61v

eyghen soon beleghen was ende doe hy hem nyet ontgaen en
mocht wort hi bedroeft ende vergaderden alle sijn huysvrou
wen ende kinderen ende gaf hem venijnt te drincken ende hy
nam dat oeck daer nae wt desperacien¶ Ende doe hi niet hae=
steliken daer of en starf . offerden hy hem seluen enen vanden
vyanden dye ouer die mueren gheclommen was dat hy hem
doden soude hebbende lieuer te steruen dan si hem onder hoor
vianden setten souden ende hoor eygen vrijheden te verliesen.
Jtem noch scrijft hi dat sommighe menschen beleghen waren
van scipio affricaen ende vanden romeynen.ende saghen dat
si nyet ontgaen en souden moghen si en souden gheuangen en
de verwonnen worden Op dat die romeynen van horen goe=
den gheen bliden roof hebben en souden sloten si hoor poorten
ende verbarnden hem seluen ende al hoor goeden . dat lieuer
te willen doen eer si horen vianden vrijheden gheuen souden
op hem seluen
¶ Van die henne ende die duue dyalogus tsestich

0190.8302 061v 1
Die henne ende die duue hadden te samen een nest ghe=
maect ende woenden mit malcander Mer dicwijl keuen
si onderlinghe om dat die een veel sanck ende die anderveel
huylden daer om als die henne sach datter duuen iongen dicwijl
gheworcht worden was seer blide ende kakelde veelEnde dan

eigen zoon belegerd was. Hij kon niet ontsnappen en werd bedroefd. Hij riep al zijn vrouwen en kinderen bijeen en gaf hen gif te drinken. Uit radeloosheid nam hij daarna zelf ook gif in.
Toen hij daaraan niet direct stierf, bood hij een van zijn vijanden, die over de muren geklommen was, aan om hem te doden. Hij wilde liever sterven dan dat hij en zijn volk aan de vijand onderworpen zouden worden en hun eigen vrijheden zouden verliezen.
Orosius schrijft ook dat er mensen belegerd waren door de Romeinen onder aanvoering van Scipio de Afrikaan. Zij zagen dat zij niet konden ontsnappen, dat ze gevangen genomen en overwonnen zouden worden. Opdat de Romeinen geen plezier zouden hebben van hun oorlogsbuit sloten zij de poorten en verbrandden zij zichzelf en al hun goederen.
Dit deden zij liever dan hun vijanden de vrije hand geven.
De 60e dialoog. Over de hen en de duif

0190.8302 061v 1
De hen en de duif hadden samen een nest gemaakt en ze woonden daar beiden in.
Zij ruzieden echter dikwijls met elkaar omdat de een veel zong en de ander veel huilde.
Toen de hen zag dat de duivenjongen dikwijls gedood werden, was zij zeer blij en zij kakelde veel.