enen gro=
ten oerloch tusschen brabant ende henegouwen
Soe dat hertoch ian van brabant screef aen
hertoch ian van beyeren dat hi hem te hulpe
quaem Daer hertoch ian van beyeren weder
screef dat hi opten dertienen dach bi hem sou=
Daarna werd overeengekomen dat het krijgsvolk uit de steden van Holland naar huis zou terugkeren. Dirk van der Merwede vertrok met zijn krijgsvolk uit het kasteel. Slechts weinigen wisten welke toezeggingen er waren gedaan.
In 1421 in de nacht van Sint-Elisabeth ontstond er een hoge vloedgolf. Er was een dijkdoorbraak in het zuiden van Holland. Veel mensen zijn toen verdronken.
In 1423 verliet vrouwe Jacoba van Holland de hertog van Brabant. Zij verwachtte nooit meer bij elkaar te komen, want er was haar verteld dat Gods zegen niet op het huwelijk kon rusten en dat de paus in het openbaar geen toestemming voor het huwelijk had gegeven. De heren die bij haar waren hebben haar naar Henegouwen gebracht. Van daaruit brachten zij haar naar Engeland. Zij kregen haar zo ver dat ze met de hertog van Gloucester trouwde. Samen gingen ze naar Henegouwen, waar hij werd gehuldigd als rechtmatig landsheer.
Toen werd er opgeroepen tot een grote oorlog tussen Brabant en Henegouwen. Hertog Jan van Brabant vroeg per brief aan hertog Jan van Beieren of hij hem wilde komen helpen. Hertog Jan van Beieren antwoordde daarop dat hij op Driekoningen bij hem zou
90r
de wesen . mer hertoch ian van beyeren wort
siec ende starf opten dertienen auont inden ha
ghe . ende wort begrauen totten iacoppinen
int cloester Ende dit was int iaer ons heren
dusent vier hondert ende vier ende twintch
HErtoch ian van brabant is ghecomen
bi raet der cabbelaus pertye.ende wort
in allen steden van hollant zeelant ende vries=
lant ouer recht lantsheer ghehult Ende vrou
iacob lach mit horen vrienden in henegouwen
ende ouerdroeghen mit malcander hoe si eni=
ghe steden of sloten mochten crighen in hollant
Daer si hem mede behelpen mochten Ende
sijn in hollant ghecomen alsoe dat si scoenho=
uen creghen tot horen wille
Hoe dat scoenhouen beleghen wort
INt iaer ons heren dusent vier hondert ende
xxv. soe wort scoenhouen beleghen Ende dit
was inden vasten Daer die ioncheer van gaes=
beec mit die steden van hollant zeelant ende
vrieslant lach voer sonder die goude . oude=
water . den briel ende ziericxzee Dese vier ste=
den saten stille . ende en onderwondens hem
niet daer die van scoenhouen alle [g]aghe me=
nighe ouermoedighe reyse deden. ende vingen
zijn, maar hertog Jan van Beieren werd ziek. Hij stierf in Den Haag op Driekoningenavond en hij werd begraven in het Jacobijnenklooster. Dit gebeurde in het jaar 1424.
Hertog Jan van Brabant kwam aan de macht met steun van de Kabeljauwen. Hij werd in alle steden van Holland, Zeeland en Friesland ingehuldigd als rechtmatig landsheer.
Vrouwe Jacoba verbleef met haar vrienden in Henegouwen. Ze overlegden met elkaar hoe ze enkele steden of kastelen in Holland in hun bezit konden krijgen waarmee ze zich konden beschermen.
Ze vertrokken naar Holland met de bedoeling Schoonhoven aan hun wil te onderwerpen.
Hoe Schoonhoven belegerd werd.
In de vastentijd in het jaar 1425 werd Schoonhoven belegerd. De jonkheer van Gaasbeek lag voor Schoonhoven met krijgslieden uit de steden van Holland, Zeeland en Friesland, uitgezonderd Gouda, Oudewater, Den Briel en Zierikzee. Deze vier steden hielden zich stil en ondernamen niets, terwijl de manschappen uit Schoonhoven iedere dag overmoedige uitvallen deden. Ze pakten
90v
ende sloeghen veel volcs Daer verloren die van
rotterdam veel volcs mit hoer bannier Ende
dit belec duerde vier ende twintich weken
BJnnen deser tijt alsmen voer schoenhouen
lach . soe sijn versament hertoch philips van
burgongen ende hertoch ian van brabant en
de sijn ouer een ghedraghen als dat hartoech
philips soude wesen ruwaert van hollant zee
lant ende vrieslant Ende hartoch ian soude he
negouwen behouden Ende vrou iacob was
op die tijt te ghent ende hoer en was niet toe
ghepast Des soe is si heymelic in hollant ghe
comen ende quam binnen der goude Ende si
hadde scoenhouen ende oudewater Ende al=
le die ander steden van hollant hadde den her=
toech van burgongen tot sinen wille Ende
rees een groet oerloch tusschen die steden van
hollant ende die stede vander goude . dat een
quaet fel oerloch was . ende het duerde een
langhe tijt
INt iaer ons heren dusent vier hondert ende
xxv. soe toghen die vander goude wt mit al
hoer macht ende quamen tot alfen Daer die
van leyden van haerlem van aemsterdam la=
ghen mit veel volcs Daer hem die vander gou
de onuersienlic ouer vielen . soe dat si daer
veel manschappen op en doodden er velen. De Rotterdammers verloren veel krijgsvolk en hun banier. Het beleg duurde 24 weken.
In de tijd dat men voor Schoonhoven lag, hebben hertog Filips van Bourgondië en hertog Jan van Brabant elkaar ontmoet. Ze kwamen overeen dat hertog Filips landvoogd van Holland, Zeeland en Friesland zou worden. Hertog Jan zou Henegouwen behouden.
Vrouwe Jacoba was in diezelfde tijd in Gent. Ze was niet in de afspraken gekend. Daarom is ze in het geheim naar Holland gekomen. Ze nam haar intrek in Gouda. Ook Schoonhoven en Oudewater kwamen onder haar gezag. Alle andere Hollandse steden kwamen ter beschikking van de hertog van Bourgondië.
Er brak een grote oorlog uit tussen de steden van Holland en de stad Gouda. De strijd was hevig en duurde lang.
Een machtig Gouds leger trok in het jaar 1425 naar Alphen. Daar lag een groot aantal manschappen uit Leiden, Haarlem en Amsterdam. Ze werden door de Gouwenaars onverhoeds aangevallen, zodat ze daar