96v

die scriuer bedriuen.die sonder acht ende hert wil scriuen. Al
soe sellen wi oeck doen als wi bidden of singhen willen myt=
ter herten dat bedencken wanttet niet swaert en is mitter stem
men alleen te singhen ofte bidden sonder andacht des herten.
Ende doen als die apostel paulus seyt Singhet den heer in v
wen herten : dat is niet alle[e]n mitter stemmen mer mitter her=
ten.op dat wi mit hem moghen segghen Singhen sal ic mit=
ten gheest ende mitten ghedachten Seneca Jck merck waer ic
ben Also deden die philosophen die mit naernsticheyt andach
tich waren te ondersoecken ende te vinden die wijsheyt dye si
myt horen leringhen bewesen hebben . ¶ Valerius scrijft dat
[dat] carnafides die philosooph een vlitich ridder was der wijs
heyt mit groten arbeyt die te ondersoeken also dat doe hi [t]ne
ghe[n]tich iaer out was alsoe seer hem tottie tijt der leringhe gaf
als wanneer hy hem ghesettet had om spijs ende dranc op syn
maeltijt te nemen dat hi alsoe stadich ende vast den ghedachten
der wijsheyt anhenck dat hy vergat sijn hant tot sijn mont te
reyken . ¶ Des ghelijck vertelt hi oec van archimedes den phi
losooph dat doe sijn stat siracusana ghewonnen wart ende mar
cellus dye keyser een ghebot van hem ghegheuen had. dat hy
niet doot en soude warden gheslaghen . dat hi doe sat mit si=
nen oghen starende in dye aerde op dye figuren ende circulen
daer in te scriuen dat doe tot hem quam een vanden ridders
houdende ouer sijn hooft een wtghetoghen blanck swaert dye
hem vraghede wie hi was. dat hi om sijn grote vliticheyt der
waerheyt ende der konsten in dye fighuren te vinden sinen naem
niet segghen en mochte mer dat hi sitten bleef sonder antwoort
te gheuen teickende die fighuren ende circulen mit sinen han=
den ende seyde Jck bids di en wilt dese cirkel die ic trecke nyet
verderuen dat hi also verghetende dat ghebot des ridders die
sinen naem vraghede mitt[t]n swaerde verslaghen wort

¶ Van cameleopardus ¶ Dyalogus xcviij.

“De schrijver moet zijn schrijfkunst niet bedrijven als hij zonder aandacht en liefde wil schrijven.”
Zo moeten wij ook doen als we vanuit het hart willen bidden of zingen. We moeten bedenken dat het geen waarde heeft om alleen met de stem te zingen of te bidden zonder hart. We moeten doen zoals de apostel Paulus zei: “Zing met heel je hart voor de Heer.” Dat wil zeggen: zing niet alleen met je stem maar ook met je hart, opdat we met hem kunnen zeggen: “Zing de liederen die de Geest je ingeeft.” Seneca zei: “Ik heb aandacht voor waar ik ben.” Zo deden ook de filosofen die met volhardende aandacht onderzoek deden om de wijsheid te vinden waar zij in hun onderwijs op gewezen hadden.
Valerius schrijft dat de filosoof Carneades ijverig streefde naar wijsheid. Hij deed er met grote toewijding onderzoek naar. Toen hij negentig jaar oud was besteedde hij nog zijn tijd aan studie. Zelfs wanneer hij aan tafel ging om te eten en te drinken, was hij zo diep aan het filosoferen dat hij vergat zijn hand naar de mond te brengen.
Iets dergelijks vertelt Valerius ook over de filosoof Archimedes. Diens stad Syracuse was ingenomen door generaal Marcellus. Hij beval dat Archimedes niet doodgeslagen mocht worden. Deze zat naar de grond te staren waar hij figuren en cirkels in tekende. Een van de soldaten, die een blank zwaard boven zijn hoofd hield, kwam naar hem toe. Hij vroeg hem wie hij was. Archimedes kon echter zijn naam niet zeggen omdat hij met grote inspanning bezig was waarheid en kennis in de figuren te ontdekken. Hij bleef zitten zonder antwoord te geven. Hij tekende figuren en cirkels met zijn handen en zei: “Ik smeek je om deze cirkels die ik trek niet te beschadigen.”
Hij vergat daarbij het bevel van de soldaat om zijn naam te noemen. De soldaat doodde hem met zijn zwaard.

De 98e dialoog. Over de giraf