96

0190.3263 3 096

[[1]] Iacobus de Voragine, in Historiâ Lombardicâ,
in Legendâ de Virgine Agnete, verhaelt van
een Priester den Dienst doende in St.
Agnieten Kerck / welcke in een swaere
Versoeckinghe des Vleesches vervallen
zijnde / versocht van den Paus oorloff om
te moghen trouwen. Den Paus bemerc-
kende des Priesters Vroomigheydt en
Eenvoudigheyt / geeft hem een Ring met
een Smaragd-steen in deselve / met bevel /
dat hy weegens ende uyt des Paus Naeme
gebieden sou aen het Beeldt van de Schoo-
ne Agniet, ’t welck in sijn Kerck gheschil-
dert stont, dat het sich aen den Priester sou-
de laeten verloofft worden. De Priester
sulcx van het Beelt bekomen hebbende/
soo stack het selve aenstonts den Vinger uyt
aen welcke men den Ringh draeght; en als
den ringh daer was aengesteecken / trock
het den Vinger weederom na sich, en ver-
dreeff alle Versoeckingen des Vleesches /
met welcke den priester bevoorens be-
vangen was.
[[2]] Rosweydus een Jesuyt, in sijn Kerckelijc-
ke Historie van Neederlandt, verhaelt op
het Jaer Christi 1080, dat op seecker nacht
het Beeldt van Maria door de Engelen ge-
bracht zijnde in een Hof van Tungren,
’t welck een vermaert Dorp in Henegou
is / ’t selve Beeldt door last van den Heere
Hector gedraegen zijnde in sijn Kaemer /
en van daer met Kruycen en Vaenen ghe-
bracht zijnde in de Kerck van St. Marti-

 

[1] [St. Agnieten Beeldt steeckt den vingher uyt, etc.] in de marge
[2] [Marien-Beeldt tot Tungren.] in de marge

[[1]] Jacobus de Voragine[2] beschrijft in de Legenda aurea een legende over de heilige Agnes.
Een priester die dienst deed in de Sint-Agnietenkerk, kreeg sterke lichamelijke aandriften en verzocht de Paus toestemming om te mogen trouwen. De paus, die zag dat de priester zeer vroom en oprecht was, gaf hem een ring met een smaragd. Hij beval hem uit zijn naam het beschilderde beeld van de mooie Agnes, dat in zijn kerk stond, te gebieden zich met hem, de priester, te verloven. Zodra de priester bij het beeld gekomen was, stak het de ringvinger naar voren. Toen de ring op de vinger geschoven was, trok het beeld de vinger weer terug en verdreef alle lichamelijke driften die de priester eerder in hun greep gehouden hadden.
[[3]] En Rosweydeus[4], een jezuïet, verhaalt in zijn Kerkelijke Historie van Nederland, dat op een zekere nacht in het jaar 1080 een beeld van Maria door de engelen naar een domein in Tongeren gebracht werd, dat een bekend stadje is in Henegouwen.
Het betreffende beeld werd op bevel van heer Hector naar zijn kamer gebracht en van daaruit met kruisen en vaandels naar de kerk van Sint-Martinus,

 

[1] [Beeld van Sint-Agnes steekt de vinger uit.] in de marge
[2] Jacobus de Vorinage (Varazze 1228/1229 - Genua 1298) schreef de Legenda Aurea (originele titel: Legenda aurea sanctorum, sive Lombardica historica).
[3] [Mariabeeld in Tongeren.] in de marge
[4] Heribert Rosweyde (Utrecht 1569 - Antwerpen 1629), jezuïtisch hagiograaf en hagioloog, schreef Generale kerckelycke historie van de gheboorte onses H. Jesu Christi tot het jaer 1624, J. Cnobbaert 1623.