Aantekeningen van mr. Johannes Jacobsz. Rosendael, burgemeester van Gouda, betreffende o.a. Latijnse auteurs, Romeinse en Italiaanse geschiedenis, staatsinrichting en cultuur, kerkgeschiedenis, Romeins recht, enz.
Aan transcriptie en vertaling wordt nog gewerkt.
Intro
amandus noster. 18 novembris anno 1568.
Johannes Iacobi Gaudanus (Rosendalius.)
Autorum nomina qui urbem Romam suis illustrarunt
scriptis sunt haec.
Fabius Pictor. \ de origine Urbis.
Gaius Sempronius /
Cato de originibus.
Aristides Smyrnaeus in oratione de Romae laudibus.
Iulius Frontinus de aqueductibus Romanis.
Publius Victor de regionibus urbis.
Flavius Blondus.
Pomponius Laetus.
Andreas Fulvius.
Iacobus Poggius.
Ioannes Tortellius.
Raphaël Volaterranus.
Fabricius Varranus.
Franciscus Albertinus.
Ioannes Bartholomeus Marlianus.
Manuel Chrysoloras.
Bernardus Oricellarius.
Hieronymus Questenbergius.
Antonius Zantanus.
Iacobus Mazochius urbis epigrammata congessit.
Petrus Apianus.
Bartholomeus Amantius.
[rechterkolom]
Maximus fluviorum Ganges.
Deinde Indus.
Sequitur Nilus.
Danubius deinde.
Helvetiorum pagi 13.
1 Tigurini.
2 Bernates.
3 Lucernates.
4 Vrani.
5 Suitenses.
6 Undervaldü.
7 Tugiani.
8 Glareani.
9 Basilienses.
10 Solodurü.
11 Friburgü.
12 Schaphusiani.
13 Appecellenses.
Onze beminnelijke 18 nobember 1568
Jan Jacobsz van Rosendael, van Gouda[1]
Hieronder volgen de namen van auteurs die hebben geschreven over de stad Rome[2]
Fabius Pictor[3] \ over het ontstaan van de stad
Gaius Sempronius[4] /
Cato[5] – over de wordingsgeschiedenis
Aristides van Smyrna[6] in zijn lofrede op Rome
Iulius Frontinus[7] – over de aquaducten van Rome
Publius Victor[8] – over de wijken van de stad
Flavio Biondo[9]
Pomponio Leto[10]
Andrea Fulvio[11]
Iacopo Poggio[12]
Giovanni Tortelli[13]
Raffaele Maffei[14]
Fabrizio Varano[15]
Francesco Albertini[16]
Giovanni Bartolomeo Marliani[17]
Manuel Chrysoloras[18]
Bernardo Rucellai[19]
Jakob Questenberg[20]
Antonio Zantani[21]
Giaccomo Mazzocchi[22] heeft de inscripties van Rome bijeengebracht
Peter Bienewitz[23]
Bartholomeus Amantius[24]
[rechterkolom]
De grootste van alle rivieren is de Ganges.
Daarna de Indus.
Dan volgt de Nijl.
Daarna de Donau.
13 Zwitserse stammen
1 Tigurini[25]
2 Bernates[26]
3 Lucernates[27]
4 Vrani[28]
5 Suitenses[29]
6 Undervaldü[30]
7 Tugiani[31]
8 Glareani[32]
9 Basilienses[33]
10 Solodurü[34]
11 Friburgü[35]
12 Schaphusiani[36]
13 Appecellenses[37]
[1] Jan Jacobsz. van Rosendael (ca. 1522-1583) was meerdere jaren burgemeester van Gouda. Hij was katholiek maar koos partij voor Willem van Oranje. Hij speelde een belangrijke rol in de overgang van Gouda in 1572 naar het prinsgezinde kamp. In 1581 trad hij op als vertegenwoordiger van Gouda bij de ondertekening van de Acte van Verlatinghe, waarbij Filips II werd afgezet als heerser over de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. De portretten van hemzelf en zijn vrouw, Lydia Amelisdr van Rijswijk, zijn te zien in het Museum GoudA.
[2] Er waren lijstjes met auteurs over Rome in omloop, die ijverig van elkaar werden overgeschreven. Zie bijvoorbeeld de – veel uitgebreidere – lijst in het boek Roma (1551), van Georg Fabricius.
[3] Fabius Pictor, (ca. 270-ca. 200 v.C.) de oudst bekende Romeinse geschiedschrijver. Hij schreef in het Grieks.
[4] Gaius Sempronius Tuditanus (2e eeuw v.C.), Romeins politicus en geschiedschrijver.
[5] Marcus Porcius Cato (234-149 v.C.), Romeins senator en geschiedschrijver. Hij schreef o.a. de Origines (Oorsprongen).
[6] Publius Aelius Aristides Theodorus (117-181) was een Griekse redenaar en schrijver. Hij studeerde in Smyrna.
[7] Sextus Julius Frontinus (ca. 40-103) was een vooraanstaand Romeinse ingenieur, schrijver en senator.
[8] Over de auteur is niets bekend. Sommige geleerden vermoeden dat het hier gaat om een 15e eeuws vervalsing van een zogenaamd nieuw ontdekte schrijver.
[9] Flavio Biondo (1392-1463) was een Italiaanse humanist en historicus. Hij wordt beschouwd als één van de eerste archeologen. Hij schreef o.a. Roma instaurata, de eerste systematische en goed gedocumenteerde gids van de ruïnes van het oude Rome.
[10] Giulio Pomponio Leto (1428-1498), een Italiaanse humanist, werkzaam in Rome, met een grote liefde voor alles wat met de Romeinse oudheid te maken had. Zijn meer Romeinse dan christelijke opvattingen brachten hem in botsing met paus Paulus II die hem liet arresteren. Pas onder de volgende paus is hij weer vrijgelaten.
[11] Andrea Fulvio (ca. 1470-1527) was een Italiaanse humanist, dichter en kenner van de klassieke oudheid. Hij schreef o.a. een gids voor de antieke bezienswaardigheden in Rome: Antiquitates Urbis.
[12] Ook bekend als Iacopo Bracciolini (1442-1478), hij was de zoon van de vermaarde humanist Gian Francesco Poggio Bracciolini. Iacopo was vooral actief als vertaler en uitgever van klassieke teksten. De vraag is of hier niet Poggio Bracciolini sr. wordt bedoeld, die een boek schreef over de geschiedenis van Rome, met een beschrijving van de archeologische resten daarvan, De fortunae varietate urbis Romae.
[13] Giovanni Tortellli (ca. 1400-1466) was een Italiaanse humanist, hij legde de grondslagen voor de bibliotheek van het Vaticaan, samen met zulke geleerden als Bessarion and Poggio Bracciolini.
[14] Raffaele Maffei (1451-1522), Italiaans humanist, historicus en theoloog. Hij was afkomstig uit Volterra en schreef een zeer uitgebreide encyclopedie in drie delen, Commentaria Urbana. De encyclopedie werd gretig gelezen en veelvuldig herdrukt.
[15] Fabrizio Varano (gest. 1508), bisschop van Camerino. Hij schreef De urbe Roma collectanea, grotendeels ontleend aan het werk van Flavio Biondo.
[16] Francesco Albertini (1469-1510) was een vooraanstaande Italiaanse geestelijke. Hij schreef o.a. Opusculum de mirabilibus novae & veteris urbis Romae. Dit boek was in de 16e eeuw de populairste gids voor het antieke Rome.
[17] Giovanni Bartolomeo Marliani (1488-1566) was een Italiaans oudheidkundige en topograaf, vooral bekend vanwege zijn zevendelige Antiquae Romae topographia, een zeer compleet werk over de topografie van het oude Rome. Het gold eeuwenlang als hét standaardwerk over dit onderwerp.
[18] Manuel Chrysoloras (ca. 1350-1415), afkomstig uit het Grieks-Byzantijnse Constantinopel. Later vestigde hij zich in Italië, o.a. in Florence en Bologna en uiteindelijk in Rome. Hij werd hoog geacht om zijn diepgaande kennis van het klassieke Grieks, veel bekende humanisten behoorden tot zijn leerlingen.
[19] Bernardo Rucellai (1448-1514), behoorde tot de politieke en sociale elite van Florence. Hij schreef o.a. een geschiedenis van Rome.
[20] Jakob Questenberg (ca. 1460-1527), Duits humanist die carrière maakte in Rome. Hij werkte in de pauselijke kanselarij. In de Latijnse tekst foutief Hieronymus Questenberg genoemd.
[21] Antonio Zantani (1509-1567), Venetiaans patriciër en numismaticus. Hij publiceerde een boek met munten van de verschillende Romeinse keizers, met hun levensbeschrijving.
[22] Giacomo Mazzocchi (floruit 1505 — 1527) was een geleerde boekhandelaar en drukker, werkzaam in Rome. Hij is beroemd om zijn Epigrammata Antiquae Urbis, een verzameling van ca. 3000 inscripties uit Rome.
[23] Petrus Apianus (1495-1552), ook bekend als Peter Apian, Peter Bennewitz, en Peter Bienewitz, was een Duitse humanist, drukker, wiskundige, astronoom en cartograaf. Hij publiceerde het boek Inscriptiones sacrosanctae vetustatis, een verzameling Latijnse inscripties uit de hele toenmalig bekende wereld.
[24] Bartholomeus Amantius (1505-na 1556), Duits jurist en schrijver. Was als auteur betrokken bij het boek Inscriptiones sacrosanctae vetustatis, uitgegeven door Peter Apianus (zie vorige noot).
[25] Het leefgebied van de Tigurini komt ongeveer overeen met het huidige Zwitserse kanton Vaud.
[26] Uit de streek rondom Bern.
[27] Uit de streek rondom Luzern.
[28] Hun leefgebied komt ongeveer overeen met het huidige kanton Uri.
[29] Uit de streek rondom Schwyz.
[30] Uit de streek Unterwalden.
[31] Uit het huidige kanton Thurgau(?).
[32] Uit het huidige kanton Glarus.
[33] Uit de streek rondom Bazel.
[34] Uit het huidige kanton Solothurn.
[35] Uit het huidige kanton Fribourg.
[36i] Uit het huidige kanton Schaffhausen.
[37] Uit het huidige kanton Appenzell.
1
Talentum auri valet 600. coronatos aureos.
Veteri Persarum instituto non licebat regibus ad bellum proficisci
nisi prius successore instituto.
Autoritas est senatus, Maiestas populi.
Plautus in pistrino comedias Romae scripsit, Nevius in carcere Romae
autore Gellio liber 3. caput 3.
Andes Virgilii patria est prope Mantuam, nunc vicus, hodie Pietole
appelatur. Neapoli est conditus in loco dicto Pedigrotta.
Septem urbis montes.
Palatinus nemora et pascua habuit, ut scribit Tibullus.
Capitolinus dumeta ut scribit Virgilius.
Aventinus lauretum ut scribit Solinus.
Celius quercetum ut scribit Tacitus.
Viminalis sylvam fageam ut scribit Varro.
Ianiculum esculetum ut scribit Plinius.
Vaticanus ilicetum ut scribit Andreas Fulvius.
Insignia imperii Germanici sunt duae aquilae quarum altera alteram
expansis alis contegit, et non biceps aquila ut imperitum vulgus
credit, nam signa et aquilae duae clade Variana a Germanis
capta sunt, quas et hodie possident.
Quintus Serenus.
Sepe etiam gelida gingivas collue lympha,
Dentibus ut possis firmum servare vigorem.
Nil magis mortiferum quam ab exercitatione frigori se exponere.
Rhetia alpestris hodie vocatur Tirolis.
Rhetia prima hodie vocatur Suevia.
TR.V.MON. triumviri monetarii.
TR.V.A.A.A.F.F. triumviri auro, argento, aere, flando, feriundo.
C. Caius.
Ɔ. Caia.
Een gouden talent is 600 gouden kronen waard.
Volgens een oude regel van de Perzen mocht een koning niet ten oorlog trekken als er niet van tevoren een opvolger was aangewezen.
Het gezag ligt bij de senaat, de soevereiniteit bij het volk.
Plautus schreef komedies in een duwmolen in Rome, Naevius schreef ze in een kerker in Rome, zo vertelt Gellius in boek 3, hoofdstuk 3.[1]
Andes, de geboorteplaats van Vergilius ligt in de buurt van Mantua. Nu is het een wijk die Pietole wordt genoemd. Hij is begraven in Napels, in de wijk Piedigrotta.
De zeven heuvels van de stad
De Palatijn had wouden en weiden, zoals Tibullus schrijft.
De Capitolijn had struikgewas, zoals Vergilius schrijft.
De Aventijn had laurierbos, zoals Solinus[2] schrijft.
De Caelius had eikenbos, zoals Tacitus schrijft.
De Viminaal had beukenbos, zoals Varro schrijft.
De Ianiculum had een bos van wintereiken, zoals Plinius schrijft
De Vaticaanse heuvel had een bos van steeneiken, zoals Andrea Fulvio[3] schrijft.
Het wapen van het Duitse rijk toont twee adelaars met uitgestrekte vleugels, waarvan de een de ander bedekt, en dus niet een adelaar met twee hoofden zoals het domme volk denkt, want bij de nederlaag van Varus[4] hebben de Germanen veldtekens, namelijk twee adelaars, buitgemaakt en die hebben ze ook vandaag nog in bezit.
Quintus Serenus[5]
Spoel vaak je tandvlees met koud water
Om je tanden sterk en gezond te houden.
Niets is dodelijker dan je na inspanning aan koude bloot te stellen.
Raetië in de alpen heet tegenwoordig Tirol.
Het oude Raetië heet tegenwoordig Zwaben.
TR.V.MON. staat voor: triumviri monetarii (= driemanschap van muntmeesters)
TR.V.A.A.A.F.F. staat voor: triumviri auro, argento, aere, flando, feriundo (= driemanschap verantwoordelijk voor het gieten en slaan van gouden, zilveren, en bronzen munten)
C. staat voor: Gaius.
Ɔ. staat voor: Gaia
[1] Aulus Gellius, Noctes Atticae 3.3. Toen hij eens platzak was, verhuurde Plautus zichzelf aan een bakker om daar de molen rond te duwen. Naevius werd gevangen gezet vanwege de scherpe kritiek op vooraanstaande burgers die hij in zijn toneelstukken verwerkte.
[2] Gaius Julius Solinus, 3e eeuw n.C. Hij was auteur van De mirabilibus mundi (Over de wonderen van de wereld), een werk dat ook bekend is onder de titel Polyhistor.
[3] Genoemd in de lijst met auteurs op de eerste pagina.
[4] De slag bij het Teutoburgerwoud (9 n.C.). De Romeinse veldheer Publius Quinctilius Varus werd met zijn legioenen in de val gelokt en in de pan gehakt door de Germaanse troepen onder leiding van Arminius.
[5] Quintus Serenus Sammonicus (gestorven 212) was een Romeinse geleerde. Hij schreef o.a. het Liber Medicinalis (Boek over geneeskunst).
2
Militibus donativum, plebi congiarium dari solet ab Imperatoribus.
Lucius Sextius primus de plebe consul est factus.
Gaius Licinius Stolo primus de plebe magister equitum.
Gaius Martius Rutilius[1] primus de plebe et dictator et censor.
Quintus Publius[2] Philo primus de plebe praetor. Livius. liber 10. decas 1.
Tiberius Coruncanus[3] primus de plebe pontifex maximus. Florus liber 8. decas 2.
Quintus Pompeius et Quintus Metellus uterque ex plebe primi censores facti.
Gaius Manilius Attelius[4] primus ex plebe creatus est curio maximus.
Incerti autoris.
Temporibus priscis cum secula docta fuere
Qui gereret laurum vertice, rarus erat.
Nunc indocta rudes homines cum secula gignant,
Laurigeros vates angulus omnis habet.
Nil igitur mirum tot cingi tempora lauro,
Quod regum est munus, iudicis ante fuit.
Heroicis temporibus non vescebantur elixis carnibus. Alexander ab Alexandro liber 4. caput 17
Ennius in satyris.
Hercule puto hoc tibi erit argumentum semper in promptu situm,
Ne quid expectes amicos, quod tu agere possis. Gellius liber 2° caput 29.
Mos tyrannorum est, cum aliquem indemnatum iubent occidi, per
literas potissimum id iniungere, ne dein caedis imperatae nullum
relinquatur argumentum. Herodianus liber 3.
Hadrianus Imperator Caesarum primus barbam nutrire exorsus est.
Stadium continet octavam mille passuum partem, quod centum-
vigintiquinque nostros efficit passus, ut scribit Plinius, quae mensura
octies efficit mille passus.
Cogitamus praesentia.
Repetimus praeterita.
Consideramus futura.
[1] Lees [Gaius Marcius Rutilus]
[2] Lees [Quintus Publilius]
[3] Lees [Tiberius Coruncanius]
[4] Lees [Gaius Mamilius Atellus]
De keizers hadden de gewoonte om gratificaties in geld te geven aan de soldaten en giften in olie of wijn uit te delen aan het volk.
Lucius Sextius was de eerste consul[1] afkomstig uit het volk[2].
Gaius Licinius Stolo was de eerste magister equitum[3] uit het volk.
Gaius Marcius Rutilus was de eerste dictator én censor[4] die afkomstig was uit het volk.
Quintus Publilius Philo was de eerste praetor[5] uit het volk. Livius, boek 10, decade 1.
Tiberius Coruncanius was de eerste pontifex maximus[6] uit het volk. Florus[7], boek 8, decade 2.
Quintus Pompeius en Quintus Metellus waren de eerste twee mannen uit het volk die tegelijkertijd tot censor[8] benoemd werden.
Gaius Mamilius Atellus was de eerste curio maximus[9] uit het volk.
Van een onbekende auteur
In vroeger tijden, toen de generaties wijs waren,
was het zelden dat een man een lauwerkrans op het hoofd droeg.
Vandaag de dag, nu de dwaze generaties ongeletterde mensen voortbrengen,
vind je in elk hoekje laurier dragende dichters.
Het is geen wonder dat zovele slapen bekranst zijn met laurier,
Wat nu een gunst is van koningen, was vroeger een beloning door een jury.
In het tijdperk van de helden at men geen gekookt vlees. Alessandro Alessandri[10], boek 4, hoofdstuk 17.
Dichtregels van Ennius[11]
Bij Hercules, laat dit de leefregel zijn die je steeds in gedachten houdt:
vraag nooit iets van vrienden wat je zelf kunt doen. Aulus Gellius[12], boek 2, hoofdstuk 29
Het is de gewoonte van tirannen, wanneer zij bevel geven om iemand zonder proces ter dood te brengen, om dit bevel liefst per brief te doen, om te voorkomen dat men kan beweren dat er geen opdracht is voor de terechtstelling. Herodianus[13], boek 3.
Keizer Hadrianus was de eerste van de keizers die zijn baard liet staan.
Een stadie beslaat een achtste deel van duizend passen[14], dat is 125 van onze passen, zoals Plinius[15] schrijft, en achtmaal die maat is duizend passen.
Wij overdenken het heden.
Wij herinneren ons het verleden.
Wij zien de toekomst tegemoet.
[1] Consul in 366 v.C.
[2] Dwz: hij was geen patriciër.
[3] In tijden van oorlog kon de senaat een dictator benoemen die het opperbevel over het leger had. Hij kreeg een secondant naast zich, de magister equitum. G.Licinius Stolo was magister equitum in 368 v.C.
[4] Dictator in 356 v.C., censor in 351 v.C. Elke vijf jaar werden twee censoren gekozen. Het was een eervolle en invloedrijke hoge functie in de Romeinse politiek.
[5] Praetor in 336 v.C.
[6] De pontifex maximus was de hoogste priester van het Romeinse Rijk. Coruncanius bekleedde dit ambt van 254 of 253 v.C. tot aan zijn dood.
[7] Romeinse geschiedschrijver (ca. 74-ca. 130 n.C.). Hij schreef een beknopt overzicht van de geschiedenis van Rome, op basis van de boeken van Livius. Zijn werk werd tot in de 19e eeuw veel gebruikt in het onderwijs.
[8] In 131 v.C.
[9] De curio maximus was de voorzitter van een priestercollege. In 209 v.C. werd Gaius Mamilius Atellus benoemd tot curio maximus.
[10] Ook bekend als Alexander ab Alexandro (1461–1523), een zeer erudiete jurist uit Napels. Hier wordt verwezen naar zijn boek Geniales Dies, dat uit zes delen bestond.
[11] Invloedrijke vroege Latijnse dichter (239-169 v.C.), hij heeft veel latere dichters, zoals Vergilius, geïnspireerd.
[12] Romeins schrijver, 2e eeuw n.C., schreef ‘Attische nachten’.
[13] Herodianus (ca. 170-240 n.C.) schreef in het Grieks. Belangrijkste werk: De geschiedenis van het Romeinse keizerrijk sinds Marcus Aurelius. Aan het eind van de 15e eeuw verscheen een Latijnse vertaling hiervan.
[14] duizend passen = mille passuum = 1 mijl.
[15] Plinius, Naturalis Historia, 2, 21
3
transcriptie
hertaling
4
transcriptie
hertaling
5
transcriptie
hertaling
6
transcriptie
hertaling
7
transcriptie
hertaling
8
transcriptie
hertaling
9
transcriptie
hertaling
10
transcriptie
hertaling
11
transcriptie
hertaling
12
transcriptie
hertaling
13
transcriptie
hertaling
14
transcriptie
hertaling