63v

Vanden voghel fasianus ende vanden paeu. Dyalogus lxij.

0190.8302 063v 1
DJe voghelen daer si alle vergadert waren om te seggen
wie die scoonste ware setteden twee voor die scoonsten
als fasianus ende die paeu Als dit aldus ouerdraghen
was bider electien soe waren si onder malcander in twiste en=
de konden niet ouerdragen onderlinge Doe dit die ander voghelen sagen
liepen si totten aern ende seyden . wij hebben o conincinne elec=
ci ghedaen nu bidden wij dattu als een rechter dye confirma=
ci daer of gheues dat die ghecoren warden gheconfirmeert:
Die aern dede tot hem comen dye ghecoren willende die ghe=
coren examineren . Fasianus is een voghel die eerstwerf ghe=
brocht is wt gryeken wes vleys seer soet is te eten. Dese pri=
sede hoor seluen te mael seer ende seyde.¶ O rechtuaerdighe
rechter alstu wel sieste . Jck ben een teeder voghel schoon ende
menichuoudich van verwen in mijnen veeren Mijn vleys is
inden smaeck oft ghecruyt waer mit kaneel ende ander goede
cruyden alsoe dattet bouen al wel smaecket ende soet ruket .
waer om my die ouerhant toe behoort .¶ Doe verantwoor
den haar die paeu nae hoorre macht ende seyde . Neen coninc=
ynne alsoe en ist nyet als fasianus seyt .¶ Want ick grooter
ende scoonre ben dan sy . ende oeck ghecroont . Mijn start be=
wijst dat my dye hoechste eer toe behoort . ende dit segghende
sloech sy hoor staert seer breet wt . Ende hadde daer groo=

De 62e dialoog. Over de fazant en de pauw

0190.8302 063v 1
De vogels waren bijeen om uit te maken wie de mooiste was. Ze wezen daar de twee knapsten onder hen aan: de fazant en de pauw. Na deze uitslag kregen ze ruzie met elkaar en konden ze zich er onderling niet mee verzoenen. Toen de andere vogels dat zagen, gingen ze naar de arend en zeiden: “Koningin, we hebben een verkiezing gehouden en nu vragen wij u, als rechter, er uw goedkeuring aan te geven zodat de gekozenen zich er bij neerleggen.” De arend liet de winnaars bij zich komen om ze te ondervragen.
De fazant, van oorsprong een vogel uit Griekenland, heeft vlees dat lekker smaakt. Hij schepte over zichzelf op en zei: “Rechtvaardige rechter, ik ben een fijngebouwde vogel zoals u ziet, mooi en met veren in allerlei kleuren. Mijn vlees smaakt alsof het gekruid is met kaneel en andere fijne kruiden, zodat het overheerlijk smaakt en lekker ruikt. Daarom komen mij de meeste stemmen toe.”
Daarna verdedigde de pauw zich zo goed mogelijk en zei: ”Nee, koningin, het is niet zoals de fazant zegt. Ik ben groter en mooier dan hij en ik heb, net als u, een kroon op. Mijn sleep bewijst wel dat mij de hoogste eer toekomt.” Terwijl hij dit zei, zette hij zijn sleep op. Hij was daar