16v

die misdaet ende was te vreden Salomon seyt ¶ Beter is
een verdraghende man .dan die starck van crachten is En=
de die sinen moet bedwinghen can.is starcker dan die een stat
beuechten can
¶ Van dat water ende van dat vuer Dat tiende dyalogus
0190.8302 016v 1
DAt water sprack an dat vuer . ende seyde . waer om
broeder sijn wij vianden ende altoes contrari. Het
waer wel ghedaen dat wij dat ghebot des heren vol
brochten daer hy seyt.hebter lief dijn euen mensche ghelijck
dij seluen als matheus bescrijft want oeck paulus leert. vol=
heyt der wet is liefte Hier toe antwoorde dat vuer Het beha=
ghet my wel dat du segste.Want die selue apostel seyt . liefte
des euen mensche en werket gheen quaet. laet wij daer om te
samen gaen ende onse woninghe mit malcander maken. Het
gheschiede als si te samen woenden dat si nymmermeer vrede
mit malcander en hadden . want dat vuer maecte dat water
altoes warm ende verderf hem sine craft .¶ Ende dat water
dede dicwijl dat vuer wt : alsoe dat si onderlanghe nymmer=
meer sonder twist ende kijf en waren Waer om si oec weder
van malcander sijn ghescheyden ende seyden. Nyement en
sal mit sinen viant .wonen noch staen gheliker hant . Al so en
sal gheen goet mensch . hem verenighen noch wonen .mitten
verkeerden die hem contrarij is Want lichtelic wort een goet
mensche van sijn faem beroeft ende verliest alle sijn goede wer

de misdaad en was tevreden.
Salomo zegt: “Een vergevingsgezind mens is meer waard dan iemand die sterk is. En hij die zich kan beheersen is sterker dan iemand die een stad kan belegeren.”
De tiende dialoog. Over het water en het vuur
0190.8302 016v 1
Het water zei tegen het vuur: “Waarom, broeder, zijn wij vijanden en altijd elkaars tegenstanders? Het zou goed zijn als wij het gebod van de Heer volgden dat luidt: ‘Hebt uw naaste lief als uzelf!’, zoals Matteüs het beschrijft. Ook Paulus leert ons: ‘De vervulling van de wet is de liefde’.” Hierop antwoordde het vuur: “Het bevalt me wel wat je zegt want dezelfde apostel zegt: ‘De liefde berokkent de medemens geen kwaad’. Laten we daarom samen optrekken en bij elkaar gaan wonen.”
Toen zij samenwoonden, leefden zij echter nooit in vrede met elkaar want het vuur maakte het water voortdurend warm en ontnam het zijn kracht. En het water maakte vaak het vuur uit zodat zij onderling niets anders deden dan twisten en kijven. Dit was de reden waarom zij ook weer van elkaar zijn gescheiden en zeiden: “Niemand moet bij zijn vijand wonen en op gelijke voet met hem staan.”
Zo moet een goed mens zich niet verenigen of samen gaan wonen met iemand die zijn tegenstander is, want een goed mens verliest makkelijk zijn goede naam en zijn goede werken