De Goudse Librije kwam in 1652 in het bezit van een Atlas van de Amsterdamse drukker Joan Blaeu, met daarin ook een uitgebreide beschrijving van Gouda.

0190.8227 0Blaeu 1650De rijk geïllustreerde atlas was toen net samengesteld. Dit gebeurde vaak in overleg met de koper. Het boek is ongepagineerd, heeft 322 bladen met een breedte van 54 cm en een hoogte van 56 cm. Het is dus een behoorlijk zwaar boekwerk dat de lange titel draagt Toonneel der Steden van de Vereenighde Nederlanden, met hare Beschrijvingen, Uytgegeven By Joan Blaeu.

In de atlas in het Streekarchief Midden-Holland is op het titelblad het stempel van de Goudse Librije te zien (Gouda, SAMH, Librije, 0190. 8227, [olim 2302 B 1]). Er staan zoals de titel al zegt niet alleen plattegronden en prenten van Nederlandse steden in, maar ook uitgebreide beschrijvingen van de steden.

In het Streekarchief Midden-Holland ligt ook een losse mooi ingekleurde plattegrond van Gouda binnen de singels. Ook deze kaart is afkomstig uit een Atlas van Joan Blaeu. Het is één van de beroemdste stadskaarten van Gouda. Waarschijnlijk maakte deze kaart deel uit van een ander exemplaar van Blaeu's atlas, met de zelfde titel, maar deze werd al gedrukt in 1647-1649.

Hieronder de beschrijving van Gouda, afkomstig uit de Atlas van Blaeu uit 1652.
Het gedeelte ‘Gouda’ beslaat de katernsignaturen: 2F1r t/m 2F2v; 1 blad zonder signatuur(r-v); 2F3r-v. In totaal zijn dat 4 bladen met 8 pagina’s.

1r

0190.8227 1r

GOUDA

Gouda is de zesde en laatste van de grote steden van Holland, zoals men die placht te noemen, die destijds afgevaardigden mochten sturen naar de Statenvergaderingen van dit gewest.
Enkele schrijvers menen dat de stad haar naam te danken heeft aan een vrouw, genoemd Gouwken, die destijds de stichteres van deze plaats zou zijn geweest. Anderen zeggen dat de naam komt van de vergulde platen waarmee destijds het dak van de toren en de weerhaan prachtig waren versierd. Maar het is waarschijnlijker dat de oorsprong van de naam komt van het plaatselijke riviertje dat men de Gouwe noemt en dat begint nabij de Goudse Sluis nabij Alphen, dat vroeger het Romeinse Castra Albiniana was, en loopt tot aan de IJssel. De stad ligt dus aan de monding van de Gouwe in de IJssel. De geleerde Adrianus Junius [Adriaen de Jonghe] meent dat Gouw een Deens woord is en waterloop met dijken betekent.

Sommigen geloven dat deze stad in 1272 ontstaan is, want uit een handvest van graaf Floris de Vijfde uit dat jaar blijkt dat de stad op deze plaats is ontstaan. De graaf zegt daarin namelijk dat hij aan een edelman, heer Nicolaas van Cats, ridder, de vrijheid van der Goude geeft, nl. 350 gaarden vanaf halverwege de IJssel naar het noorden richting het moeras en 350 gaarden breed.
Maar Gouda bestond al lang daarvoor, omdat verscheidene heren haar naam gevoerd hebben. O.a. heer Dirck van der Goude, ridder, en een van de belangrijkste adviseurs van koning Willem [=vader van Floris de Vijfde]. Deze Dirck staat vermeld in een bepaald privilege van deze Koning uit 1272, aan Utrecht gegeven.
Ook kan men uit het voornoemde handvest van graaf Floris voldoende opmaken dat deze stad al eerder bestond en dat haar vrijheid alleen vergroot werd. Tot bewijs hiervan dient, dat ook nu nog op ongeveer een kwart mijl buiten de stad, een plaats ligt, genaamd het Oude Kerkhof, waar vroeger de kerk gestaan heeft en een weg die men de Oude Gouwe noemt.
Dit kerkhof werd, zolang de Roomse godsdienst publiekelijk werd beleden, jaarlijks in de kruisdagen in het begin van mei met een processie of omgang bezocht. Ik zal dit met het volgende Sche-



penenbericht uit het stadsregister bevestigen:
Wij Claes Claes Maertensz, Govert Wittesz en Dirck Andriesz, schepenen van Gouda, maken bekend en verklaren aan eenieder die het aangaat dat op heden voor ons zijn verschenen en gecompareerd, Pieter Pietersz oud 85 jaar, Cornelis Meesz oud 85 jaar, Ysbrant Michielsz oud 81 jaar, Hendrick Adriaensz oud 77 jaar, Pieter Jansz oud 73 jaar, Augustijn Hercx oud 72 jaar, Gerrit van Wieringen oud 71 jaar, Jan Thomasz oud 65 jaar, Cornelis Willemsz oud 64 jaar, Ysbrant Jansz oud 62 jaar en Gerrit Jacobsz oud 61 jaar of elk ongeveer van die leeftijd, allen poorters van deze stad. Zij hebben op verzoek van de burgemeesters (daartoe met alle rechtelijke middelen gedaagd zijnde om een getuigenis van de waarheid te geven) bevestigd met een eed, officieel afgenomen door de baljuw, de schout van deze stad, dat zij de waarheid zullen spreken.
Ze getuigden dat het waar is dat zij in hun jeugd dikwijls hun ouders en andere personen hebben horen vertellen dat op ongeveer een half kwartier lopen buiten deze stad de parochiekerk van deze stad en ook enige huizen hebben gestaan op een plaats genaamd het Oude Kerkhof. En ook dat daar in de grond vroeger en nog onlangs de fundamenten van deze kerk en huizen zijn gezien en gevonden. Ze verklaarden verder dat tot herinnering en herdenking de voornoemde plaats jaarlijks met een algemene processie werd bezocht op de laatste gebedsdag in de kruisdagen en dat zij meer dan veertig, vijftig, tot zestig jaren en langer geleden aan deze processie hebben meegedaan.
Ze bevestigden voorts dat zij ook hebben horen zeggen dat de huizen binnen deze stad hier gebouwd zijn vanwege de geschiktheid en de mogelijkheid van de doorvaart. En dat dus die plaats van het voornoemde Oude Kerkhof verlaten is om dichter bij de IJssel te wonen. Alle fraude uitgesloten. Aan de oorkonde hebben wij schepenen voornoemd elk ons zegel gehangen op de 21ste april 1569 stilo communi [= het jaar begint op 1 januari]. Op de plek stond etc.
Dit strekt tot bewijs van de ouderdom en van de eerste locatie van deze stad, hetgeen men met andere stukken uitgebreider zou kunnen aantonen, indien men de onnodige wijdlopigheid
niet poogde te vermijden.

Oude munten gevonden [in de marge]
Ongeveer een kleine halve mijl van Gouda, niet ver van Moordrecht, zijn enkele jaren geleden veel zilveren munten gevonden met de woorden 'Ludovicus imperator' [keizer] aan de ene kant en 'Xpistina Religio' [christelijke religie] aan de andere zijde, welke munten geslagen zouden zijn