Kroniek Margarethaklooster
1v
Zij had hen een paar jaar aan de westkant van de straat laten wonen, die toen in de volksmond de Hofstraat werd genoemd, maar nu de Spieringstraat heet. Toen uiteindelijk het aantal personen groeide, heeft zij wegens ruimtegebrek en met hun aller instemming en met goedvinden van de raad van vooraanstaande mannen in 1393 voor hen een woonruimte verworven aan de andere kant van dezelfde straat. Die woning aan de oostkant heeft zij geschikt gemaakt voor bewoning. Dit huis grensde aan de zuidkant aan het terrein van Simon de Leedige.
Atlas Joan Blaeu
5
Ook is er een aalmoezeniershuis, waar men aalmoezen aan de behoeftigen uitreikt en de wezen van onbekenden onderhoudt. Deze werd in 1586 gesticht en is door de goede orde en liefdadigheid van de burgers in korte tijd van middelen voorzien, die nodig zijn voor het onderhoud van de armen. Hieruit blijkt dat de inwoners van Gouda altijd zeer veel initiatief hebben getoond om de behoeftigen te helpen.
Stadsbeschrijving Franco de Vrije
120
Kloosters
Het Aalmoezeniershuis, aldus genoemd naar de aalmoezen die volgens de beginselen van de stichting gegeven werden, is naar alle waarschijnlijkheid opgericht naar het voorbeeld van het Oude Patershuis van de collatiebroeders. De Patersteeg heeft hiernaar nu nog zijn naam. Het huis is gesticht ter verlichting van het overvolle weeshuis en bedoeld om op dezelfde wijze de ouderloze wezen boven de ...... jaar te onderhouden, op te voeden en te onderwijzen net zoals men in genoemd huis vanwege dezelfde basisregels verplicht is te doen voor wezen onder de genoemde leeftijd, die tegenwoordig ten getale van ...... zijn.
Het gebouw heeft noch aan de buitenkant noch aan de binnenkant iets aanzienlijks of bijzonders in zich. Van binnen is het één grote vierkante ruimte met eet- en slaapkamers eromheen, die eenzelfde functie hebben als die in het Weeshuis. Aan de buitenkant heeft de ingang naast het jaar van zijn stichting 16..1 het volgende opschrift.
139
Manuscripten en losliggende papieren van het Gasthuis
7. Onschuldige wezen beneden de 10 jaar moeten verzorgd worden door het Heilige Geesthuis; van 10 tot 20 jaar door het Aalmoezeniershuis; boven de 20 jaar bij toerbeurt door het Gasthuis, Leprozenhuis en Tuchthuis. Bij besluit van de vroedschap in 1664