Stadsbeschrijving Franco de Vrije
122
Kloosters
Het klooster van de cellenbroeders wordt zowel naar hun cellen als naar hun patroon Sint-Alexis ook wel Alexianen of Alexibroeders genoemd. Ze worden ook wel de zwarte broeders, broeders van de liefde of lollaards genoemd. Ze hadden hun woonplaats aan de Groeneweg naast het klooster van Sint-Catharina. Zij waren ongewijde leken; ze kleedden zich in het zwart of donkergekleurd. Hun plichten waren het verzorgen van de zieken die zij zelfs in tijden van de pest verplicht moesten bezoeken, op wie zij moesten letten en voor wie zij behulpzaam moesten zijn. En zij moesten het begraven van de doden behartigen. Zij waren verplicht hen ten grave te dragen en met liefde ter aarde te bestellen.
Dit klooster behoort tot het eigendom van de stad en is door haar opgericht. Onder haar vallen 1. de Looihal en 2. het Weeshuis. Daarnaast is er de middelbare school ofwel de Latijnse school genoemd. Dit is een kweekschool voor de jeugd om hen te onderwijzen in de Latijnse en Griekse talen, in de dichtkunst en andere beginselen van de overige kunsten en wetenschappen en om hen bekend te maken met verdere en diepergaande kennis van zaken die bekend zijn vanaf de oudheid en waarvoor grote achting bestaat vanwege de bloei daarvan.
123
Kloosters
..........
De Goudse School was vroeger op de Markt in het Boterhuis, dat daartoe aangekocht was in 15791) en waarvandaan de school later daarnaartoe schijnt te zijn overgebracht in het jaar ......
Het gebouw heeft niets opmerkelijks in zich en heeft aan de rechterkant de rectorswoning en die draagt op de ingang van zijn poort het volgende vers:
Aan de linkerkant loopt men door een poort naar de scholen waarboven de woorden Schola Publica [publieke scholen] zijn uitgehouwen. Ze zijn verdeeld in vier kamers of afzonderlijke scholen en die zijn ieder verdeeld in 2 klassen. Deze staan onder het bestuur en toezicht van één rector of wel oppertoezichthouder, één conrector en twee leraren die ieder een school van twee klassen onder hun hoede hebben. Er kan per half jaar verdergegaan worden en er kan worden opgeklommen, zodat men zijn studie op deze wijze binnen de tijd van vier jaar op zijn snelst kan afronden.
1. Begin 1579 waren de financiële middelen hiervoor eindelijk gevonden en werd de Latijnse School aan de Groeneweg gevestigd.